Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Commissie Onderzoek Stemmenverlies

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Commissie Onderzoek Stemmenverlies

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

BELEIDSAANBEVELINGEN

1. De komende jaren zijn voor de SGP van caiciaal belang. De SGP moet zich duidelijker profileren als een interkerkelijke partij, waarin voluit plaats is voor een ieder die de Bijbel en de gereformeerde belijdenis onderschrijft en instemt met het beginselprogram van de partij. Het hoofdbestuur dient te bevorderen dat er binnen de partij ruimte is voor het naast elkaar bestaan van verschillen van inzicht die liggen binnen de begrenzingen van het beginselprogram. De wederzijdse acceptatie van en de onderlinge communicatie tussen de diverse flanken van de partij moet actief worden gestimuleerd. De negatieve beeldvorming van de SGP moet worden doorbroken.

2. Het hoofdbestuur zal zich moeten bezinnen op wegen en middelen om de participatie van alle leden in het werk van de kiesverenigingen te bevorderen. Daarnaast mag van de partij in al haar geledingen worden verwacht dat ze in haar beleid waar mogelijk de bereidheid toont rekening te houden met de inzichten en gevoelens van mensen die geen partijlid zijn, maar wel tot de achterban van de partij mogen worden gerekend.

3. Bij discussies in de partij over controversiële zaken moeten degenen die zich daarbij betrokken voelen een reële mogelijkheid hebben hun inbreng te leveren. Daarbij dient een brede consensus nagestreefd te worden. Ook al zal het uiteindelijke besluit naar alle waarschijnlijkheid nooit iedereen kunnen bevredigen, de kans is dan toch het grootst dat men het genomen besluit accepteert. Dat laatste mag zeker van de leden van het hoofdbestuur worden gevraagd.

4. Het is van belang op korte termijn tot een regeling van een substantiële betrokkenheid van de vrouw bij de partij te komen, die door brede lagen van de achterban van de SGP gedragen wordt.

5. Hoofdbestuursleden dienen niet alleen te fungeren als representant van een bepaald (kerkelijk) segment van de achterban. Zij moeten politieke betrokkenheid tonen en voldoende tijd hebben om hun werk als hoofdbestuurslid te verrichten.

6. Hoofdbestuursleden en SGP-ers in vertegenwoordigende functies dienen zich terughoudend op te stellen ten aanzien van kerkelijke controversen in de achterban van de SGP. Zij dienen zich niet negatief uit te laten over bepaalde segmenten van die achterban.

7. Kiezers uit hervormde en christelijke gereformeerde kringen blijken bij de laatste Kamerverkiezingen meer dan gemiddeld de overstap naar een andere partij te hebben gemaakt. Het is en blijft daarom van het allergrootste belang om leden uit deze kerken in de partij naar voren te schuiven, waardoor de SGP voor de hervormde en christelijke gereformeerde kiezers meer identificatiefiguren tek. Dit dient

De uitslag van de Tweede-KamerverMezingen van 1994 was aanleiding voor het Hoofdbestuur om een comnjissie in het leven te roepen die aJs opdracht kreeg; "Het anaiysereft van bet stemmenverlies bij de Tweede Kamenxrkiezingen van 3 mei 1994 en het etémseren van het Hoofdbestuur in hoeverre bet mogelijk is om de dalende lijn die hierin zichtbaar wordt, tn positieve zin om ie buigen. Een en ander binnen de kaders die daartoe door het Hoofdbestuur zijn gesteld." Door onvooiziene omstandigheden kon de commissie pas enkele maanden na haar installatie echt beginnen met het onderzoek. Enkele maanden geleden verscheen het eindrapport, vergezeld van een achtttJental aanbeveliogexï. Aangezien over de eindtekst van het rapport geen volledige overeenstemming bereikt kon worden tossen het Hoofdbestuur en de commissie, is besloten de aanbevelingen van de conunissie te publiceren Jn De Baniar en deze te voorzien van een reactie daarop van het Hoofdbestmir. Het uitgebreide rapport van de commissie is overigens voor alle belangstellenden, tegen vergoeding van de onkosteOj beschikbaar op het partijbureau. Op de hiernavolgende pagina's vindt u dus de aanbevelingen zoals deze werden gedaan door de comimssie, alsmede de teaaie daarop van het Hoofdbestuur. Bij deze reactie is telkens tussen haakjes (.., ) aangegeven op welke beleidsaanbeveling dit gedeelte van de reactie betrekking heeft.

ook in bezetting van de kanshebbende plaatsen op de kandidatenlijst tot uitdmkking te komen.

