Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De SGP in de beklaagdenbank

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De SGP in de beklaagdenbank

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met enige regelmaat bereiken ons vragen over de stand van zaken met betrekking tot de verschillende (gerechtelijke) procedures waarbij de SGP als gevolg van het ingenomen standpunt t.a.v. het partijlidmaatschap voor vrouwen is betrokken. Voor alle duidelijkheid zetten we ze nog even voor u op een rijtje.

I. Oriënterend feitenonderzoek

Naar aanleiding van een tweetal aanklachten gelastte de Hoofdofficier van Justitie in Den Haag in juli 1994 een oriënterend feitenonderzoek. Deze aanklachten waren het gevolg van de besluitvorming van Putten-Il en de toelichting die daarop in een radio-interview werd gegeven door de toenmalige partijvoorzitter ds W.Chr.Hovius.

Het onderzoek richtte zich op de vraag of de SCJP zich door de uitspraak dat vrouwen geen lid konden worden, schuldig maakte aan discriminatie. Het resultaat van langdurig onderzoek was dat de Hoofdofficier vanjustitie eind juli 1994 meedeelde dat van strafbare feiten geen sprake was. Uitvoerig is daarover geschreven in De Banier van 18 augustus 1994.

Vervolgens heeft mevrY.Franssen, die één van de twee bovengenoemde aanklachten had ingediend, daartegen een klaagschrift ingediend waarin zij stelt dat de Officier van Justitie ten onrechte is overgegaan tot seponering van de klacht die zij indiende. Waarop zij het Gerechtshof verzocht heeft de Officier van Justitie de opdracht te geven een vervolging in te stellen tegen de SGP als rechtspersoon en haar bestuurders.

Hierover is nog geen uitspraak gedaan en daarmee is deze procedure dus nog niet ten einde.

II. De bodemprocedure

Nadat de reeds eerder genoemde mevr. Franssen in augustus 1993 vergeefs pogingen had ondernomen om via het Partijbureau ingeschreven te worden als lid van de SGP, meldde zij zich bij de voor haar dichtstbijzijnde kiesvereniging, die van Raamsdonksveer. Via het Hoofdbestuur(HB) is toen geantwoord dat haar verzoek om twee redenen niet ingewilligd kon worden. a. Op grond van de geografische afstand tussen haar woonplaats (Roermond) en de gemeente Raamsdonk. Volgens het HB kan in dit geval niet meer gesproken worden van een 'nabije kiesvereniging'. Daarbij zou dan bovendien nog sprake zijn van het overschrijden van provinciegrenzen. b. Als tweede reden werd aangegeven dat inschrijven als lid te Raamsdonk niet zou kunnen omdat iedere PKV zich dient te houden aan de statuten van de partij. En hoewel de statuten dat nog niet expliciet vermeldden, was toen de uitspraak wel gedaan dat het lidmaatschap, zoals in de partijstatuten verwoord, aan vrouwen niet toekomt.

Deze weigering toegelaten te worden als lid, is voor mevrouw Franssen reden geweest in juni 1994 een civiele gerechtelijke procedure (bodemprocedure) aanhangig te maken. Zij wendde zich daartoe tot een advocaat. Deze zond een dagvaarding naar de deurwaarder met het verzoek deze dagvaarding uit te brengen. Deze deurwaarder stond 15 juni j.l. op de stoep. Met de dagvaarding waarin (o.a.) werd geëist:

1. Gedaagde (de SGP) te veroordelen haar toe te laten als volwaardig lid binnen één week na betekening van het in deze te wijzen vonnis. 2. De SGP te veroordelen binnen één maand na betekening van het in deze te wijzen vonnis een partijvergadering bijeen te roepen, waarbij het besluit vrouwen op grond van hun geslacht uit te sluiten van het lidmaatschap ingetrokken dient te worden. 3. De SGP te veroordelen tot betaling van een dwangsom ter hoogte van ƒ 10.000, - voor elke dag dat zij hiertoe in gebreke blijft.

Inmiddels had het HB besloten zich juridisch te laten bijstaan door het advocatenkantoor Moree & Gelderblom te Rotterdam. Binnen dat kantoor houdt mr S.O.Voogt zich hoofdzakelijk met deze zaak bezig.

In deze procedure is nog geen uitspraak gedaan en vermoedelijk zal dat ook nog wel even op zich laten wachten. Eerst werd door de advocaat van mevr. Franssen een zogeheten 'conclusie van eis' opgesteld. Die komt in grote lijnen overeen met wat in de dagvaarding staat.

Hierop is gevolgd een 'conclusie van antwoord' van onze kant. Dat is eveneens een omvangrijk stuk geworden waarin alle argumenten van de eiser worden beschouwd en beoordeeld. Deze stukken liggen nu bij de rechter. Deze bekijkt vervolgens of de partijen al persoonlijk kunnen verschijnen. Volgt er geen vonnis, dan komt er nog eens een 'conclusiewisseling'. Het kan dus nog wel even aanlopen voordat daar een uitspraak over wordt gedaan.

