Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TEKST & UITLEG

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TEKST & UITLEG

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De geest der eeuw

In het kader van de 'Huizinga-lezingen' aan de Leidse universiteit hield onlangs prof. dr. A.Th.van Deursen de voordracht: Huizinga en de geest der eeuw. J.Huizinga (1872-1945) was een vrijzinnig historicus die vooral in zijn laatste werken op klemmende wijze uitdrukking gaf aan zijn verontrusting over het verval van het waarden- en normbesef in de samenleving. Terugblikkend in de geschiedenis weet Van Deursen eigenlijk maar één boek te noemen waarin dat op vergelijkbare wijze aan de orde komt, en dat is 'Bezwaren tegen de geest der eeuw'V2in Da Costa. Het uitwerken van een zo actueel thema door twee principieel zo uiteenlopende figuren, bracht hem er toe deze analyses te vergelijken.

Da Costa

Isaac da Costa (1798-1860) is voor ons geen onbekende. In zijn 'Bezwaren tegen de geest der eeuw'houdx hij zijn geloofsgenoten de spiegel van het ware christendom voor. Zij willen christen heten, maar dienen in werkelijkheid andere goden. En het centrale punt van zijn kritiek is de drang van de mens naar autonomie. Hij ontkent dat mensen vrij zijn om de samenleving in te richten naar eigen believen. Het is een heilloze weg als beslissingen genomen worden bij meerderheid van stemmen, los van de normering ons in Gods Woord gegeven. Een publieke opinie die op zichzelf is aangewezen, kiest doorgaans verkeerd omdat wat hij noemt: 'de geliefkoosde gevoelens van een wufte menigte' de hoogste norm wordt.

Dat was ook in die dagen tegen het zere been. Men vond dat daardoor de basis van de democratie werd aangetast. En de verlichte burgers twijfelden niet aan de waarde van de christelijke moraal die door de rede was beproefd en in orde bevonden. De geest der eeuw mocht dan gestempeld zijn door Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap, maar voor de doorsnee christen in die dagen was dat een positieve zaak.

Huizinga

En dan, ruim honderd jaar later, Huizinga die constateert dat bijna alles wat eenmaal vast en heilig scheen, wankel is geworden. Da Costa's schrikbeeld is werkelijkheid geworden. De geest der eeuw is doorgebroken. Het materiële gaat overheersen en de beheersing ontbreekt.

Voor waarschuwingen was het toen nog niet te laat. De christelijke zedenwet had weliswaar voor velen haar gezag verloren, maar dat had geen directe praktische gevolgen. Men bleef zich naar de oude regel gedragen. Maar dat rustte enkel op gewoonte, niet langer op innerlijke overtuiging! Het laat zich denken dat er dan niet veel meer nodig is om de waarde van de oude normen na verloop van tijd te ontkennen. Daarom, aldus Huizinga, is deze crisis ernstiger dan alle grote omwentelingen in het verleden.

Nu worden de grondslagen van de samenleving bedreigd omdat de moderne cultuur tekort schiet in een onmisbare voorwaarde voor een gezonde samenleving: het hebben van een hoger ideaal. Voor oudere generaties was dat de ere Gods. Maar de geest van de tijd, zegt Huizinga, (de geest der eeuw zei Da Costa) spoort de mensen aan hun lot zelf in handen te nemen. Daarbij verdwijnt het bovennatuurlijke geheel uit het gezichtsveld. Want wat blijft er dan aan cultuur over? Niet meer dan de idealen die de holbewoner in principe reeds kende: welstand, macht en veiligheid.

Vervolg op pagina 4 Remedie

De remedie tegen de geconstateerde kwalen zag Huizinga niet puur in het menselijk verstand. De rede heeft het geloof bestreden en ze meende zelfs dat te hebben overwonnen. Maar, zo betoogt Huizinga, redelijkheid is alleen veilig op de grondslag van een absoluut waarheidsbegrip. Het gaat erom de eeuwige waarden te (her)vinden. Waarden die onaantastbaar zijn voor de stroom van ontwikkeling en verandering.

