Dood en Leven

MEDITATIE

I'Want de bezoldi- ': g der zonde is de od, maar de nadeglft Gods is t eeuwige leven, or Jezus Ctiristus ze Heere/' jmeinen 6: 23

D • Woord uit de Romeinenbrief is ói samenvatting van hoofdstuk zes. Dfe inhoud is het lijden, sterven en de opstanding van onze Heere Jez^' Christus. Het gaat over dienstk'cchten. De mensen worden vergelei'en met soldaten in militaire d enst, die soldij ontvangen; bezold oing. En v/elke soldij krijgen ze den? Wat levert het op? De apostel PCJIUS windt er geen doekjes om. V/ant hij zegt: "De bezoldiging der zc^de is de dood."

V' -jt verdienen we met de dienst C' - de zonde. Hoe beloont de sate. ons, wanneer we hem dienen? Paulus laat er geen misverstand over b=staan. Onomwonden stelt hij: "de dood."! Wat je met zondigen verdient? De dood! We zien de begrafe-'sauto's rijden. Steeds weer nesmt de dood familie en bekenden weg. Misschien gaat de dood onze deur nog voorbij. Maar hij komt er wel aan! Houd u er rekening mee? Adam en Eva hebben de doodstraf over zich gehooid. De mens kan die ofschaffen. Niettemin is de dood over ons allen gekomen. We verdienen hetzelfde. Want we doen precies hetzelfde. Wie de zonde doet, dient de zonde en wordt navenant uitbetaald, ledere zondaar verdient evenveel. Dat loon staat vost en dat !oon is de dood! Ons verdiende loon! En de afrekening wacht niet tot de laatste dag. Die wordt vooruitoetaold. Bijvoorbeeld in de vorm van allerlei nood. Doornen en distelen zoals bij Adam. Moeite en verdoet. Allerlei levensleed. Moord en doodslag. Planten en dieren, hemel en aarde lijden mèt ons onder ónze zonde!

Weet u, een zondaar is eigenlijk een doelmisser. Hij mist het doel waartoe God hem had geschapen. De dood in ons leven is niet een lot, maar schuld. Schuld tegenover God. Schuld omdat wij ons doel hebben gemist. Schuld omdat we dat doel wel hadden kunnen bereiken, als we gehoorzaam waren gebleven aan Gods stem. Onze dood is een straf von God op onze zonde.

Wij mensen bedoelen altijd onszelf. Een en al ongerechtigheid. Een en al onreinheid. Voor het leger wordt je afgekeurd wanneer je zwak bent of om andere redenen. Maar voor de zondedienst wordt niemand afgekeurd. Iedereen is geschikt. Vers 12 zegt: Wij zijn een en al zonde. Wij zijn allen onder de beheersing van de zonde. Dat geldt voor openbare en verborgen zonden, of nette en vuile zonden, voor kerkelijke en wereldse zonden!

Hebben we onszelf zo al eens leren kennen? Kregen we erg in het loon, dat de dienst in de zonde uitkeert? Wat is satan toch een vuile leugenaar! Hij belooft leven maar beloont met de dood. Hij laat ons alleen, wanneer we onmogelijk alleen kunnen staan, in het gericht van God namelijk. We zijn inderdaad terecht hopeloos en reddeloos verloren. Want we hebben het er zelf naar gemaakt.

Eigenlijk zou er nu een punt moeten staan. God zet echter een komma. Want Paulus zegt: " ...moor de genadegiff Gods...". Zie, we krijgen meer dan we verdienen. Genade. En wel dagelijks. Als we adem halen. Als we eten en drinken. Stuk voor stuk gaven van Boven. O dit "maar" van Gods welbehagen. Hier breekt al ons redeneren stuk! We worden er door overweldigd. En door Wie?

Want Paulus tekent ons de grootste gave van Gods genadegift. "... maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onze HEERE." Gods grootste gift is Zijn Zoon, Jezus Christus. Kent u Hem al? Hem kennen is het eeuwige leven. Eeuwig leven in plaats van eeuwig sterven. Het is Adam de eerste door eigen schuld uit handen geslagen. Maar Adam de Tweede heeft het eerlijk verdiend. Verdiend om deze gave uit te delen aan zondaren; ja zelfs aan mensen die niet hebben willen luisteren! Zeker, alle mensen moeten sterven. Maar het leven, het echte leven met God, is mogelijk door Jezus Christus. En dat leven wordt door de dood niet teniet gedaan!

Hoe maakt God dot waar? Door de dood van Zijn Zoon. Voor Hem was er geen genadegift. De bezoldiging van onze zonde kreeg Christus toegerekend als Zijn verdiende loon. Hij stierf de eeuwige dood voor Zijn volk, plaatsvervangend en schuldverzoenend! Maar ziet! Hij is opgestaan! Hij leeft! Want als God de Vader voldaan is, wentelt Hij de steen af van het grof en opent hij voor ieder, die zich in het geloof aan deze Jezus toevertrouwt, de deur van het Vaderhuis.

Welk een genade! Bevrijd van zonde en dood! Verlost door Christus' dierbaar bloed! Dat verbindt onlosmakelijk aan Hem. jaren gezucht onder horde dienst! Maar nu verlost! Voor altijd een knecht van Christus, die deze dienst beloond met eeuwige zaligheid! Ik ben niet meer van mij zelf. Hij bewaart mij. Mijn leven ligt in Zijn sterke handen. Ik lig voor Zijn rekening. En eeuwig wonder. Hij wil mij graag bij zich zien. Om met alle verlosten Hem eeuwig te roemen als "onze HEERE".

Zalig dit woord "onze HEERE"\ Mogen we al met de apostel mee belijden? Het is het werk van Gods geest. De Geest van de opgestane Christus. Hij leert ons door Zijn Woord aan welke dodelijke dienst wij ons zelf hebben verkocht, moedwillig en vrijwillig. Moor Hij leert ons ook welke heerlijke dienst het is om de wapenrok van onze van God gegeven Koning te mogen dragen. Dat wij die met ere mogen drogen! Dat Hij Zich nooit over ons zal hoeven schamen! Heerlijk! Geen sloven meer van de zonde, maar uit genade dienstknechten van Christus! En de heerlijkste en zaligste dienst moet nog komen. Want Hij zegt: "Wbor ik ben, aldaar zal ook Mijn dienaar zijn!"

Nijkerkerveen

Ds. H.J. Stoutjesdijk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen