Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een vreemdeling op de aarde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een vreemdeling op de aarde

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg UAV geboden voor mij niet."

Psalm 119: 19

De dichter \'an deze psalm is \\ cl in de wereld, maar niet van de \\ ereld. 1 )aarom \ < )elt hij zich op deze wereld niet thuis. Hij \-«elt zich een vreemdeling. En dat is wederzijds, want de inwoners van deze wereld weten met hem ook geen raad. Ze kunnen met hem niet overweg. Ze komen dan ook herhaaldelijk met elkaar in botsing.

..Ik ben een vreemdeling op de aarde." Moeten we dit verstaan als een klacht? Of als een \ erzuchting? Neen; dit is geen klacht, maar een belijdenis! En hij .staat daarin niet alleen. 'VCant er zijn nog meer mensen, die zich \'reemdeling gevoelen op deze wereld. En daar \oelt hij zich bij thuis. Zij begrijpen elkaar en zoeken elkaar op. Hij voelt zich thuis bij de geloofshelden. genoemd in Hebr. 11. \'an hen wordt gezegd dat zij ..beleden hebben, dat zij gasten en vreemdelingen op de aarde waren." En vervolgens staat er: ..want die zulke dingen zeggen, betonen klaarlijk, dat zij een vaderland zoeken." Het zijn pelgrims, die op reis zijn naar een beter v'aderland. De wereld zegt: wat hebben zulke mensen nu aan hun leven. Ze mogen dit niet en daar mogen ze niet heen. Wat een saai leven. In zo'n .sfeer kan ik me onmogelijk thuisvoelen.

David, de dichter van deze psalm, voelt zich helemaal niet ongelukkig. Hij heeft maar één begeerte. En dat is een kostelijke begeerte, tevens het geheim van zijn leven. Hij vraagt: Heere, „verberg Uw geboden voor mij niet." Met „Uw geboden" bedoelt hij: het Woord Gods. In heel de 119*-' psalm wordt de voortreffelijkheid van Gods Wcjord bezongen en dat Woord van God wordt met verschillende benamingen aangeduid. Zo heeft David het over Gods wet, inzettingen, bevelen, getuigeni.ssen, wegen enz. Het Woord van Gcxl nu acht David de grocjtste schat. Elders zegt hij: .,Uwe inzettingen zijn mijn vermaking de ganse dag," „Uit al de schat van 't grote wereldrond, is nooit de vreugd in mijn gemoed gerezen, die ik steeds in Uw getuigenissen vond, door mij betracht en and'ren aangeprezen." Op iedere bladzijde van Gods Woord kunnen we de I leere Jezus zien. David had Hem nodig gekregen; als Borg voor zijn ziel. Als een arme en verlorene in zichzelf mocht hij het leven \'inden in I lem, Die gezegd heeft: „Ik ben de Weg. de Waarheid en het Leven." Nu is hij arm en toch rijk. bedroefd en nochtans blijde.

David heeft dat nieuwe leven niet te danken aan zichzelf, maar aan Christus, Die de dood daarvoor in moest gaan. Hij moest zeggen: „De vossen hebben holen en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des Mensen heeft niets waarop Hij het Hoofd neerlegge." Als een vreemdeling is I lij gehaat met een volkomen haat en tenslotte aan het kmishout genageld.

Niet uit de wereld

P"'W e hebben Mij gehaat, ze zullen Ér ook u haten." „Ik ben een » <^ vreemdeling op de aarde." Nee, dat wil niet zeggen, dat we 'vreemd' gaan doen. Dat houdt niet in, dat we ons uit de wereld moeten teixigtrekken. De beste christen is ook de beste staatsburger. Het dagelijkse v\erk is geen drukkende last, maar goddelijke roeping. De wereld gebruikende, als niet misbaiikende. Voor alle aardse zegeningen mogen en moeten we de Heere erkennen. De vreemdelingen op aarde gevoelen zo het gemis aan heiligheid. Zij betrachten hierin ook hun vreemdelingschap. dat ze de wereld gaan ver­ zaken. In Zichzelf zien ze niet, dat ze daarin \'orderingen maken. Hoe meer ze zich vreemdeling ge\'oelen. des te \erder leven ze bij de wereld vandaan. Des te meer wordt htm hart heengetrokken naar het vaderland hierboven. De Heere leidt hen wel eens op de top van de berg Nebo en laat hen een blik slaan o\'erde doodsjordaan naar het Kanaiin der rust. De klacht vandaag is, dat de levende Kerk zo weinig dat vreemdelingschap beoefent. Ze past zich aan aan de wereld. Ze gaat zo op in de maalstroom \'an de tijdgeest. Toen David deze belijdenis uitsprak had hij „leven" aan zijn ziel. Hij heeft ook andere tijden gekend. Tijden van dorheid en dodigheid. Wat leven Gods kinderen door eigen schuld vaak beneden hun .stand.

God is de getrouwe

Maar de Heere blijft Dezelfde. Het vreemdelingschapwordt bij vernieuwing beoefend. Er komt wacr een zoeken van de dingen die boven zijn. Het harl gaat weer naar de Heere uit. De woorden zijn weer met zout besprengd. .,Zo zal de blijdschap der vromen, op 't lui.sterrijk.st te voorschijn komen." Niets te heblx'n en nochtans alles te bezitten.

Wij vragen u: bent u een vreemdeling op aarde? Niet? Dan bent u nog in uw natuurstaat. En de natuur var de mens voelt zich hier op aarde thuis Dan zult u straks ook met de werelc veroordeeld worden. Maar u bent e: nog. Vraag de Heere of u mag ster ven aan de wereld. Of u uw lever mag verliezen. Dat zou enkel wins betekenen. De Heere make ons allei vreemdelingen. De pelgrimsreis i vaak moeilijk, maar de uitkcMnst is ze­ker.

En alle pelgrims zouden wij wilier groeten met: \-aart wel en tot ziens ii

JeiTizalem! (wijlen ds P. Beekhuis)

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 oktober 1995

De Banier | 20 Pagina's

Een vreemdeling op de aarde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 oktober 1995

De Banier | 20 Pagina's