Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID -I

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID -I

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hieronder treft u het eerste deel van een sterk verkorte weergave van de tijdens het SVV-congres van 6 juni jl. gehouden lezing door de heer mr. J.G.A. Fetter over 'Integraal veiligheidsbeleid'. Het slot zal D.V. verschijnen in De Banier nr. 16. De heer Fetter is plv. projectleider 'Integraal veiligheidsbeleid' van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

KERNTAAK

integraal veiligheidsbeleid is een van de speerpunten van het kabinet en is als zodanig ook verv/oord in het regeerakkoord. Burgers zijn -terecht- bezorgd over hun veiligheid. Ook politici en bestuurders hebben veiligheid inmiddels als topprioriteit aangemerkt. Kortom, een beleidsterrein dat de laatste jaren volop in de belangstelling staat en sterk in bev^/eging is.

Onveiligheid wordt meer en meer gezien als een breed maatschappelijk probleem. Onze steeds complexer wordende samenleving vraagt ook op het terrein van de veiligheid steeds complexere antwoorden. Denk maar aan ontwikkelingen ais de verstedelijking, welke in de toekomst alleen nog maar zullen toenemen. Bovendien heeft er een omslag in het denken over veiligheid plaatsgevonden; van repressie naar de bestuurlijke veiligheidsketen. Veiligheid is een divers begrip. Niet alle vormen van onveiligheid stabiliseren of zijn op hun retour. Zo blijkt de toename van geweld m.n. onder jongeren een belangrijk aandachtspunt. Trend is ook dat de onveiligheid in steden afneemt en in plattelandsgebieden toeneemt. Daarnaast blijken verwachtingen van burgers t.a.v. veiligheid in de loop van de tijd ook veranderd.

Het bieden van veiligheid is van ouds een kerntaak van de overheid en in de ogen van het kabinet onlosmakelijk verbonden met thema's als leefbaarheid, tolerantie en integriteit. De mate waarin zij er in slaagt een bepaald niveau van veiligheid te garanderen, bepaalt in belangrijke mate de legitimiteit van de overheid. Het op dit punt niet voldoen aan de verwachtingen van hoor burgers, leidt gemakkelijk tot een afnemend vertrouwen m.b.t. het oplossend vermogen van de overheid. Met als consequentie: burgers gaan zelf op zoek naar (il)legale oplossingen.

ONTSTAAN

Minister Doles nam in 1991 het initiatief tot de ontwikkeling van een integrale veiligheidsrapportage. Deze rapportage had tot doel inzicht te verschaffen in en beschrijven van de feitelijke situatie m.b.t. de omvang van onveiligheid en de achterliggende oorzaken ervan. Bij het inventariseren en samenbrengen liep men echter tegen een aantal zaken aan die telkens weer en op de verschillende bestuursniveaus terugkwamen, namelijk:

1. Er bestond buitengewoon weinig inzicht in het brede terrein van veiligheid. Bovendien waren er weinig dwarsverbanden gelegd en maakte men gewoon gebruik van bestaande cijfers. Men vroeg zich onvoldoende of of die cijfers wel voldoende representatief waren.

2. Bestrijding en handhaving alleen, zijn onvoldoende. Veiligheid is niet alleen zaak van politie, brandweer en justitie. De capaciteit van die diensten alleen bleek absoluut o' toereikend voor het aanpakken von onveiligheid. Immers, ondanks e' n forse investering in extra politie t : justitie bleek in de periode 197C 1993 het aantal bij de politie aargegeven delicten met een kwart t^ zijn gestegen en de opheldering; percentages tot zelfs onder de 2C% gedaald.

3. Onze samenleving is buitenge woon kwetsbaar. Met alle denkb re preventieve maatregelen zou welswaar de veiligheid kunnen word' i verhoogd, maar kunnen ongeluk -n en rampen nooit volledig worder' uitgesloten. Juist bij dergelijke ccomiteiten wordt van de overheid en adequaat optreden verwacht.

4. Inbreuken op de veiligheid komen niet alleen van buiten de overheid. Soms blijkt zijzelf direct of - direct veroorzaker te zijn. Voorbeeld: de brand bij het chemisch bedrijf Sandoz in Basel. De branin een opslagloods voor gevaarl; ie stoffen, werd keurig geblust. Een groot deel van het bluswater kwc n in de Rijn terecht en zakte de rivier af. Achteraf gezien had het voor ~et milieu en voor de veiligheid aanzienlijk beter geweest indien men die brand niet had geblust, maar gecontroleerd uit had laten branden.

