Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SGP’ers in Oost-Europa

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SGP’ers in Oost-Europa

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Indrukwekkend en bijzonder zinvol. Zo luidde de unanieme conclusie van de SGP-delegatie, bestaande uit de heren mr. dr. J. T. van den Berg, prof. dr. ir. G. van Dijk, ir. L. van der Waal, drs. S. Stoop, drs. J. Mulder, na terugkeer van een tweetal congressen in Hongarije en Roemenië.

Deze werden gehouden in Boedapest en Cluj, respectievelijk op 10 en 11 en 13 en 14 september. In „De Banier" van 9 september jl. is al uitgebreid ingegaan op de achtergrond van deze buitenlandse activiteiten van onze partij; tevens is het volledige programma aldaar vermeld. In deze bijdrage geeft ons kamerlid Van den Berg, die deel uitmaakte van de delegatie, een — strikt persoonlijke — impressie van zijn ervaringen.

Een hernieuwde kennismaking

et was voor mij niet het eerste bezoek aan Boedapest. Ik had het voorrecht ook aan het vorige congres, in maart jl., te mogen deelnemen. Het congres van vorige maand was daar als het ware het vervolg op. Het congres werd evenals toen gehouden in het daarvoor zeer geschikte RADAY-coUege, niet ver van het Calvijnplein in Boedapest. Het was dus wat dat betreft een — zeer aangename - hernieuwde kennismaking. Het congres stond onder leiding van ds. Hadju Zoltan, lid van het Hongaarse parlement en predikant van de Hongaars Gereformeerde kerk.

Was het vorige congres al zeker geslaagd te noemen, dit congres deed daar bepaald niet voor onder, integendeel. En dan denk ik nog niet eens zozeer aan de voortreffelijke organisatie en de goede bezetting van het congres, maar vooral ook aan de zeer intensieve discussies, waarbij niet zelden de kern van de christelijke politiek werd geraakt. Was de vrijdagmiddag en -avond in hoofdzaak gereserveerd voor de inleidingen, de zaterdag werd besteed aan de discussies, 's morgens in gespreksgroepen, 's middags plenair. Na de opening van het congres hield onze ambassadeur in Boedapest een korte toespraak, waarbij hij zijn waardering uitsprak voor datgene wat in deze onderlinge samenwerking tot stand was gekomen. Hij toonde zijn oprechte belangstelling door ook het eerste deel van het congres bij te wonen. Nadat de directeur van ons studiecentrum, de heer Mulder, de groeten vanuit ons land aan de Hongaarse vrienden had overgebracht, mocht ik de rij sprekers openen met een inleiding over Justitie als overheidstaak. Uit het co-referaat, gehouden door een lid van het Hongaarse Hooggerechtshof en uit de discussie over dit thema bleek verrassend, hoe vanuit een geheel andere maatschappelijke situatie, toch vaak dezelfde vragen actueel zijn. Thema's als normen en waarden in de politiek, de verhouding kerk en staat (in Hongarije zeer actueel in verband met de teruggave van kerkelijke goederen na de val van het communisme! ) en de bestrijding van de ook in Oost-Europa sterk stijgende criminaliteit leidden tot indringende Bantef gedachtenwisselingen, die voor beide partijen heel leerzaam waren.

Het volgende thema was landbouw, ingeleid door prof. Van Dijk, bij uitstek deskundig op het gebied van de ontwikkelingen in de landbouw in Oost- en West-Europa. De discussies over dit onderwerp hadden soms een emotioneel karakter, zeer begrijpelijk, gelet op de problemen rond de privatisering van de voorheen collectieve landbouwsector. Onze Europarlementariër de heer Van der Waal had als thema het vervoersbeleid, maar besteedde ook ruime aandacht aan de ontwikkelingen rond de Europese integratie, en de SGP-visie op dit thema. Dit was bijzonder actueel, gelet op de discussie over de mogelijke toetreding van Oosteuropese landen tot de ECi. De vraag hoe de eigen identiteit ook bij internationale samenwerking te bewaren leefde ook bij de Hongaren sterk. De co-referent op dit terrein bleek de vroegere minister van transport van Hongarije te zijn. Deze gaf mij prompt de hartelijke groeten aan onze minister Maij- Weggen mee, die hij uit diverse internationale contacten goed kende. Van deze taak heb ik mij inmiddels uiteraard graag gekweten.

Normen en waarden

pvallend was, dat ook in de discussie over het thema verkeer sterk het accent kwam te liggen op de normen en waarden. Trouwens, in alle discussies bleek, dat er bij onze gastheren een sterke behoefte bestond aan een nieuwe doordenking van de betekenis van de bijbelse normen en waarden op de verschillende terreinen van politiek en overheidsbeleid. Vele decennia heeft hiertoe de mogelijkheid immers feitelijk ontbroken! Juist dat beschouwde men, naar mij uit vele gsprekken is gebleken, als de grote waarde van dit congres. Van vele kanten werd dan ook de hoop uitgesproken, dat dit congres (nogmaals) een vervolg zou krijgen. Wij konden daarover uiteraard geen toezeggingen doen, maar hebben beloofd deze duidelijke wens 'mee te nemen'.

