Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PARLEMENTAIR LOGBOEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PARLEMENTAIR LOGBOEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

KAMERS VAN KOOPHANDEL

De kamers van koophandel en fabrieken vervullen een onmisbare rol in ons economisch verkeer. Naast de uitvoering van een aantal wettelijke taken (o.a. het bijhouden van het handelsregister), vervullen de kamers ook een nuttige functie in de sfeer van de voorlichting, advisering en regionale stimulering. Met die inleiding begon onze fractievoorzitter zijn bijdrage aan het debat over het wetsvoorstel waarin de kamers van koophandel op een moderner leest worden geschoeid.

Al jaren kampen de kamers van koophandel met een aantal knelpunten. Zo ervaren nogal wat ondernemers een te grote afstand tussen henzelf en de kamers. Ook klinkt de klacht dat de kamers van koophandel te weinig inspelen op de actuele behoeften van de ondernemers. Tenslotte is nog het feit te noemen dat de de wijze van financiering onvoldoende prikkelt tot een efficiënte en bedrijfsmatige werkwijze. Het wetsvoorstel van staatssecretaris Van Dok-Van Weele, waarvan de elementen zijn een andere regio-indeling, schaalvergroting, een nieuwe financieringssytematiek alsmede een nieuwe opzet voor de inrichting en samenstelling van het bestuur, moet voor die kwalen het medicijn zijn.

SGP-woordvoerder van der Vlies liet weten het wetsvoorstel op hoofdlijnen te kunnen steunen. Toch had hij nog wel een aantal kritische vragen voor de bewindsvrouwe in petto. Allereerst de meer algemene relativerende kanttekening, dat het oplossen van de problemen niet zozeer gezocht moet worden in zaken als veranderde bestuurssamenstelling e.d. Veelmeer zullen de manco's opgelost moeten worden via zaken als een betere dienstverlening en kwaliteit.

De nieuwe financieringssystematiek kon van SGP-zijde op twee minpunten rekenen. Minpunt één is de invoering van het profijtbeginsel, en dan met name met het oog op startende ondernemers. Wie een beroep doet op de dienstverlening van de kamers, moet daarvoor een redelijke prijs betalen. Dat is op zichzelf genomen juist. Maar ten aanzien van de starters doet zich het probleem voor dat ze, door hun bijzondere positie, meer dan gemiddeld advies en begeleiding nodig hebben, terwijl ze financieel gezien nu juist minder dan gemiddeld te besteden hebben. Van der Vlies pleitte daarom voor een of andere vorm van compensatie voor deze beginners.

De SGP vroeg daarnaast aandacht voor de agrarische sector, en wel voor die boeren en vissers, die door de gekozen rechtsvorm voor hun bedrijf verplicht zijn zich in het handelsregister te laten inschrijven. Daar moet -begrijpelijk- voor betaald worden. Het wetsvoorstel voorziet echter ook in een tweetal heffingen die aan alle ingeschreven ondernemingenworden opgelegd: een ten behoeve van de loketfunctie en voorlichting, en een voor beleidsadvisering en regionale stimulering. Als het gaat om deze en dergelijke zaken, heeft de sector landbouw evenwel zo z'n eigen kanalen, zoals de dienst landbouwvoorlichting. Het komt mij dan ook niet juist voor dat ondernemers uit de landbouwen visserijsector meebetalen aan zaken waarvan zij geen gebruik (zullen) maken, zei Van der Vlies. Hij zette z'n woorden kracht bij door een amendement in te dienen, ertoe strekkend om voor betrokkenen een vrijstelling van die speciale heffingen te verkrijgen.

OVERHEID EN STRAFWET

In hoeverre is de overheid onderworpen aan de regels van het {straf)recht? Deze vraag zou geen vraag moeten zijn. Natuurlijk is de overheid zelf ook gebonden aan de wetten en regels die ze aan haar burgers oplegt, zo luidt ieders spontane antwoord op de hierboven opgeworpen vraag. Toch zijn er bij de­ ze kwestie nog wel een aantal kanttekeningen te plaatsen, zeker nodat ook recent weer berichten in de pers te lezen waren over overhe -jsorganen die na een rechterlijke t- spraak vrijuit gingen, ook nadawas vast komen te staan dat er Dor deze organen strafbare feiten vv ren gepleegd.