Soms worden problemen in bepaalde sectoren van het overheidsbeleid afgewenteld op de openbare orde en veiligheidssector. Voorbeeld: het Gronariaconflict. De door de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat, mevr. Smit-Kroes, verleende vergunning aan het bedrijf Granaria om zeif producten te gaan vervoeren riep veel v/eerstand op bij de binnenschippers. Zij gingen over tot blokkades van verschillende belangrijke vaarwegen. De minister redenee'"de dat zij die vergunning wel had verleend, maar dat de blokkades een zaak voor de gemeenten - m.p- voor de burgemeesters- en haar collega van Binnenlandse Zaken was. Echter, een inhoudelijke oplossing kon de openbare orde en veiiigheidssector niet bieden. 5. '/eiligheid is te weinig een zelfstandig bestuurlijk product. De aandacht voor veiligheid is hoog als er incidenten zijn, maar schiet tekort als er geen incidenten zijn.

'REFWOORDEN

Hoe kan het anders? Vier trefwoorden: inzicht, de veiligheidsketen, samenhang met andere overheidstaken en samenwerken. Inzicht is belangrijk als basis voor het veiligheidsbeleid. Men moet niet alleen kijken naar de symptomen, maar men dient het probleem goed te analyseren, de objectieve en subjectieve veiligheidsbeleving en risico's te meten en o.b.v. dat reële beeld maatregelen te nemen.

De veiligheidsketen. Repressie of preventie alleen, zijn onvoldoende. Men zoeke een optimale mix van maatregelen. De structurele problemen van onveiligheid moeten worden weggenomen. Daarbij kom je op diverse beleidsterreinen uit; bij Welzijn, Ruimtelijke ordening. Verkeer en vervoer etc. Veiligheid begint al op de tekentafel bij het ontwikkelen van een wijk. Een triest voorbeeld is de Bijlmermeer, waarvan we achteraf zeggen: dat had helemaal anders gemoeten. De vraag is overigens wat we met de kennis van toen hadden kunnen doen. Met de kennis van nu zijn we veel beter in staat te kijken naar zulke ruimtelijke ordeningsaspecten. Samenhang met de andere overheidstaken. Veiligheid heeft te maken met arbeidsveiligheid, met verkeersveiligheid, met milieuveiligheid. Openbare orde en veiligheid moet niet teveel als een afzonderlijke cluster worden gezien. Taken die in eikaars verlengde liggen, moeten elkaar kunnen versterken. Bijvoorbeeld: hoe meer men doet aan verkeersveiligheid, des te minder problemen in de sfeer van de openbare orde en veiligheid bij ernstige ongelukken. Deze aanpak vraagt een vernieuwde manier van omgaan met politiek en bestuurlijke en ambtelijke verantwoordelijkheden. De algemeen geldende filosofie is: deel verantwoordelijkheid met anderen; kijk over de grenzen van het eigen domein; ga op zoek naar partners en probeer in theorie en praktijk achter de samenhang der dingen te komen. Stimuleer dat mensen en organisaties zich, binnen de kaders van de wet, voor hun veiligheid, en ook die van hun omgeving, medeverantwoordelijk voelen en weten. Probeer waar mogelijk maatschappelijke oorzaken voor onveiligheid te voorkomen. Het gaat erom het probleem van alle kanten te bekijken, om dan gezamenlijk te komen tot de beste oplossing. Repressie is daarbij het sluitstuk.

Samenwerken is belangrijk. Hoewel het geweldsmonopolie uiteraard bij de overheid ligt, bestaat ten onrechte het beeld dat men ingeval van onveiligheid alleen bij de overheid terecht kan. Burgers kunnen zelf ook een belangrijke rol spelen. Zich veilig weten en voelen betekent ook: sociale cohesie, verantwoordelijkheid jegens elkaar, de bereidheid tonen om zelf in de buurt activiteiten te ondernemen. Ook het bedrijfsleven moet daarbij worden betrokken, evenals andere overheden en maatschappelijke organisaties; het is meer dan alleen de rijksoverheid. Het gemeentebestuur zou daarbij een belangrijke rol moeten spelen.

