Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TEKST & UITLEG

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TEKST & UITLEG

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het was, als ik me niet vergis, begin 1989 dat de winkelsluitingswet de middenstanders mogelijkheden bood om de openingstijden van hun winkel te verlengen. Daarbij ging het niet alleen om verruiming op werkdagen, maar tevens werd openstelling op zondag mogelijk gemaakt. Zoals doorgaans met alle kwaad, werd hierbij niet direct al te hard van stapel gelopen. Aan het aantal zondagen dat de winkels open mochten, was een maximum verbonden van vier per jaar. De toenmalige staatssecretaris Van Zeil, verdedigde het voorstel met de mededeling dat die vier het absolute maximum zou zijn. Uitzonderingen waren alleen mogelijk voor toeristengemeenten.

Discussie

Ook toen was het de gemeenteraad die moest beslissen of gebruik gemaakt zou worden van deze mogelijkheden. Het ligt nog vers in mijn herinnering, de discussie over de instelling van de rustdag en Gods niet mis te verstane eis die dag te gedenken en te heiligen. Het zal ongetwijfeld plaatselijk verschillend zijn geweest, maar in onze gemeente stemde de hele CDA-fractie vóór. En de verantwoordelijke CDA-wethouder ging zelfs zover dat hij meende te moeten zeggen dat meegaan met het verzoek van de SGP-combinatie er toe zou kunnen leiden dat hij ook gehoor zou moeten geven aan het verzoek van een joodse groepering, als die sluiting op zaterdag eiste omdat die dag voor hen de sabbath, de rustdag is.

Dat kunnen discussies zijn die lang heugen. Daarin wordt iets zichtbaar van het feit dat mensen zich christelijk kunnen noemen en intussen innerlijk God en Zijn Woord vaarwel hebben gezegd. Die niets meer verstaan van de eis van Gods gebod die ligt op alle mensen. Slechts voor het persoonlijk leven heeft dat, naar hun zeggen, nog betekenis. Zelf, zeggen ze, zullen ze nooit op zondag naar de winkel gaan. Maar dat aan anderen opleggen is zo ongeveer vergelijkbaar met toestanden onder het oude communistische regiem.

Zondagsrust

Werkelijkheid

Toch kwam pas later het besef hoe theoretisch we met deze dingen bezig kunnen zijn. Van­ wege de in het geding zijnde zaken is er dan echt wel de wezenlijke betrokkenheid. Er werd over gepraat, thuis; in de fractie; op de kiesvereniging; 's zondags in de consistorie misschien wel. Hoe erg het is en hoe dat allemaal mogelijk is onder een (toen nog) christelijke regering. In een land waarin de God onzer vaderen betoond had dat Hij waarheid spreekt als Hij op het onderhouden van Zijn geboden Zijn zegen toezegt. Maar het bleef, hoe welgemeend ook, toch in zekere zin theoretisch, het bleef beschouwing. Weet u wanneer het pas echte werkelijkheid werd?

Toen we op een zondagmiddag in november ongewone drukte constateerden op het moment dat we als gezin naar de kerk liepen. Normaal gesproken komen we, hoewel in het centrum van ons dorp wonend, zelden iemand tegen. En nu moesten we tegen de mensenstroom in; het was druk op straat. De gemeenteraadsdiscussie was al weer maanden geleden en het kwam aanvankelijk in ons hoofd niet op wat de oorzaak van de drukte was. Maar het werd snel duidelijk. De winkels waren open! Op zondag! Persoonlijk heb ik dat toen als zeer ingrijpend ervaren. Veel meer aangrijpend dan op het moment dat het besluit werd genomen.

Bij het zien, werd het pas werkelijkheid.

Aansluiting

Nu, pakweg vijfjaar later, hebben we een paars kabinet. En met als opstapje de uitbreiding van vier naar acht winkel-zondagen wordt gesproken over onbeperkte mogelijkheden voor de middenstand om hun winkel op zondag te openen. Als de Heere het niet verhoedt zullen onze klein(e-) kinderen niet eens meer weten dat er ooit een tijd is geweest dat de winkels op zondag gesloten waren en dat de zondag een dag van algemene rust was. Hoe betrekkelijk en plaatselijk verschillend dat dan ook geweest moge zijn. Ook nu zal het misschien zo'n vaart (direct) nog niet lopen. Sociaal gezien hecht zelfs minister-president Kok nog aan de zondag als 'rustanker'. Maar als er geen betere argumenten zijn, is de vraag legaal: hoe lang nog?

