AANDACHT EN BEZINNING

De brief van het hoofdbestuur (2)

aarne wil ik pogen om in de bespreking van deze brief op de kiesverenigingen -ter voorbereiding van de vergadering van 25 september D.V.- enige richting te geven aan de te voeren discussie. Van belang lijken mij de navolgende punten:

1. De Bijbelse argumentatie

et HB heeft desgevraagd het voorstel Bijbels onderbouwd, althans dat gepoogd. Heeft het HB de rechte Schriftgegevens laten spreken en de Schriftgegevens ook recht, dus op de juiste wijze, verstaan? Wilt u bij uw afweging en oordeel daar allereerst naar kijken? Indien immers op grond van de Schrift het regeerambt aan de man toe komt -en wij menen dat- dan is daarmede een belangrijke principiële beslissing genomen. Alle partijleden kunnen kiezen en ook gekozen worden, maar het passief kiesrecht van de vrouw -dus gekozen te kunnen worden in kamers, staten en raden is tegen de Schrift en wordt ook in het beginselprogram onzer partij onmogelijk geacht. Is de door het HB in de brief gelegde grondslag deugdelijk?

2. Het lidmaatschap

In het voorstel van het HB hangt het een met het ander samen en vloeit het een uit het ander voort. Nu worden een aantal consequenties in het tweede onderdeel getrokken. Ook weer is aan de kiesverenigingen ter beoordeling de vraag: gaan we daarin de juiste weg? Artikel 10 van ons beginselprogram kan dubbelzinnig worden gelezen en uitgelegd. Wanneer men als vrouw maar niet uit emancipatoire overwegingen... enz. We willen deze dubbelzinnigheid wegnemen en dus in die zin ook enige aanscherping ervan geven. In een vijftal stellingen vindt de nadere uitwerking plaats. De vraag is of de partij zich daarin vinden kan, of op deze stellingen amendementen van wijziging wil inbrengen. Ook al weer een zaak van zorgvuldige overweging!!

3. De betrokkenheid van de vrouw

at is de tweede lijn die getrokken wordt, ik meen geheel terecht. De taak van de kiesvereniging is breed daar deze ook aandacht besteedt aan verbreiding van de kennis van de beginselen onzer partij, meehelpt een opinie te vormen over allerlei zaken. Uit de Schriftgegevens kan al duidelijk wor­ den gemaakt dat ook de vrouw heel wijs kan zijn, over gaven en talenten beschikt en die mogen worden aangewend. Daar is de betrokkenheid in de binnenkamer van het gebed, de omgang met Gods Woord, het getuigen van de grote daden des Heeren, maar ook de betrokkenheid naar buiten toe. Het HB wil daarom komen met een voorstel daartoe. Niet om de zaak maar weer jaren vooruit en op de lange baan te schuiven. Neen, concrete invulling moet ook spoedig komen. Ik wek de kiesverenigingen op ook daarover na te denken. Vraagt u: voorzitter, ziet u dan nadere mogelijkheden ter overweging? Dan geef ik door wat aan suggesties bij voorbeeld binnen de partij zelf leeft, in willekeurige volgorde: a. laat de kiesverenigingen zelf die

betrokkenheid regelen. Zij mogen over toekenning van het lidmaatschap beslissen, welnu laat hen dan ook zelf die betrokkenheid invullen. Wel moet daarbij gewaakt worden voor willekeur maar de kiesverenigingen kunnen elkaar helpen;

b. laat het HB zelf dan concrete invulling ons doen toekomen en heel duidelijke regels stellen over toegestane activiteiten; c. is er de mogelijkheid om, rekening gehouden met de onderdelen 1 en 2 van het voorstel, te komen tot invoering van een beperkt lidmaatschap? Daaronder kunnen een aantal zaken worden geregeld. Wel is een mogelijk nadeel dat we dan twee soorten leden krijgen;

d. ook is uit de partij het voorstel gekomen om de meisjes en de vrouwen donateur te doen worden. Dat is in onderscheiding van het lidmaatschap. Donateurs hebben ook bepaalde (voor)rechten en dan kun je zeggen: in de studieverenigingen is er eigen-soortige participatie van meisjes en vrouwen; in de kiesverenigingen, die principieel een andere taak dan de studieverenigingen uitoefenen, een gedeeltelijke participatie.