III. Gelijke behandeling

et is geen overbodige luxe als we er binnen de partij van doordrongen zijn dat de pogingen om onze partij open te breken, niet gericht zijn op een of andere vorm van beperkt lidmaatschap. Uit alle eisen blijkt dat het gaat om een volwaardig lidmaatschap. Mevr Franssen moet Tweede-Kamerlid van de SGP kunnen worden! Zolang het lidmaatschap voor vrouwen niet mo- gelijk is, kan dat niet. Dus is hier de SGP, in haar ogen, in strijd met artikel la, lid 1 en 2, alsmede met artikel 2 van de Wet Gelijke Behandeling M/V. In die artikelen wordt gezegd dat er geen onderscheid gemaakt mag worden tussen mannen en vrouwen bij de aanstelling tot ambtenaar of indienstneming op arbeidsovereenkomst.

Ook mag geen onderscheid gemaakt worden tussen mannen en vrouwen in de voorwaarden voor de toegang en de mogelijkheden tot uitoefening van een 'vrij beroep'.

Met het bovenstaande heeft mevr.- Franssen zich gewend tot de Commissie Gelijke Behandeling M/V. Deze commissie is ingesteld om desgevraagd een oordeel te geven over het al dan niet strijdig zijn met de Wet Gelijke Behandeling. Mevr.Franssen is van mening dat de SGP, wanneer ze in haar standpunt volhardt, een met de wet strijdige organisatie is die door het O.M. ontbonden dient te worden.

U hebt in de krant kunnen lezen dat deze klacht inmiddels behandeld is door de genoemde commissie. In een openbare zitting op 8 december j.l. waren alle 'partijen' aanwezig: mevr.Franssen, vergezeld van haar advocate en de SGP met mr S.O.- Voogt. Maar, tot onze niet geringe verbazing, ook de 'Staat der Nederlanden'; vertegenwoordigd door twee juristes.

De verzoekster is namelijk van mening dat de Staat verantwoordelijk is voor de naleving van rechten, gegeven in de Wet Gelijke Behandeling. Als de Staat constateert dat het handelen van de SGP ongeoorloofde discriminatie oplevert, is zij gehouden de daartoe geëigende middelen te gebruiken.

De zitting

De commissie bestond uit een drietal personen: de voorzitter mevrouw Evenhuis, mevr. Goldschmitz en de heer Heeringa. Aan het begin van de zitting werd kort uitgelegd wat de bedoeling was. Alle partijen hadden uitgebreide schriftelijke stukken aangeleverd en de commissie wilde deze zitting benutten om vragen die bij hen waren gerezen of overgebleven na kennisneming daarvan, beantwoord te krijgen. Dat is ook gebeurd. Zowel de verzoekster als de wederpartijen zijn door de Commissie bevraagd.

Toen dat achter de rug was, heeft de voorzitter meegedeeld dat de Cx)mmissie vóór 1 januari 1995 uitspraak zal doen. Met nadruk werd deze datum genoemd omdat met ingang van het nieuwe jaar deze C^ommissie ophoudt te bestaan en vervangen wordt door een Commissie die geschoeid is op de leest van de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb). Twee van de drie huidige commissieleden zullen daarin geen zitting hebben. Vandaar dat de uitspraak nog dit jaar gedaan zal worden.

De administratieve afhandeling kon echter nog geruime tijd in beslag nemen. Het zal dan ook nog wel enige maanden duren voordat het oordeel van de commissie bekend is.

Leren

We zaten er met zeer gemengde gevoelens. Zo'n gevoel van: de SGP in de verdachtenbank. De eerlijkheid gebiedt ons overigens om hier direct aan toe te voegen dat de Commissie een grote mate van objectiviteit uitstraalde. Niet extra kritisch naar een van de partijen, niet stekelig of suggestief Dat maakte een positieve indruk. De Commissie heeft de regels waaraan zij moet toetsen ook niet zelf bedacht.

Heel duidelijk werd bovendien, en daar moeten we van leren, dat in juridische procedures wij ook juridisch beslagen ten ijs moeten komen. Niet dat we het daarvan moeten verwachten, maar het zijn wel de middelen die ons in dat opzicht gegeven zijn. Ook op andere terreinen van het leven gebruiken we middelen, in de wetenschap dat we uiteindelijk in en met alles afhankelijk zijn van de zegen des Heeren daarover. Commissieleden, rechters en andere met onderzoek belaste personen, hebben te toetsen aan wet- en regelgeving. Op dat terrein vindt de uitwisseling van argumenten plaats. Losvan eigen mening en al dan niet principiële stellingname of maatschappijbeschouwing. Om die reden maakt ook onze Partij gebruik van specifieke deskundigheid. Waarbij wij te allen tijde doordrongen moeten zijn van het besef dat God is Rechter, Die 't beslist. En dan hoefik niet ver van huis om te constateren dat er dikwijls meer mensenvrees is dan (iodsvreze, meer wantrouwen dan vertrouwen. Er ligt veel onderwijs in de wegen die de Heere met de SGP gaat. Al deze dingen moeten tot nadenken stemmen. 'En mijn geest doorzocht de reden; waarom God die tegenheden; mij in zulk een mate zond'.

DN

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1994

De Banier | 20 Pagina's

De SGP in de beklaagdenbank

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1994

De Banier | 20 Pagina's