8. De voorzitter van de Tweede-Kamerfractie is de politieke leider van de SGP. Hij dient te beschikken over een ruim mandaat om zich in interne partijdiscussies te kunnen mengen. Hij is het boegbeeld van de partij en moet op een overtuigende wijze functioneren als aanspreekpunt naar binnen en naar buiten.

9. De SGP moet zich beraden op haar eigen organisatie en functioneren als politieke partij. Een meer professionele aanpak van de organisatie en van de procedures van besluitvorming is gewenst. Daarbij moet onder meer een landelijk lidmaatschap worden overwogen. Om het contact met de leden te onderhouden, dienen de mogelijkheden om het lidmaatschap te koppelen aan het ontvangen van een partij-orgaan worden onderzocht.

10. Ook buiten de verkiezingscampagnes om zou de SGP regionale bijeenkomsten moeten beleggen, waarop kamerleden actuele politieke thema's op een praktische en principiële wijze aan de orde stellen.

11 De SGP moet zich voortdurend bezinnen op nieuwe mogelijkheden en middelen waardoor de partij door belangrijke delen van de achterban, zoals studerende jongeren en het afgesmdeerde kader, als een uitdaging wordt gezien en beleefd.

De Banier, het officiële partij-orgaan, moet meer bijdragen aan de politieke gedachtenwisseling en meningsvorming in de partij.

12 De toenemende rol van radio en televisie in de verkiezingscampagne en bij de politieke discussie in het algemeen, plaatst de SGP in een ongunstige positie ten opzichte van RPF en GPV. Dit betekent dat de partij, met inachtneming van de legitieme bezwaren die in de achterban met name ten aanzien van de televisie leven, zorgvuldig met deze problematiek dient om te gaan. Het behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van de SGP-vertegenwoordigers om, serieus rekening houdend met de genoemde bezwaren, al dan niet te participeren in radio-en televisie-uitzendingen.

13 De SGP en haar vertegenwoordigers (ook staten-en raadsleden) dienen meer aandacht te besteden aan de beeldvorming. Daarbij moeten hun deskundigheid en inzet naar buiten worden gebracht, zonder dat de aandacht verschuift van de boodschap naar de boodschapper.

14 Het is voor de SGP van blijvend belang om de noodzaak van christelijke politiek gebaseerd op artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis te beklemtonen. Voor deze fundamentele zaak dient ook in de periode aissen de verkiezingen aandacht te worden gevraagd.

15 In haar relatie tot de RPF en het GPV moet de SGP aandacht vragen voor zowel de verschillen als de overeenkomsten met beide partijen. Daarbij moeten de principiële "meerwaarde" van de SGP en de verschillen qua geestelijke achtergrond met RPF en GPV duidelijker naar voren worden gebracht. Tegelijk blijft in onze geseculariseerde samenleving de noodzaak aanwezig om (waar mogelijk) samenwerking te zoeken met deze partijen.

16. Zeker de eerste drie kandidaten op de lijst moeten voor de hele partij re-

Vervolg op pagina 10 presentatief en herkenbaar zijn. Daarbij moet gelet worden op hun kerkverband, maar ook op hun leeftijd, opleiding en ervaring, zodat in de fractie personen van verschillende generaties en met uiteenlopende deskundigheden zitting hebben.

17. De aparte procedure inzake de aanwijzing van de lijstaanvoerder is een goede zaak. Daarnaast is het wenselijk dat het hoofdbestuur samen met de raad van advies aan de kiesverenigingen tijdig een gemotiveerd voorstel (inclusief vermelding van namen) doet toekomen met betrekking tot de bezetting van de plaatsen twee tot en met zes van de lijst.

18 Nu de Tweede-Kamerfractie teruggevallen is op twee zetels, is het van belang dat de fractie-ondersteuning zoveel mogelijk op het oude peil wordt gehandhaafd.

