Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De PKV en het buitengewone lidmaatschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De PKV en het buitengewone lidmaatschap

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vraag

In DeBaniervan 4 april 1996 werd, naar aanleiding van een gehouden hoofdbestuursvergadering, een artikel gesehreven waarin iets werd gezegd over de uitwerking van het besluit dat genomen werd op de Huishoudelijke Vergadering van 27ül-1996 in Amersfoort. De belangrijkste vraag die daarin aan de orde kwam was: Wat moeten verenigingen doen als zij om principiële redenen geen buitengewone leden wensen toe te laten?

Antwoord

Het antwoord daarop luidde als volgt: "Wat ze beslist niet mogen doen, is een bepaling < : )pnemen in hun huishoudelijk reglement dat deze pkv geen buitengewone leden kent. Een dergelijke l: > epaling is zondermeer in strijd met artikel 9 van de statuten die zeggen dat een huishoudelijk reglement geen bepalingen mag bevatten die strijden met partijstatuten of algemeen reglement". Daarnaast werd in dat artikel aangegeven wat het bestuur van zo'n vereniging wel zou kunnen doen om toelating van buitengewone leden om prineipiële redenen uit te sluiten.

Dat antwoord is niet voor alle verenigingen die met deze vraag zaten, ix'vredigend geweest. Dat heeft geleid tot een nadere vraagstelling en nadere bezinning daarop in het Hoofdbestuur.

Een nadere bezinning die vooral ook een juridische benadering van deze vraag inhield. Want de stelling dat de bezwaarde pkv-en beslist geen uitsluitende bepaling voor buitengewone leden zouden mogen opnemen, kwam niet voort uit gebrek aan respect voor die verenigingen, maar - zoals het er ook stond- vanuit de gedachte dat het strijdig zou zijn met onze statuten.

Advies

In het juridisch advies voor de beantwoording van de vraag of die strijdigheid er inderdaad zou zijn, werd er met nadruk op gewezen, dat het in de artikelen 5 en 5a van de statuten gaat om het lidmaatschap van de partij. Zowel het lidmaatschap als het buitengewoon lidmaatschap wordt verkregen door aanmelding bij en toelating door (het bestuur van) de pkv. De toelating tot de partij is dus gedelegeerd aan het bestuur van de pkv.

Het lidmaatschap en het buitengewoon lidmaatschap van de partij is direkt gekoppeld aan het lidmaatschap en het buitengewoon lidmaatschap van de pkv. Het gaat hier met andere woorden om een clubbeKbuitengewoon)-lidmaatschap. Door deze koppeling is het onmogelijk voor een vereniging om iemand toe te laten als buitengewoon lid van de partij zónder dat er ook tegelijkertijd sprake is van een toelating tot de pkv. r3elegatie van de bevoegdheid tot toelating aan het bestuur van de pkv houdt in dat het bestuur deze bevoegdheid onder eigen verantwoordelijkheid (binnen de daarvoor geldende kaders) uitoefent. Nu kan zich de situatie voordoen dat het bestuur geen verantwoordelijkheid kan en wil dragen voor de toelating van buitengewone leden. Door middel van de koppelingsconstructie kan het buitengewoon lidmaatschap van de partij niet worden losgemaakt van het buitengewoon lidmaatschap van de pkv. De enkele toelating als buitengewoon lid van de partij is niet mogelijk. Wanneer nu een kiesvereniging in het huishoudelijk reglement bepaalt dat zij de figuur buitengewoon lid niet kent, handelt ze niet in strijd met de besluiten van de Huishoudelijke Vergadering. Dat besluit had slechts betrekking op het buitengewoon lidmaatschap van de partij. Het besluit van 'Amersfoort' betekent een uitbreiding van de bevoegdheden van het bestuur van de pkv. Nu kunnen ze, naa.st leden ook buitengewone leden toelaten. Ze zijn hiertoe echternietveiplicht. Zo'n verplichting zou een inperking van hun toelatingsbevoegdheid betekenen.

De tegenwerping dat er dan ook geen verplichting zou zijn de kiesvereniging voor leden open te .stellen, gaat niet op. Het lidmaatschap wordt namelijk geregeld in het Burgerlijk Wetboek. En dat bepaalt dat een vereniging leden heeft. En aangezien het buitengewoon lidmaatschap geen lidmaatschap is in de zin van het Burgeriijk Wetboek, is er ook geen verplichting die toe te laten.

Rectificatie

Een en ander heeft als gevolg dat de bewuste passage uit De Banier van 4 april j.l. gerectificeerd moet worden. Hoewel het HB altijd heeft bevorderd dat alle aangesloten verenigingen op dezelfde wijze omgaan met de partijstatuten, is er de erkenning dat er sprake kan zijn van oprechte gewetensnood t.a.v. het buitengewoon lidmaatschap. Dat heeft er toe geleid dat een ontsnappingsclausule is opgenomen in artikel 5a, lid b.

Hoewel het HB enerzijds van mening blijft dat deze gewetensnood niet reglementair kan worden vastgelegd, is het anderzijds bereid om de betreffende kiesverenigingen een handreiking te doen. Daarbij kan worden volstaan met het opnemen van een bepaling in het huishoudelijk reglement, waarin staat dat de vereniging van mening is dat op grond van Gods Woord vrouwen niet als (buitengewoon) lid kunnen worden toegelaten en dat bij eventuele aanmelding artikel 5a, lid b van de paitijstatuten in werking treedt.

DN

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 1996

De Banier | 20 Pagina's

De PKV en het buitengewone lidmaatschap

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 1996

De Banier | 20 Pagina's