Evenwel roept het donateurschap altijd de gedachte van geldelijke steun op en de rechten hiervan zijn minimaal, vergeleken met een lidmaatschap.

Leden en kiesverenigingen, denkt ook eens over deze zaken na!

Zelf heb ik ooit, deel uitmakend van de commissie ter voorbereiding van het nieuwe beginselprogram, wel eens gepleit voor de figuur: de man het lidmaatschap, de vrouw binnen de partij het OASTlidmaatschap, dat bepaalde mogelijkheden geeft. Daarbij is het de vraag of hetzelfde bezwaar dat ik bij mogelijklieid c noemde ook hier van toepassing is, terwijl bovendien de gehele ontwikkeling het gastlidmaatschap intussen heeft achterhaald doordat een aantal vrouwen reeds het volledige lidmaatschap heeft.

Ik geef deze persoonlijke mening maar volledigheidshalve.

Reacties

at bijkans half Nederland over ons heen zou vallen was te verwachten. Dat soms zo gereageerd is als gedaan werd kan een gevoel van verbijstering geven. Ik maak nog enige kanttekeningen.

1. Uit verschillende reacties blijkt hoe onverdraagzaam de samenleving wordt jegens hen die pogen recht te doen aan wat Gods Woord o.i. leert. En hoever we ook weg zijn omdat men zelfs geheel afstand van Gods Woord neemt of nam, dan wel Het geheel niet kent. 2. We hebben als HB er voor gewaakt, dacht ik, de Bijbel te laten uitspreken wat wij willen dat Hij Zeggen zal. Voorgeprogrammeerde Schriftgegevens als argumenten te bezigen is een ernstige beschuldiging. Dan heeft en formuleert men dus zelf eerst een standpunt en dan pas gaat men kijken of de Bijbel dat "lekker" ook zegt. Of., dat men eigen vooringenomen standpunt(en) opdringt aan de Heilige Schrift. Wij zouden dan laakbaar en te bestraffen zijn, hetgeen dan eerst maar bewezen moei worden.

3. Het gaat om een interne discussie binnen onze partij over de plaats van de vrouw. De brief van het HB is geen manifest aan het Nederlandse volk, maar gericht aan de kiesverenigingen binnen eigen partij en we zien niet dat we daarmede ons buiten de samenleving plaatsen of on-, dan wel antigrondwettelijk bezig zijn!

De SGP heeft altijd als politieke partij geopereerd binnen de gestelde regels van de parlementaire democratie, heeft nimmer buitenparlementaire acties gevoerd of gesteund. Worden wij beticht van discriminatie dan is het de vraag, mits we ons richten naar het getuigenis van gehéél de Schrift, of de Schrift zelf dan niet in veler ogen discrimineert.

Correct handelen

enslotte nog dit. Ieder die lid wil worden dan wel wordt van de SGP wordt geacht te weten wat deze partij voorstaat en in het beginselprogram wordt uitgesproken. Al vijfenzeventig jaar lang staat zowel in het oude als in het nieuwe program een artikel, dat het passief kiesrecht voor de vrouw uitsluit. Dat is niet iets nieuws maar sedert de oprichting van de partij duidelijk geweest. Elk SGP-lid wordt geacht het beginselprogram te onderschrijven. Wie binnen de SGP zegt dat de vrouw wèl naar kamers, staten en raden moet of mag, onderschrijft het beginselprogram dus kennelijk niet en zou op zijn minst moeten zeggen: "Dit deugt niet, het beginselprogram moet gewijzigd worden". Dat heb ik nog nergens vernomen. De hele discussie die binnen de partij gevoerd wordt, is over het door het HB gestelde dat, in verband daarmede dat alle SGP-leden kunnen kiezen en GEKO­ ZEN WORDEN, lidmaatschap van de vrouw (dus) niet mogelijk is.

Laten we in de discussie personen van zaken onderscheiden en hoofdzaken van bijzaken evenzeer, en leren luisteren naar wat Gods Woord ons te zeggen heeft.

Prins Claus

aandag 6 september j.l. werd Prins Claus 67 jaar Ook vanuit ons partij-orgaan willen wij hem daarmee van harte feliciteren. Van harte wensen wij hem en zijn gezin Gods onmisbare zegen toe. Moge boven alles de vreze des Heeren hun deel zijn.

Katwijk aan Zee

drs. W.Chr. Hovius

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen