Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VAN HET HOOFDBESTUUR

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAN HET HOOFDBESTUUR

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op Gods Woord gegrond

De voorstellen van het hoofdbestuur inzake het lidmaatschap van de vrouvi' van een kiesvereniging hebben veel stof doen opwaaien. Nadat op 25 september jl. de partij zich hierover uitsprak heeft dit ingrijpende gevolgen voor onze partij gehad. Onze voorzitter en secretaris hebben helaas hun functie neergelegd. De officier van justitie heeft een onderzoek gestart naar mogelijke strafbare feiten, waaraan de SGP zich schuldig gemaakt zou kunnen hebben. Een golf van publiciteit, bijna wereldwijd, is over ons uitgestort. En waarom nu eigenlijk?

Zijn er op 25 september in Putten zoveel dingen veranderd? Is er principieel gezien een wissel omgezet? Zijn de beslissingen in Putten genomen met een gesloten Bijbel? Is sinds Putten niet langer maatgevend en beheersend wat de Schrift zegt?

Als dit waar zou zijn, zou de partij op 25 september tegen het hart van haar eigen beginselen gehandeld hebben. In artikel 2 van onze statuten staat immers dat de partij het absoluut gezag van Gods Woord belijdt over alle terreinen des levens en derhalve mede over het terrein van het staatkundige en maatschappelijke leven, zoals nader uitgewerkt in het Program van beginselen. In dit artikel wil ik proberen op deze zaken in te gaan en de voorstellen van het hoofdbestuur, zoals ze aanvaard zijn op 25 september j.l. te verduidelijken.

Wat is er gebeurd

De huishoudelijke vergadering heeft op 25 september j.l. uitgesproken dat het ambt en de taak van de regering in politieke zin, verstaan naar het getuigenis van de Heilige Schrift, toebetrouwd is aan de man. Voorts is aan het hoofdbestuur gevraagd met voorstellen te komen om deze uitspraak duidelijk in de Statuten en/of het Program van beginselen te verwoorden. In deze uitspraak wordt eigenlijk de principiële hoofdlijn getrokken van hetgeen wij op dit punt voorstaan; het regeerambt is toebetrouwd aan de man.

Deze uitspraak is gedaan in het licht van een geopende Bijbel. Deze uitspraak is gedaan na een hernieuwd, serieus en biddend onderzoek van Gods Woord. Deze uitspraak wordt voorafgegaan door een duidelijke Bijbelse onderbouwing. In deze Bijbelse onderbouwing worden de hoofdlijnen van de Schrift getrokken. Het doet dan ook pijn, als gezegd wordt dat er zo maar wat teksten uit de Bijbel geplukt zijn, of dat het hoofdbestuur onwaarachtig bezig geweest is.

Het hoofdbestuur is, het zij in alle bescheidenheid gezegd, vanuit het oprechte verlangen naar Gods Woord te spreken en te handelen, met deze voorstellen gekomen. Daarin wordt trouwens niets nieuws gezegd. In de nota "In haar waarde" II uit 1984 werd gesteld: "Het is voor de SGP een zaak van beginsel dat het regeerambt is voorbehouden aan de man. Dat moet onder ons bondig en vast zijn. Toen kon nog gesteld worden: "daarover bestaat eenheid onder ons." Helaas worden ook onder ons nu soms andere geluiden gehoord. Nieuw is inderdaad de felle en soms onwaardige kritiek op deze Bijbelse stelling en de onderbouwing daarvan. In ieder geval is het in Putten nog eens volstrekt duidelijk uitgesproken, dat degenen die het regeerambt ook in meerdere of mindere mate aan de vrouw willen toebetrouwen, op dit punt in strijd handelen met wat Gods Woord duidelijk zegt.

De bewering dat de in de Bijbelse onderbouwing genoemde teksten alleen betrekking hebben op situaties in de kerkelijke gemeente, is geheel onhoudbaar Wie alleen maar denkt aan wat Paulus schrijft over de verhouding van man en vrouw binnen het huwelijk, moet wel tot een andere conclusie komen. Huwelijk en gezin vormen naar onze opvatting immers de hoeksteen van de samenleving. De door God geboden ordening in het huwelijk heeft dan ook zeker gevolgen voor alle verbanden van onze maatschappij.