Degene die namens de SGP-fro' e bij dit onderwerp het woord vof de was mr. Van den Berg. Hij bene drukte het belang van deze matf- ie: het gaat om niets minder dan o-^ de noties van rechtsstaat en geloofwaardigheid van de overheid, i overheid dwingt bij anderen nc monderwerping af. Zij moet ec'" -' ook zélf aan die normen van he recht voldoen. Hierbij speelt oc Je voorbeeldfunctie een rol. Ik vine et belangrijk dat de overheid een orbeeld is voor de burgers, betoo : e de SGP'er.

Hij vervolgde met de stelling do ie overheid zich zeker niet kan on; jkken aan de toepassing van het s afrecht, ook niet per definitie als z als overheid optreedt, zij het do; iet dan wel om een terughoudende J moet gaan. Inzetten van het stro recht moet evenwel ultimum rem. !ium zijn; niet het eerste waar je c n denkt, maar het laatste. De SGP . van mening dat als het gaat om e overheid als overheid, eerst de c bruikelijke instrumenten, zoals d' mocratische controle, toezicht er -et bestuursrechtelijke instrumentariu moeten worden ingezet.

TOEZICHT

Van den Berg maakte in lit verband de opmerking dat hij be vreesd is dat door het accentuere" van deze noties door het kabine* dit een argument gaat zijn om de nogal terughoudende opstelling f n aanzien van het toezicht die de icatste in de bestuurlijke praktijk is orwikkeld -wat de SGP betreft een goede ontwikkeling- weer wordt teruggedraaid. Zal het toezichtsinstrument, met name het repressieve toezicht, dat ook altijd als ultimum remedium gebruikt is en wordt, niel weer meer op de voorgrond worden geplaatst, vroeg Van den Berg zich bezorgd af. Als het moet moet he*, maar de SGP pleit dan wel voor een prudente omgang hiermee.

Een andere vrees die de SGP-fractiewoordvoerder uitte is het "grote gevaar dat bestuurlijke organen, met narr- raden en staten, wel eens in bep. aide kwesties achterover kunnen ^oan zitten om af te wachten of er s!.^rake is van een strafbaar feit en v-at de strafrechter daarvan zeoi. Als de strafrechter niet tot een duidelijke veroordeling overgaat, on-i vvelke reden dan ook (opportuniteit of bewijsprobleem bijvoorbeeld), moeten ze niet kunnen zeggen zie je wel, er is geen strafbaar fei geconstoteerd, dus doen we niers uit hoofde van onze democratische controle. Dat zou een averechtse ontwikkeling zijn. In dot verband haalde Van den Berg de Groningse sfaasrechtgeleerde Elzinga aan, die waarschuwde voor een "justitialisering van de politieke controle".

TOEKOMST VAN DE PBO

De SGP is geen vriend van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (PBO), 'de -schappen' zeg mcar. Nooit geweest ook. Daar waren diverse redenen voor. De belangrijkste was en is dat door de PBO publieke bevoegdheden in private handen worden gegeven; een vermenging van staat en maatschappij, die niet past bij de bijbelse lijnen inzake (de taak van) de Overheid.

inmiddels denken ook anderen minde^ positief over de PBO dan ze enige jaren geleden nog deden. Er wordt dan ook volop nagedacht over een aangepaste inbedding van de PBO in ons staatsbestel. Het kabinet, gevraagd naar haar opvattingen hieromtrent, is tot de slotsom gekomen dat PBO-lichamen bestuursorganen zijn overeenkomstig de door de wetgever gehanteerde definitie, d.w.z. ingesteld op het niveau van de centrale overheid en niërorchisch niet ondergeschikt aan een minister.