De vorst der duisternis zal niet rusten voordat alles wat herinnert aan God en gebod zal zijn uitgeroeid. De dag des Heeren mag een dag worden om te kopen en te verkopen; Zijn Naam mag vrijelijk gelasterd; Zijn woord is straks alleen nog goed om misbruikt te worden in reclame-uitingen. Alles moet steeds meer deze wereld gelijkvormig worden. En dan 'wereld' te lezen als de wereld in haar Godc vijandige, verdorven aard. Van die wereld is de vorst der duisternis Overste. Deze verwereldlijking is een proces waarin een paars kabinet kan werken als katalysator, als procesversneller.

Maar ook daarbij moet gezegd dat er onder ons volk nauwelijks innerlijke weerstand gevonden wordt tegen wetsvoorstellen als deze. Het volk gaat vóór in verzaking van het vierde gebod. Massaal werd nagelaten de kerkedienst, of het predikambt en de scholen te onderhouden en, inzon­ derheid op de Sabbath, dat is, op de rustdag, tot de gemeente Gods naarstiglijk te komen, om Gods Woord te horen, de sacramenten te gebruiken, God den Heere openlijk aan te roepen en de armen christelijke handreiking te doen.

Waar dat moedwillig achterwege blijft, waar dat wordt veracht, wordt een voedingsbodem gekweekt voor een bij wet geregelde zondagsontheiliging die aansluit op de leefwereld van het publiek.

Protest

Er zal geprotesteerd worden, ook vanuit de politiek. Wij twijfelen niet of onze vertegenwoordigers zullen, waar ze er ook mee geconfronteerd worden, toornen tegen maatregelen als deze.Zij zullen er op wijzen dat eenmaal rekenschap gegeven zal moeten worden. Zo zij ontheiligen wat God heeft voorgeschreven; dan mogen zij gewis voor Zijne straffen beven.

Er zal geprotesteerd worden, ook vanuit het bedrijfsleven. Enkele reacties kregen wij reeds onder ogen. En wij doen niets af van de legaliteit van argumenten van sociale of praktische aard. Maar van harte spreken we de wens uit dat wat het zwaarste is, ook als het meest zwaarwegend naar voren zal worden gebracht. Het gaat primair om Gods Eer, omdat het gaat om Zijn dag. En nu zijn wij mensen niet zelden ook al zo werelds, dat we de argumenten waarvan wij hopen dat ze aansluiten bij die van anderen het liefst maar voorop stellen. Dan kunnen we de tegenstemmen bij elkaar optellen en nog een vuist(je) maken.

Nogmaals, het gebruiken van andere dan principiële argumenten is voluit legaal. Maar ze zijn in de onderlinge afweging nooit doorslaggevend. Hier geldt allereerst de eis van Gods gebod en de daaraan door Christus zelf verbonden rangorde om God lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf. Die rangorde bepale onze protest, zowel qua inhoud als qua houding. Daar komt de naaste niets aan tekort. Het aspect van rust-dag (sociaal!) is in het gebod van de zondagsheiliging zeer nadrukkelijk inbegrepen.

Dat alles neemt niet weg dat wij niet gering willen denken of gemakkelijk willen doen over degenen die er direct bij betrokken zijn. Het zal voor onze mensen niet moeilijk zijn te weten hoe ze hebben te handelen, maar daarmee is lang niet alles gezegd. Waar jarenlang hard voor gewerkt is, kan op deze wijze afgebroken worden. Hoe moet het dan? Weigeren er als personeel aan mee te werken zal op den duur niet meer getolereerd worden. Hoe moet het dan?

Onwillekeurig gaan onze gedachten naar Openbaring 13: 17 waar we lezen dat er een tijd zal komen waarin alleen degenen die de naam of het merkteken van het beest dragen nog maar mogen kopen en verkopen. Hoe moet het dan?

De onzekerheden zijn groot, de vragen vermenigvuldigen, de toekomst lijkt donker. Heere, waar dan heen? Tot U alleen!

Kennen we die weg? Hierboven citeerden we het eerste deel van de 38ste zondag van onze Heidelbergse Catechismus. Mogelijk hebt u naar vermogen betracht waar het daar over ging. Het predikambt en de scholen onderhouden, zondags en doordeweeks nooit uw plaats leeggelaten, naar vermogen de collectezak verzwaard, God de Heere aangeroepen en de sacramenten gebruikt. Maar dat alles had die rijke jongeling ook gedaan. Maar kunnen we het, ieder persoonlijk, de onderwijzer nazeggen: dat ik al de dagen van mijn leven van mijn boze werken ruste, de Heere door Zijn Geest in mij werken late en alzo de eeuwige Sabbath in

dit leven aanvange?

DN

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 oktober 1994

De Banier | 20 Pagina's

TEKST & UITLEG

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 oktober 1994

De Banier | 20 Pagina's