Niet veel verschil

Toch is er onder ons gelukkig niet veel verschil over de principiële hoofdlijn, dat het regeerambt op Bijbelse gronden niet toekomt aan de vrouw. Ook onze oud-voorzitter ds. Hovius, heeft dit steeds van harte onderschreven en verdedigd. Daarom is het des te pijnlijker dat hij heeft gemeend zijn plaats in het hoofdbestuur te moeten opgeven en anderen zelfs als lid van onze partij hebben bedankt. Immers de principiële. Bijbels onderbouwde hoofdlijn verenigt ons. Dat zou voldoende moeten zijn om elkaar in ieder geval vast te houden, ook al is er binnen onze partij verschil van mening over de toepassing van het Bijbelse principe op de praktijk van ons partijleven. Want daar gaat het ver­ schil over. Hoe passen wij dit beginsel toe? Betekent dit dat alleen het passief kiesrecht niet toekomt aan de vrouw? Houdt het ambt en de taak van de regering in politieke zin, alleen het actief, daadwerkelijk regeren in?

Dat wordt in feite nu beweerd door hen die het lidmaatschap voor de vrouw beperkt open willen stellen. Maar dat is nooit de opvatting van de partij geweest. In artikel 10 van ons beginselprogram heeft bijvoorbeeld altijd gestaan dat het vrouwenkiesrecht in strijd is met de roeping der vrouw. Als vrouwen kiezen omdat zij ook mee willen tellen, omdat zij ook invloed willen uitoefenen op wie hen regeert, omdat zij in feite de man gelijk willen zijn, dan vloeit dat voort uit het revolutionair emancipatiestreven. Dit wordt ook in de huidige formulering van artikel 10 afgewezen, al wordt nu de mogelijkheid open gelaten dat een vrouw uit edeler motieven haar stem kan uitbrengen. Maar als een vrouw ook onze partij wil besturen, als zij er daadwerkelijk invloed op wil uitoefenen door wie onze partij bestuurd wordt en wie door onze partij gekozen worden als vertegenwoordigers in de Tweede Kamer, dan oefent zij indirect zeker regeermacht uit.

Daarom heeft het hoofdbestuur in de brief van augustus 1991 aan de kiesverenigingen dan ook gesteld, dat de SGP de activiteiten van de kiesverenigingen nooit geheel los van het genoemde regeerambt heeft gezien, en daarom als partij vanouds het standpunt heeft ingenomen dat vrouwen geen lid van een kiesvereniging kunnen zijn. De principiële vraag: Houdt het lidmaatschap van een kiesvereniging verband met het regeerambt, ja of nee, is door de SGP altijd met "JA" beantwoord. Daarom is het besluit, vrouwen niet toe te laten als lid, een consequente toepassing van het Bij­ belse principe dat het regeerambt niet aan de vrouw toekomt. Dit besluit heeft dus wel degelijk een Bijbelse basis. Anders zou ik persoonlijk dit besluit ook niet durven verdedigen, als ik er niet van overtuigd was, dat het op Gods Woord gegrond is. Het is dan ook een simplistische voorstelling van zaken als gezegd wordt: "men vindt nergens in de Bijbel dat een vrouw geen lid kan zijn van een kiesvereniging. Dus mag het. We mogen gewetens niet binden, want de Bijbel verbiedt het niet." Men maakt er zich zo wel erg gemakkelijk van af. Immers de Bijbel spreekt in het geheel niet over kiesverenigingen. De Bijbel spreekt ook niet over de SGP als zodanig. Wie in dit verband zo redeneert is niet zuiver bezig en ontwijkt eigenlijk de vraag waar het om gaat: Wat is de consequentie van het principe dat het regeerambt niet toekomt aan de vrouw, voor ons als Partij die zich wil richten, onvoorwaardelijk, naar het Woord van God.

Geest van de tijd

In de SGP is het regeerambt nooit los gezien van het lidmaatschap van de kiesvereniging. Dat dit vanouds zo gezien is, blijkt uit de praktijk.

Immers gedurende de eerste 65 jaar van het bestaan van onze partij is nimmer een vrouw lid geweest. Dat wij hier de laatste tien jaar over moeten spreken, mag voor ons een waarschuwing zijn. Dringt de emancipatiegeest ook niet door in onze gelederen? Worden wij niet langzaam maar zeker meegezogen door de geest van de tijd? Dit zijn vragen die we onszelf indringend mogen en moeten stellen.