Het programma liet gelukkig tijd voor onderlinge contacten tussen de deelnemers, hetgeen ik opnieuw als zeer verrijkend heb ervaren. Bij alle verschillen mag dan toch ook niet zelden de onderlinge verbondenheid worden ervaren. Ook was er nog gelegenheid om het pas heropende Gereformeerde Gymnasium te Boedapest te bezoeken. Dit gebouw, dat onlangs door de overheid aan de Hongaarse Gereformeerde Kerk is teruggegeven, is met Nederlandse hulp van verschillende zijden opnieuw ingericht. De zeer onlangs van start gegane Gereformeerde Universiteit te Boedapest start haar activiteiten eveneens vanuit dit gebouw.

Al te snel kwam het einde van dit zeer goed verlopen congres. Na de sluiting door de — ons bekende — ds Czövek, moesten wij afscheid nemen van onze Hongaarse vrienden, maar eveneens van de heren Van der Waal en Van Dijk, die nog 's zaterdags naar Nederland zouden terugkeren. De rest van onze delegatie, bestaande uit de heren Mulder, onze fractiemedewerker en Zuidhollands statenlid de heer Stoop en ondergetekende, vertrokken direct per auto naar Cluj. We werden vergezeld door ds. Czövek en ds. Thuroczy, eveneens voor ons geen onbekende. Aangezien beiden goed Nederlands spreken, waren er nauwelijks taalproblemen, hetgeen de diverse contacten zeer vergemakkelijkte.

Een onvergetelijke zondag

a een lange rit door het mooie Hongaarse land arriveerden wij vroeg in de avond bij de Hongaars-Roemeense grens. Het feit dat ds. Czövek over een diplomatiek paspoort beschikte, was mede oorzaak, dat wij vrij snel deze grens konden passeren, waar zich niet zelden bijna chaotische taferelen afspelen als gevolg van lange wachttijden aan de Roemeense kant. Na enkele uren mochten wij veilig ons hotel in Cluj (voor de Hongaren Koloszvar, het oude Klausenburg) bereiken. Dat mag wel bijzonder worden vermeld, omdat de Roemeense wegen zeker in het donker buitengewoon gevaarlijk zijn. Deze zijn meestal smal en onverlicht, terwijl zich regelmatig voetgangers, fietsers en allerlei soorten karren (vrijwel altijd onverlicht) op de weg bevinden.

Van een gericht verkeersveiligheidsbeleid heb ik in Roemenië niets kunnen bemerken! Aan de zondag in Cluj bewaren wij allen bijzondere herinneringen, met name door de contacten die wij mochten hebben met enkele predikanten.

In de gemeente van één van hen, ds. Kozma, woonden wij de middagdienst bij. In deze kleine eenvoudige gemeente in één der buitenwijken van Cluj, voelden wij ons zonder meer thuis. Het was ontroerend te bemerken, met hoeveel aandacht de preek van ds. Czövek werd beluisterd, en met hoeveel overgave de oude Geneefse psalmen op de ons bekende wijze werden gezongen. Doordat ds. Thuroczy het één en ander voor ons vertaalde, konden wij gelukkig de preek goed volgen.

Na de dienst sprak ds. Kozma de Hollandse gasten hartelijk toe. Vervolgens hebben wij nog geruime tijd aangenaam en diepgaand met elkaar gesproken, waarbij de onderlinge verbondenheid voelbaar was. Uit de gesprekken werd ook de moeilijke situatie waarin de Roemeense kerk zich bevindt, des te meer duidelijk Gebrek aan financiële middelen, gebrek aan verantwoorde lectuur Maar: er is in Roemenië ook duidelijk sprake van een grote geestelijke verwarring. Er is sprake van een grote geestelijke crisis. Velerlei groepen en secten trachten hier op in te spelen. Wat een enorme taak voor de Gereformeerde Kerk daar, en wat hebben zij onze steun en bovenal ons gebed, nodig! Er is sprake van een geestelijke crisis.

Een uniek samenzijn

e volgende morgen vroeg begon het congres, en wel in het gebouwvan de Theologische faculteit in Cluj. Het was voor het eerst dat de SGP hier activiteiten ondernam. Ondanks de zorgvuldige voorbereiding, waarvoor met name de heer Mulder veel werk heeft verzet, vroegen wij ons toch wel wat bezorgd af hoe één en ander zou verlopen, gelet op de moeilijke situatie in Roemenië. Die zorg werd geheel beschaamd. Ook in Cluj mogen wij spreken over een zeer geslaagde bijeenkomst. Het aantal deelnemers overtrof de verwachtingen; de zaal was beide dagen vrijwel gevuld. Tot de aanwezigen behoorden predikanten, artsen en onderwijsgevenden, maar ook parlementariërs. Opmer- keiijk was, dat er zowel Hongaars- als Roemeenstaligen vertegenwoordigd waren. Dat is, gelet op de moeilijke positie van de Hongaarse minderheid, als bijzonder te beschouwen.