KUL GEMEENTEBESTUUR

Onveiligheid speelt zich altijd af in een gemeente. Het gemeentebestuur wordt daarop meestal direct door de burgers aangesproken. Bovendien heeft een gemeente veel mogelijkheden in de vorm van diensten en instrumenten om veiligheid door een samenhangend geheel van maatregelen te be­ vorderen. Het gemeentebestuur is bij uitstek geschikt om een regisserende rol te vervullen en alle partijen op hun verantwoordelijkheden aan te spreken, om zo gezamenlijk te komen tot een integraal veiligheidsbeleid.

Als gesproken wordt over het gemeentebestuur, dan wordt niet alleen de burgemeester op grond van zijn wettelijke taak en op basis van de Gemeentewet, de Politiewet, de Brandweerwet 1985, de Rampenwet bedoeld, maar zeker ook de wethouders en de raad. Trefwoorden voor de aanpak zijn wat Binnenlandse Zaken betreft: ontkokerd, verbredend, resultaatgericht, vooral preventie en pro-actie, repressie als sluitstuk en intensieve samenv/erking onder bestuurlijke regie.Het is aan de politiek, en m.n. de gemeenteraad, om te bepalen wat op het terrein van veiligheid wel en niet aanvaardbaar is, welke problemen rnoeten worden aangepakt, welke met voorrang en welke resultaten daarbij moeten worden bereikt. De vraag, wat burgers van de overheid mogen verwachten en wat de overheid van andere overheden, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en burgers verwacht, vereist bijzondere aandacht. Het is noodzakelijk dat het gemeentebestuur weet wat er in de gemeente op het gebied van veiligheid speelt, wat de achterliggende oorzaken van onveiligheid zijn, welke partijen binnen en buiten de overheid een rol kunnen spelen en welke mix van maatregelen het meeste effect heeft. Uitgangspunt daarbij moet zijn dat repressie slechts een sluitstuk is. Gestreefd moet worden naar het voorkomen en beter beheersen van onveiligheid. Als het gemeentebestuur en de gemeentelijke diensten samen met de andere partijen op deze wijze structureel werken aan de totstandkoming van het veiligheidsbeleid, valt er op het terrein van de veiligheid veel te winnen. Dat is in het belang van de burger die onveiligheid op dit moment als een van de grootste maatschappelijke problemen ervaart, en daarmee in het belang van de overheid.

STAPPENPLAN

Ter ondersteuning van gemeenten bij hun taak heeft BiZa het 'Stappenplan integraal veiligheidsbeleid' ontwikkeld. Het is vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1 994 gepresenteerd. Het eerste deel is m.n. bedoeld voor bestuurders, het tv^'eede deel m.n. voor diegenen die binnen het gemeentelijk apparaat het veiligheidsbeleid handen en voeten moeten geven en het uiteindelijk moeten uitvoeren. Dit stappenplan is samen met een aantal gemeenten ontwikkeld en bevat een praktische en in de praktijk beproefde aanpak die in diverse gemeenten nadrukkelijk zijn meerwaarde heeft bewezen.

Uit de in die gemeenten opgedane ervaringen bleek al dat het bestuur wat kiest voor systematische aanpak, de onveiligheid gerichter en met meer resultaat kan aanpakken. Veel gemeenten hebben sinds 1994 o.m. o.b.v. dit stappenplan een start gemaakt.

In opdracht van de ministeries van Justitie, Binnenlandse Zaken en de VNG wordt er door SVGO, het onderzoeksbureau van de VNG, onderzoek gedaan naar de stand van zaken van het gemeentelijk veiligheidsbeleid. Eind 1997 zal de eindrapportage gereed zijn. Onlangs verscheen een tussenrapportage. Conclusie: veel gemeentebestuurders zijn momenteel actief bezig met het beleid dat de introductie van het integraal veiligheidsbeleid sedert 1993 een belangrijke impuls heeft gegeven.

Een andere conclusie is, dat enkele jaren na de presentatie het nog te vroeg is om te concluderen wat gemeenten daadwerkelijk op dit terrein hebben bereikt. Het ontwikkelen van nieuw beleid of het vernieuwen van bestaand beleid en het zichtbaar maken van resultaten vergt tijd. Met name als er draagvlak moet worden verworven, wat nadrukkelijk speelt als er samen met andere partijen een standpunt ingenomen moet worden. Wel wordt geconstateerd dat het lokaal veiligheidsbeleid de laatste jaren sterk in ontwikkeling is.