Het ware voor ons allen beter geweest als de partij de lijn die zij in dit opzicht 65 jaar gevolgd heeft, had vastgehouden. Dit was naar mijn diepste overtuiging een Bijbels verantwoorde lijn. Ieder heeft daar zonder gewetensnood mee kunnen leven. Waarom nu dan niet meer?

Toen in 1983 voor het eerst een vrouw zich tot het hoofdbestuur wendde met het verzoek als lid van de partij toegelaten te worden, was het besluit volgens de notulen van 2 juli 1983: "Geantwoord zal worden dat dit naar de mening van het Hoofdbestuur niet kan." Dit was het duidelijke standpunt van het hoofdbestuur toen. In de HB-vergadering van 30 september 1983 bleek dat genoemd besluit niet was uitgevoerd. Toen werd besloten dat de betrokken dame zich had te wenden tot de Haagse kiesvereniging. Bekend was, dat de Haagse kiesvereniging toen de bepaling in haar plaatselijk reglement had, dat alleen mannen lid konden worden.

In de periode van 1983 tot augustus 1991 heeft deze zaak steeds de aandacht van het hoofdbestuur gehad. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in de bekende brief aan de kiesverenigingen van augustus 1991.

Daarin is duidelijk gesteld:

"Tot de conclusie dat het lidmaatschap van een vrouw van een kiesvereniging moet worden afgewezen, komt een meerderheid van het Hoofdbestuur op grond van het in 1, 2 en 3 gestelde (Bijbels gefundeerde argumenten); een minderheid komt daartoe op grond van het feit dat: a. vanouds de historische lijn in onze partij is gevolgd dat alleen mannen lid kunnen zijn van een kiesvereniging;

b. het volwaardig lidmaatschap in principe de mogelijkheid in zich heeft van het passief kiesrecht.

Ondanks de verschillen in motivering, is het hoofdbestuur tot dit standpunt gekomen, mede vanuit het verlangen de eenheid in de partij te bevorderen en polarisatie in eigen kring tegen te gaan."

Ik herinner mij de vergadering waarop deze tekst is vastgesteld nog levendig. Het hoofdbestuur stemde bijna unaniem in met deze formulering. Alleen de heer Boender heeft toen te kennen gegeven, het met deze brief niet eens te zijn. Daarom is het woord "unaniem", wat er eerst wel in stond weggelaten. Toch is toen ook van de heer Boender op geen enkele wijze gebleken dat het voor hem een zodanige gewetenszaak was, dat zijn plaats in het HB in het geding was.

Ondanks de verschillen in opvatting is deze brief in goede sfeer en grote mate van eensgezindheid opgesteld en de partij in gezonden. Waarom is het niet zo gebleven? Dat is mij eigenlijk nog steeds niet echt duidelijk. Ik betreur het in hoge mate dat we, terwijl we in de hoofdlijn gelijk denken en alleen in de uitwerking verschillen, elkaar toch niet vast hebben kunnen houden. Dat er daarom naar buiten een stuk verdeeldheid is gedemonstreerd, die zeer schadelijk is voor onze partij en de doorwerking van ons beginsel naar buiten.

Het op 25 september aanvaarde voorstel 2 is kennelijk de oorzaak van de ontstane verdeeldheid en gewetensnood. In dit voorstel wordt uitgesproken dat het lidmaatschap, zoals in onze statuten verwoord, vrouwen niet toekomt. Dat is niets anders dan hetgeen het hoofdbestuur in grote eensgezindheid in augustus 1991 aan de kiesverenigingen heeft laten weten. Vervolgens heeft de huishoudelijke vergadering zich op voorstel van het hoofdbestuur uitgesproken over vijf stellingen. Deze stellingen hebben alle een duidelijke relatie met het regeerambt.

en kan en mag op zich over deze tellingen van mening verschillen. ie ruimte was en is er duidelijk. Ze zijn niet onfeilbaar, ze zijn op zich niet onveranderlijk. Als op grond van Gods Woord aangetoond kan worden dat ze onjuist, of onvolledig zijn, moeten ze veranderd worden. Maar laat dat dan gebeuren. Laten we op een eerlijke en open wijze, elkaar vasthoudend in de hoofdzaak, met elkaar in gesprek blijven over de toepassing in de praktijk. Maar dat kan niet op een vruchtbare wijze gebeuren onder de dreiging van "heengaan". Naar mijn gevoel zijn we dan onverantwoord en onzuiver bezig en verliezen we het grote belang uit het oog. Dat deze dreiging er hing, in de periode voor 25 september, betreur ik in hoge mate. Evenzeer betreur ik het diep dat onze oud-voorzitter, nadat hij aanvankelijk de voorstellen van het HB openlijk verdedigde, door een persoonlijke brief aan de kiesverenigingen het roer radicaal omwierp. Aan de ene kant respecteer ik de gewetensnood waaruit deze brief voortkwam en begrijp ik de moeilijke positie waarin hij verkeerde. Anderzijds ware het mij zeer lief geweest als deze brief nooit verzonden ware. Deze brief heeft mijns inziens de polarisatie in eigen kring sterk bevorderd en de zaak tot proporties opgeblazen die ze niet had mogen en behoeven te hebben.