En daarin zit hij op één lijn met Da Costa. Noemde de laatste de mensen wuft, Huizinga spreekt over 'boosaardig en dom'. Met de autonome mens komen we er dus niet. De mens heeft een radicale ommekeer nodig en moet terug naar wat hij verloren heeft. En dan komt de vrijzinnige Huizinga min of meer tot een pleidooi voor terugkeer naar christelijke levenswaarden. Hij prijst hen gelukkig die de naam willen dragen van Hem die sprak: 'Ik hen de Weg, de Waarheiden het Leven. 'Maar tegelijk geeft hij daarbij aan het irreëel te achten dat de mens opnieuw zal gaan leven bij kruisdood, opstanding, uitverkiezing en oordeel. De moderne mens is teveel ingesteld op het genieten. Er is dus een geneesmiddel, maar de moderne mens weigert dat in te nemen, omdat het hem niet smaakt. Uiteindelijk moet dan de conclusie zijn dat de mensheid ten dode is opgeschreven. De beschaving gaat ten onder door mensen van kwade wil; redding is alleen mogelijk door een radicale ommekeer. Maar daarin heeft de mens geen zin. Dus is haar lot bezegeld. Tenzij .... 'Gij heweegt mij hijna een christen te worden'. Zover kwam Agrippa en zover lijkt soms Huizinga te komen. Radicale ommekeer, wij zouden zeggen 'waarachtige bekering', is onmisbaar nodig voor wat hij noemt: leven uit genade en streven naar verlossing. De constatering dat de mens daar zelf niet aan wil, zou moeten leiden tot de erkentenis dat daar dus hogere, ja Goddelijke krachten toe nodig zijn. De kwaal wordt aangewezen, de juiste diagnose gesteld, maar uiteindelijk wordt toch ook door Huizinga de enige remedie niet aangewezen. De mens wordt teruggeworpen op zichzelf: 'Ieder voor zich, elk voor zijn eigen nietige persoonlijkheid, moet hlijven streven naar verbetering van het ideaal, naar een maatschappij van liefde en barmhartigheid'. In dat verband spreekt Huizinga over 'mensen van goeden wille'.

Hedendaagse werkelijkheid

Aan het einde van zijn lezing gaat Van Deursen de uitgesproken verwachtingen toetsen aan het heden. Hij constateert dat zelfs een optimistische visie op onze samenleving niet kan leiden tot de bewering dat de deugd van zelfbeheersing in mime mate wordt beoefend. Integendeel, alle onderscheid tussen goed en kwaad vervaagt. Alles is gericht op het aardstijdelijke, op het hier en nu. Er zijn geen vaststaande, tijdloze normen en waarden. Integendeel, normen en waarden komen voort uit de maatschappelijke discussie en veranderen met de opvattingen binnen de samenleving mee.

En daarmee zijn we terug bij Da Costa's meerderheidsmacht. De helft plus één bepaalt wat recht en zedelijk is. Dat is de 'geest der eeuw'. Daarin zijn Da Costa en Huizinga het eens. Een samenleving waarin de normen schuiven, geeft zichzelf aan ontreddering prijs. Is een norm niet absoluut, dan bestaat ze niet. Dan geeft de regel die wij bedenken de hoogste maat aan. Maar dan ook slechts zolang daarvoor een meerderheid te vinden is. Blijkt de meerderheid afkerig van vrijheid, gelijkheid en broederschap, en geeft ze de voorkeur aan onvrijheid, ongelijkheid en vijandschap, dan wordt dat laatste de nieuwe norm. De toepassing richting artikel 1 van de Grondwet is hier niet moeilijk te maken.

Geest tegen geest

Ook al voelen wij ons doorgaans meer slachtoffer dan dader, wij hebben ook als staatkundig-gereformeerden geen enkele reden om aan te nemen dat wij alleen maar toeschouwer zijn bij de processen zoals ze beschreven werden door Da Costa en Huizinga. Wij staan niet alleen in deze tegenwoordige wereld, maar van nature zijn ook wij van deze wereld. Ook voor ons is die radicale ommekeer noodzakelijk. De tijdgeest zal ook in ons leven overwonnen moeten worden door de onwederstandelijke werking van de Heilige Geest. Zonder dat is alle verschil in handel of wandel, in daad of praat, niet meer dan gradueel. Het gaat om het wezen. Ook wij staan bloot aan de tijdgeest. Als bij ons de norm niet lééft, zal ze geen stand houden maar ook gaan schuiven. Waar de norm niet meer is dan vorm, zal ze gedegradeerd worden tot traditie. Dan blijft het nog een poosje nuttig, maar dan is ze niet strikt noodzakelijk meer En zo glijden we af, langzaam maar ook zeker.

De geest der eeuw, de tijdgeest is niet te stuiten; akhans niet in eigen kracht. De weg die Huizinga wijst is een heilloze weg, een onbegaanbare weg. Er is maar één weg. De weg van de meest radicale ommekeer, de weg van de waarachtige bekering. Geest tegen geest. Alleen dan legt de dood het af tegen het Leven.

DN

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 1995

De Banier | 20 Pagina's

TEKST & UITLEG

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 1995

De Banier | 20 Pagina's