Reactie van het Hoofdbestuur van de SGP op het rapport van de Commissie Onderzoek Stemmenverlies 1994

Na de voor de Staatkundig Gereformeerde Partij teleurstellende uitslag van de Tweede- Kamerverkiezingen van mei 1994 heeft het Hoofdbestuur een commissie samengesteld die de opdracht kreeg het stemmenverlies te analyseren en het Hoofdbestuur te adviseren in hoeverre het mogelijk zou zijn om de dalende lijn die daarin zichtbaar werd, in positieve zin om te buigen.

De commissie heeft deze opdracht inmiddels uitgevoerd en haar bevindingen neergelegd in een rapport. Het Hoofdbestuur heeft daarvan met belangstelling kennis genomen en komt na grondige bestudering en bespreking tot de volgende reactie.

Het is niet de bedoeling het rapport alinea voor alinea te bespreken en van commentaar te voorzien. Er zal uitsluitend worden ingegaan op de onderdelen waarvan het Hoofdbestuur zich genoodzaakt voelde te reageren. Het nadeel daarvan is dat de indruk gewekt zou kunnen worden dat alleen die onderdelen de aandacht krijgen en dat de kritiek overheerst. Maar uit de reactie op de aanbevelingen wordt hopelijk duidelijk dat er veel in dit rapport geschreven staat waarin het Hoofdbestuur zich kan vinden en waarmee zij ook haar winst wil doen.

Zo bestaat in principe geen verschil van inzicht tussen de commissie en het Hoofdbestuur als het gaat over hetgeen dit rapport signaleert met betrekking tot de maatschappelijke ontwikkelingen, het loslaten van de op Gods Woord gegronde normen en waarden en de gevolgen daarvan voor de beeldvorming rond de partij en de door haar ingenomen standpunten.

De analyse

Bij het analyseren van de oorzaken van het stemmenverlies heeft de commissie gebruik gemaakt van een enquête die voor een belangrijk deel selectief verzonden is aan mensen waarvan op voorhand vaststond dat zij kritisch stonden tegenover de SGP of tegenover wezenlijke onderdelen van het SGPpartijbeleid. Deze benadering maakte de uitslag van de enquête en daarmee ook een gedeelte van de analyse wel erg voorspelbaar èn eenzijdig.

De uitslag van deze verkiezingen wordt 'historisch' genoemd. Waarschijnlijk vanwege het feit dat het stemmenverlies gepaard ging met het verlies van de derde zetel. Een ver­ lies dat vanzelfsprekend ook door het Hoofdbestuur diep wordt betreurd. Toch kan enige nuchterheid met betrekking tot dat zetelveriies ook geen kwaad. De in het rapport genoemde cijfers tonen aan dat er bij deze verkiezingen geen sprake is van een exorbitante procentuele achteruitgang. In 1981 en in 1986 was die bijvoorbeeld groter en ook het verlies in aantal stemmen was in 1982 hoger dan in 1994.

Wat dat betreft werd reeds in het Rapport Onderzoek Stemmenverlies 1982 geconstateerd dat 'ondubbelzinnig vaststaat dat zowel in absolute aantallen als in percentage het aantal SGP-stemmen terugloopt, en wel zo aanzienlijk dat de 3e zetel in de Tweede Kamer reëel in gevaar is'.

Als er in het rapport sprake is van 'partijverlaters' dan wordt uitsluitend gesproken over degenen die zijn gaan stemmen op CDA, GPV of RPF. De categorie niet-stemmers is geheel buiten beschouwing gelaten. Het Hoofdbestuur acht dat niet juist, zeker niet gezien het feit dat ons ook daarover signalen hebben bereikt.

Aanbevelingen

Na de meer algemene analyse die het rapport geeft van de taak en de plaats van de SGP in de huidige samenleving, wordt het functioneren van de partij, het functioneren van de Tweede-Kamerfractie en de gevoerde verkiezingscampagne besproken naar aanleiding van de gegevens die de ingevuld terugontvangen enquêteformulieren hebben opgeleverd. Deze analyse wordt aan het eind van het rapport vertaald in een achttiental beleidsaanbevelingen. In de verdere reactie zullen wij ons in hoofdzaak bepalen tot de aanbevelingen aangezien deze gezien kunnen worden als een puntsgewijze samenvatting van het rapport.