De SGP is het daar niet mee eens. Het karakter van de PBO is naar onze mening een wezenlijk andere dan die van zelfstandige bestuursorganen (ZBO's). Immers, ZBO's voeren taken van de Rijksoverheid uit, terwijl de PBO-lichamen autonoom functioneren en als zodanig dus geen taken van de Rijksoverheid uitvoeren. De PBO is een vorm van functionele decentralisatie, betoogde Van den Berg, vergelijkbaar met de waterschappen. Ook al vanwege dit karakter kan aan het landbouwschap en aan andere -schap­ pen, in de huidige staatsrechtelijke verhoudingen geen ZBO-karakter worden toegedicht. Die opvatting is trouwens tot voor kort door het kabinet zelf ook verkondigd. Helaas lijkt de regering dit goede spoor nu te verlaten.

MARKTWERKING OPENBAAR VERVOER

Een tendens die zich steeds meer aftekent is het invoeren van marktwerking in het (regionaal) openbaar vervoer. Er zijn al gebieden waar met dit betrekkelijk nieuwe fenomeen geëxperimenteerd wordt. Afgelopen donderdag sloot de Tweede Kamer de discussie over de wenselijkheid van deze vorm van marktwerking (voorlopig) even af, een discussie die overigens nogal is vertroebeld omdat allerlei elementen als decentralisatie en bezuinigingstaakstellingen door elkaar zijn gebruikt. Namens de SGP stond de heer Van den Berg op het spreekgestoelte.

De SGP-afgevaardigde begon ermee te zeggen dat een goed openbaar vervoer de SGP ter harte gaat. We gaan nog altijd uit van de doelstelling dat de positie van het openbaar vervoer in het totaal van de mobiliteit in Nederland versterkt moet worden. Lettend op dit uitgangspunt, loopt de SGP bepaald niet weg met het verschijnsel marktwerking, en dat is dan nog voorzichtig uitgedrukt. Zorgen maakt de SGP zich met name wat betreft de sociale functie van het openbaar vervoer; blijft er voor die mensen die geen eigen vervoer hebben, ook daar waar het onrendabel is, toch de mogelijkheid om een beroep te doen op een vorm van openbaar vervoer?

Duidelijk is dat voor de SGP marktwerking geen doel op zichzelf is, en al helemaal geen panacee voor de problemen waar 't openbaar vervoer nu mee kampt. Tegen die achtergrond is de SGP tegen een verplichte marktwerking, zeker op dit moment. Wat ons betreft wordt er aangestuurd op vrijwilligheid. Belangrijk voor de SGP is ook dot in het jaar 2003, wanneer er wat meer ervaring is opgedaan met de experimenten met de marktwerking en de balans zal worden opgemaakt, een volledig vrije beslissing voor of tegen marktwerking mogelijk moet zijn. Onder die voorwaarden is de SGP bereid 'ja' te zeggen tegen de voornemens van minister Jorritsma.

KAMPEN

Direct vóór het debat over het openbaar vervoer sprak de Kamer kort over het zogenaamde afwegingskader infrastructuur. Het was een vervolg van een overleg waar de SGP door een conflict van plichten niet aan had kunnen meedoen. Toch verhinderde dit de SGPafgevaardigde uit het oosten des lands niet om bij de plenaire afronding van dit overleg, nog kort het woord te voeren. Hij deed dat om een goed woordje te kunnen doen voor een tunnel onder de IJssel bij Kampen. Al meer dan eens heeft de SGP daarvoor gepleit.

Het kabinet is echter een andere mening toegedaan. Minister Jorritsma blijft de Kamper tunnel afwijzen."Onbegrijpelijk" vond Van den Berg. Tegen geringe meerkosten kan een duurzame oplossing voor het knelpunt bij Kampen worden gekregen, maar het kabinet verzet zich daartegen. De SGP kan het kabinet op dit punt onmogelijk volgen, zeker als je weet dat de gemeente Kampen zich bereid heeft verklaard om een substantieel gedeelte van de kosten voor haar rekening te nemen. Zet je dit besluit bovendien af naast het vele geld dat men uittrekt voor bijvoorbeeld een tunnel onder het Groene Hart, dan kan het SGPoordeel nog wel een keer herhaald worden: onbegrijpelijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 1997

De Banier | 20 Pagina's

PARLEMENTAIR LOGBOEK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 1997

De Banier | 20 Pagina's