OPMERKELIJKE PUNTEN

Er blijkt een verschil te zijn tussen kleine en grote gemeenten. In grote gemeenten is meer structurele aandacht voor veiligheidsbeleid, maar in onze opvatting is er sprake van een voorsprong. In grote steden zijn aard, omvang en urgentie van problemen aanmerkelijk groter dan in de kleinere gemeenten. Grote gemeenten hebben meer expertise en mogelijkheden, kleine gemeenten ervaren veiligheidsvraagstukken eerder als overzichtelijk.

Ook kleinere gemeenten gaan nadrukkelijk met het onderwerp aan de slag. In Drenthe bijvoorbeeld, waar de laatste tijd nogal wat aandacht voor is geweest en waar alle gemeenten, zonder uitzondering eigenlijk, intensief aan de slag zijn. Uit het onderzoek kwamen een aantal opmerkelijke punten naar voren. Zo wordt in het overgrote deel van de gemeenten -86%-, de burgemeester aangemerkt als eerstverantwoor-

delijke voor het veiligheidsbeleid. In grote gemeenten ligt dat percentage iets lager, omdat daar een wethouder dan wel het voltallige college als eerstverantwoordelijke wordt genoemd. Veel grote gemeenten hebben voor de coördinatie van het beleid een stuurgroep ingesteld, waarin meestal de burgemeester, de veiligheidscoördinator en vertegen­

woordigers van de politie en de gemeentelijke diensten zitting hebben. In mindere mate zijn de wethouders, de brandweer, het Openbaar Ministerie e.a. in de stuurgroep vertegenwoordigd. Dat is opvallend. Veiligheidsbeleid vraagt om een brede betrokkenheid. Dat vertaalt zich in ieder geval nog niet in de structuur. In de stimulering van het integraal veiligheidsbeleid hebben Rijk en VNG de nadruk gelegd op inzicht als basis voor beleid. Slechts 23% van de gemeenten geeft aan dat aan hun veiligheidsbeleid een probleemformulering ten grondslag ligt. De overige 77% maakt blijkbaar nog geen gebruik van welke gegevens dan ook. Op dit moment wordt in een vervolgonderzoek gekeken waar zij hun veiligheidsbeleid dan wel op baseren.

In de praktijk blijkt het belang van een goede analyse. Het gaat per slot van rekening om de feiten. Het is gebleken dat in de praktijk be paalde veronderstellingen van bestuurders t.a.v. hoofdproblemen niet altijd kloppen.

Gemeenten zijn ook ondervraagd over het driehoeksoverleg: het overleg tussen burgemeester, territoriale politiechef (chef van de basiseenheid) en Officier van Justitie waar de desbetreffende gemeente onder valt. Ruim 50% van de gemeenten die de vragenlijst instuurden heeft deze vraag niet beantwoord. Nog eens 22% geeft aan dat de drie hoek niet betrokken is bij de formulering en de uitvoering van het veiligheidsbeleid. Dat geldt vcor de kleinere gemeenten sterker dan voor de grote steden, 'n de Politiewet is v; jstgelegd dat dit overleg regelmatig woe\ plaatsvinden. Hoewel primair hun taak is het gezac over de politie uii te oefenen, is de drehoek essentieel voor het veiligheidsbeleid. In de ogen van BiZa staat een gebrekkig functioneren van de driehoek een effectief en succesvol veiligheidsbeleici in de weg.

EXTRA AANDACHT

Mede op basis van het t n- derzoek verdienen wat BiZa betreft de volgende punten extra aandacht: * verdere stimulering en inbedding van het gemeentelijk veiligheidsbeleid in de gemeentelijke organisuiie inclusief de regierol van het bestuur en de beïnvloeding van het politiebeleid; * het vergroten van de betrokkenheid van de maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en burgers bij het veiligheidsbeleid; * het verbeteren van de betrokkenheid van de driehoek; * het benadrukken van de bestuurlijke kant van branden, rampen, ongevallen als onderdeel van het veiligheidsbeleid. In onze ogen is daar nog iets te weinig aandacht voor.

wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juli 1997

De Banier | 20 Pagina's

INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID -I

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juli 1997

De Banier | 20 Pagina's