De vijf stellingen van voorstel 2 zijn vooral ook zo geformuleerd met het oog op voorstel 3. Daarin wordt het hoofdbestuur verzocht te komen met voorstellen waarin de betrokkenheid van de vrouw, zonodig in Statuten en Algemeen Reglement wordt geregeld. In voorstel 2 zijn de grenzen getrokken voor voorstel 3. Daarom mag en moet nu ernst gemaakt worden met de betrokkenheid van onze vrouwen en meisjes. Die betrokkenheid willen we dan ook stimuleren. Het hoofdbestuur heeft het voornemen daar in de nabije toekomst intensief mee bezig te zijn en hoopt zo spoedig mogelijk met concrete voorstellen te komen. We vra­ gen heel de partij daarin mee te denken.

Gezegende en gedegen invloed

Ook onze vrouwen en meisjes staan op posten waarop ze in belangrijke mate invloed uitoefenen op onze jeugd. Het is een goede zaak dat wij als partij ertoe bijdragen dat zij een gezegende en gedegen invloed uitoefenen. Hoeveel vrouwen en meisjes zijn werkzaam in het onderwijs, hoevelen bekleden soms belangrijke posten in het zakenleven en in ziekenhuizen. Bijna niet te overschatten is de invloed die moeders uitoefenen in hun gezin. Het is voor hen van groot belang dat zij de gevaren van de tijd waarin wij leven opmerken, dat zij de geesten beproeven, dat zij weerbaar gemaakt worden in die strijd der geesten. Dit is geheel in overeenstemming met de doelstelling van de SGP, zoals verwoord in artikel 3 "Haar streven is niet zozeer gericht op een meerderheid van kiezers, als wel op de handhaving en doorwerking van de beginselen door haar beleden." Van die beginselen moeten ook onze meisjes en vrouwen doortrokken worden.

Laten we daarom als mannen en vrouwen en jongeren, een ieder op de hem of haar door God gegeven plaats, elkaar vasthouden in de strijd tegen de geest van deze eeuw. We hebben allen alle reden ons voor de Heere te verootmoedigen. De ontwikkelingen van de laatste tijd in de partij moeten ons toch allen wel diep smarten. Dan is het wel nodig dat we, voor we anderen gaan beschuldigen, de hand in eigen boezem steken. En wie is dan niet melaats? Laat het gebed mogen vermenigvuldigen dat we met liefde vervuld en met ootmoed bekleed mogen worden. Opdat we. ook bij verschil van mening in sommige zaken, elkaar toch zoeken vast te houden in de hoofdzaak die ons samenbindt en de waarheid zouden betrachten in liefde. Het zal ons getuigenis naar buiten versterken.

We hebben elkaar in deze bange tijden zo nodig. Maar bovenal hebben we nodig dat de Heere ons vasthoudt en bewaart bij Zijn onfeilbaar en onveranderlijk Getuigenis. Dat wij ons niet door mensenvrees of dreigende vervolging laten beïnvloeden. Uiteindelijk is het DE HEERE Die regeert. Dat is de rust voor hen die waarlijk vastkleven aan Zijn Getuigenis. Wij leven in een tijd die steeds meer de trekken van de eindtijd vertoont. Een tijd waarin de tekenen van Jezus' wederkomst steeds duidelijker gehoord en gezien worden. Een tijd waarin zij die nog pal mogen staan voor de beginselen naar Gods Woord, steeds minder verdragen zullen worden. En toch: de HEERE regeert. Hij komt om de aarde te richten. Laten we in het besef van onze verantwoordelijkheid, in trouw aan Zijn Woord, Zijn komst verbeiden.

Elspeet

ds. DJ. Budding

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1993

De Banier | 20 Pagina's

VAN HET HOOFDBESTUUR

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1993

De Banier | 20 Pagina's