Bevorderen wederzijdse acceptatie

Het Hoofdbestuur ckent dat het tot zijn taak gerekend mag worden om binnen de principiële kaders het gemeenschappelijke te benadrukken en te bevorderen dat er binnen de partij ruimte is voor een verschillend denken over zaken die niet tot het wezen van de Staatkundig Gereformeerde Partij behoren.

Wederzijdse acceptatie kan gestimuleerd worden door met elkaar over de verschillen van gedachten te wisselen. Het congres tussen partijkader en partij vertegenwoordigers, dat D.V. 29 september gehouden zal worden, lijkt daarvoor o.a. een bruikbare aanzet. Daarnaast kan gewezen worden de pogingen het lidmaatschap van de Partij te koppelen aan het ontvangen van het partijorgaan en de plarmen voor een meer open opzet van de jaariijkse Algemene Vergadering. (1,2,3,9, 10, 11.)

Betrokkenheid van de vrouw

D.V. zal het Hoofdbestuur medio september 1995 de uitwerking van de besluitvorming van Putten-II aan de kiesverenigingen ter bespreking toezenden. Deze uitwerking van de substantiële betrokkenheid zal door het Hoofdbestuur begeleid worden door het beleggen van regionale toelichtingsavonden voor bestuursleden of afgevaardigden van de kiesverenigingen. Bij de uitwerking hiervan is het de begeerte geweest Gods Woord als richtsnoer bepalend te laten zijn voor de begrenzing van deze betrokkenheid. Het Hoofdbestuur heeft er vertrouwen in dat genoemde uitwerking door brede lagen van de achterban van de SGP wordt gedragen, hoewel dat in de principiële overwegingen geen argument is geweest. (4, 1, 2, 3.)

Functioneren van Partij en Hoofdbestuur

Bezinning op de organisatie en het functioneren van de Partij is een zaak die doorlopend de aandaéht heeft van het Hoofdbestuur. Zonfc daarmee te zeggen dat nu alles afdoende geregeld is, kan gewezen worden op de recent vastgestelde aanpassingen in procedures van besluitvorming.

Dezelfde bezinning is er ook inzake het functioneren van het Hoofdbestuur zelf. Het is duidelijk dat het HBlidmaatschap een relatief tijdrovende bestuursfunctie is. Daar wordt op gewezen bij het benaderen van de kandidaten voor het Hoofdbestuur.

Het rapport maakt niet duidelijk dat er reden is voor de opmerking dat hoofdbestuursleden alleen fungeren als representant van een bepaald (kerkelijk) segment van de achterban. Hetzelfde kan gezegd worden met betrekking tot de aanbeveling betreffende de houding ten opzichte van kerkelijke controversen. (5, 6, 9.)

Samenstelling Kandidatenlijst

Met verbazing heeft het Hoofdbestuur kennis genomen van de conclusie dat kiezers uit hervormd-gereformeerde en cliristelijk-gereformeerde kring zich beter zouden moeten kunnen herkermen in de top van de lijst. Zeker wanneer bij deze beschouwing ook andere landelijke kandidatenlijsten betrokken worden, is het duidelijk dat daarbij sprake is van een aantoonbaar foutieve beeldvorming. Binnen de beperkte mogelijkheden die onze partij heeft, is nauwelijks een andere of betere verdeling mogelijk. Het vaststeUen van kandidatenlijsten is een zaak die grote zorgvuldigheid vereist. Daarbij zal, naast de vereiste bekwaamheid, rekening gehouden moeten worden met de kerkelijke

Vervolg op pagina 12 Secularisatie

achtergrond en de leeftijd van de kandidaten. Ook een zekere regionale spreiding is van belang. Het Hoofdbestuur is voornemens zich vroegtijdig hierop te bezinnen en, zonder de daartoe vastgestelde prc^cedures geweld aan te doen, daarin zonodig richtinggevend te handelen.

(7, 16, 17.)

Optreden fractievoorzitter

Enige tegenstrijdigheid valt te signaleren inzake de verhouding tussen de fractieleider en het Hoofdbestuur. Enerzijds wordt gepleit voor een stimuleren van de discussie tussen beiden en anderzijds wordt aangedrongen op dernoodzakelijkheid van eenheid in het optreden naar buiten. Naar de mening van het Hoofdbestuur heeft de voorzitter van onze Tweede- Kamerfractie voldoende mandaat voor zijn spreken zowel in als buiten de partij.