De thema's milieu (ingeleid door ondergetekende), gezondheidszorg (ingeleid door de heer Stoop), en onderwijs (ingeleid door de heer Mulder), sloten, naar ook uit de discussies bleek, zeer goed aan bij de problematiek in Roemenië. Zoals wellicht bekend is de milieusituatie buitengewoon slecht en de toestand met betrekking tot de gezondheidszorg is zelfs als desastreus te betitelen. Diverse schrijnende voorbeelden hebben wij daarna tijdens het congres gehoord. Aan de meest elementaire medische voorzieningen is gebrek. Tijdens de discussies over deze thema's, die vaak zeer indringend, soms zelfs emotioneel waren, kwam ook hier de vraag naar de betekenis van de bijbelse normen en waarden voor het maatschappelijk leven voortdurend centraal te staan. Voor de deelnemers aan het congres was het een unieke ervaring, naar zij zelf meedeelden, met elkaar en met ons over dit thema zo te kunnen discussiëren. Dat was in de Roemeense situatie tot voor kort onmogelijk. En nog verkeren de Hongaars-Gereformeerden in Roemenië in een bijzonder moeilijke positie die in veel gevallen ook sedert de val van Ceausescu nauwelijks is verbeterd. Er is naar hun eigen gevoel duidelijk sprake van discriminatie door de Roemeense autoriteiten. Ook daarvan kregen wij vele droevige voorbeelden te horen. Dit kwam duidelijk aan de orde in de bespreking van het thema onderwijs, en wel in het bijzonder in verband met de achterstelling van de Hongaarse taal. Ook in Cluj werd op ons een klemmend beroep gedaan het niet bij dit ene congres te laten; één en ander roept als het ware om een vervolg. Daarover zal uiteraard nadere — zorgvuldige — besluitvorming moeten plaatsvinden.

Ook hier konden wij aan het einde van het congres op een zeer goed samenzijn terugzien.

De voorzitter, ds. Joseph Kötö, vatte in zijn slotwoord de discussie met verwijzing naar het congresthema treffend samen door op te merken-, „In Roemenië was tot voor kort de vraag: Evangelie of politiek; nu hebben wij kunnen merken, dat het ook mogelijk is te spreken over Evangelie en politiek. Dat was voor ons leerzaam en bemoedigend". Zeker hier heb ik persoonlijk sterk gevoeld, in hoe grote behoefte dit soort activiteiten, als onze partij nu mag verrichten, voorziet. Met name in Roemenië, waar men niet alleen te maken heeft met een geweldige economische, maar evenzeer met een ethische crisis, is zonder meer sprake van grote nood. Wij voelden ons dankbaar ge- .stemd, dat wij in de vorm van dit congres en de daaruit voortvloeiende contacten wellicht een kleine handreiking hebben mogen doen. Wij kregen overigens ook verschillende concrete verzoeken om hulp mee, die wij aan de daartoe onder ons bekende organisaties zullen overbrengen.

Onze gastheren hebben zich ondanks de zeer moeilijke situatie, zeer ingezet om alles goed te doen verlopen en daarbij kosten noch moeite gespaard. Met een gevoel van diepe erkentelijkheid namen wij afscheid als van oude vrienden.

Op de terugreis, richting Boedapest, hadden wij nog de gelegenheid tot het bezoeken van Debrecen. Verschillende herinneringen aan de oude band tussen Nederland en Hongarije zijn hier nog bespeurbaar O.a. het monument van Admiraal De Ruyter, dat herinnert aan de bevrijding van veertig Hongaarse predikanten die als galeislaven werden gebruikt. Na een voorspoedige en mooie tocht door de poesta bereikten wij in de middag Boedapest, waar ten kantore van ds. Czövek nog een eindbespreking plaatsvond. Gedrieën mochten wij dezelfde avond weer gezond Schiphol bereiken. Boordevol indrukken maar ook met de overtuiging, dat deze reis bijzonder zinvol was geweest. Nog vaak gaan onze gedachten terug naar de vrienden in Hongarije en Roemenië. Ook voor onze delegatie was één en ander trouwens zeer nuttig. Veel problemen in eigen land ga je dan wel met andere ogen bezien. Het is voor alles onze innige wens dat de Heere ook deze arbeid nog dienstbaar zou willen stellen tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk, ook in de landen van het voormalige Oostblok. Laten wij in dat licht de mogelijkheden die er thans zijn benutten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1993

De Banier | 20 Pagina's

SGP’ers in Oost-Europa

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1993

De Banier | 20 Pagina's