(8, 3)

Gebaiik van de media

In een tweetal artikelen in het partijorgaan De Banier is vrij recent (24-11 en 8 12-1994) uiteengezet welke beleidslijn het HB hanteert ten aanzien van de media radio en televisie in de politiek. Het Hoofdbestuur is van mening dat de op dit onderwerp betrekking hebbende beleidsaanbeveling van de commissie een veel ruimere interpretatie toelaat. Om die reden wijst het Hoofdbestuur deze van de hand.

(12)

Het principe in de praktijk

Het Hoofdbesaiur onderschrijft de noodzakelijkheid van deskundigheid en inzet. Datzelfde geld uiteraard voor het beklemtonen van de noodzaak van christelijke politiek gebaseerd op artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, ook in de periode tus­ sen de verkiezingen. Daarbij denkt het Hoofdbestuur in eerste instantie meer aan deskundigheid die voortkomt uit een innerlijk verstaan van onze grondslag dan aan een hoge graad van scholing van haar vertegenwoordigers. De SGP staat voor de taak duidelijk te maken waar zij staat, ook ten opzichte van GPV en RPF.

Ondanks het vele gemeenschappelijke, zijn er fundamentele en principiële verschillen. Voor de begrenzing van de samenwerking,sverbanden verw-'ijst het Hoofdbestuur naar recente besluitvorming en de toelichting daarop.(De Banier, 7 juli 1994).

Het Hoofdbestuur heeft een aantal maatregelen genomen die er op gericht zijn de fractie-ondersteuning te handhaven op het niveau van voor de verkiezingen.

(13, 14, 15 en 18.)

Zonder iets af te doen aan de in het rapport genoemde oorzaken van het stemmenverlies, zal het goed zijn te bedenken dat hiermee niet alles is gezegd. Er zijn beslist ook oorzaken die in de beantwoording van de enquête-vragen niet of nauwelijks aan de orde kwamen. Daarbij kan gedacht worden aan het feit dat ook in de SGPachterban het aantal thuisblijvers steeds groter wordt. Niet alleen vanuit gemakzucht, maar ook vanwege ongenoegen over de opstelling van de partij ten aanzien van kwesties waarin anderen juist verruiming zoeken. Het mediabeleid, de vrouwenkwestie en de Euroverkiezingen.

Oproep

Daarnaast is ook het feit dat zich in gemeenten waarin de SGP-achterban voornamelijk bestaat uit kiezers uit hervormd-gereformeerde kring een meer dan gemiddeld stemmenverlies voordeed, mede toe te schrijven aan de pregnante uitspraken die meer of minder invloedrijke predikanten uit die kring deden over hun voorgenomen stemgedrag, waarin ze openlijk min of meer afstand namen van de SGP. Aan deze constatering wil het Hoofdbestuur graag de hartelijke oproep verbinden om bijzaken van hoofdzaken te scheiden en te zien op datgene wat ons samen zou moeten binden; de grondslag en de doelstelling van de Staatkundig Gereformeerde Partij. En dat niet omwille van de partij, maar vanwege het beginsel en de daaraan verbonden ere Gods.

Tenslotte dient er voor gewaakt te worden dat in dit alles niet te veel gekeken wordt naar de onder ons veelvuldig aan de orde zijnde discussiepunten en daarentegen te weinig naar de interne secularisatie. Het veranderend geestelijk klimaat en de interne uitholling in onze eigen achterban is van grote invloed. Binnen de gereformeerde gezindte ontstaat ook meer en meer de neiging alles te relativeren. Het loslaten van de SGP en haar beginselen als gevolg van de vrouwenkwestie bijvoorbeeld, is daarvan een symptoom. Het onderkennen daarvan is voor de toekomst van groot belang. Het vereist bezinning op de identiteitscrisis en de gevolgen daarvan.

's-Gravenhage, september 1995 Het Hoofdbestuur

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 september 1995

De Banier | 20 Pagina's

Commissie Onderzoek Stemmenverlies

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 september 1995

De Banier | 20 Pagina's