”Zalig zijn de reinen van hart ...”

Mattheus S: 8a

In gedachten zien we de Heere Jezus, als de meerdere Mozes, op de helling van de Berg der Zaligsprekingen Zijn bergrede uitspreken. Met daarin die treffende woorden: "Zalig zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien".

In heel de Bijbel staat reinheid hoog aangeschreven. En toch .. toch gaat het de Heere uiteindelijk niet om uiterlijke reinheid. Maar om innerlijke reinheid. Hij ziet immers ons hort aan! Het gaat Hem om de reinheid van ons hart!

Ik !as ergens 20 treffend: " Zij heten rein te zijn, die geheiligd zijn, en op wie de olie der genade is uitgestort". Dat is het! Luther zei zo heel treffend: "Die geloven hebben een rein hart, en die niet geloven hebben het niet". Voor Augustinus was een rein hort een 'eenvoudig' hart. Net zoals het 'eenvoudige' oog het geinele lichaam verlicht, reinigt het reine, eenvoudige hort het hele lichaam. Want uit het hart zijn immers de uitgangen des levens. "Zalig zijn de reinen van hort..."

Als we dat tegen de reinen van hart zeggen, vinden ze dat misschien veel te hoge taal. Ze weten immers dat het allemaal zo ten dele is. Zo onvolkomen. En dat ze in de strijd van iedere dag -de satan vuurt immers vooral zijn pijlen op hen af- zo vaak de nederlaag lijden. Dat ze mensen van onreine lippen zijn en wonen temidden van een onrein volk. Maar nochtans: rein van hart! We kunnen ons heel makkelijk van deze tekst afmaken door er op te Wijzen dat de Heere Jezus vooral de schare die de wet niet kende op net oog had. En de Farizeeën met hun uiterlijke reinheden. En de Sadduceeën met hun vormendiensten, enz. enz. Laten we echter niet ver­ geten dat Hij ons allemaal op het oog heeft. Van nature zijn we, sinds Genesis 3, allemaal onrein: in zonde ontvangen en geboren. Met een arglistig hart. "Die vuile bron van al mijn wanbedrijven ..." En wie zal een reine geven uit de onreine? Immers niemand! De Bijbel vertelt onomwonden wat er allemaal uit het mensenhart voortkomt. Onreinheden die voortkomen van binnen, en de mens ontreinigen.

Als dat nog steeds onze toestand is, wat hebben we dan het gebed van David nodig: "Schep mij een rein hart, o God".

Dan hebben we het gebed nodig tot Hem Die wel een rein hart had: de Heere Jezus Christus! Van Hem mocht worden getuigd: "Dat heilige, dot uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden". V^e lezen in de Hebreeënbrief dat Hij heilig was, onbesmet en afgescheiden van de zondaren. Geheel rein, zonder vlek of rimpel.

Om ons rein te kunnen maken, verliet Hij het reine Vaderhuis. Om naar besmet gebied, een wereld vol zonde en schuld, ofte dalen. "Om met Zijn onschuld en volkomen heiligheid onze zonden, waarin wij ontvangen en geboren worden, voor Gods aangezicht te bedekken" (Heidelbergse Catechismus).

Dat is de taal van het geloof! Een eeuwig wonder! Mag u afweten van die wonderlijke ruil in uw leven? Dat de Heere uw onreinheid op Zich nam, en dat Hij u Zijn reinheid schonk? Dat Hij als het grote Zondelam uw onreinheid wegdroeg, buiten de legerplaats? Dat u ondergedompeld werd in de fontein van Zijn dierbaar bloed? Paulus schrijft aan Titus dat de Heere Jezus Zichzelf voor ons gegeven heeft, opdat Hij ons zou verlossen van alle ongerechtigheid, en Zichzelf een eigen volk zou reinigen.

U/jij weet nog niet van die verlossing en reiniging? Weet echter dat in de hemel niets zal inkomen dat verontreinigt! Daarom: bij Hem moet u zijn. Zijn gestorte bloed is genoegzaam. Zoek uw reinigmaking en zaligheid niet in de uiterlijke reinheid, moor buiten uzelf, in het volbrachte werk van Christus Jezus! Als we in Hem geborgen zijn, zijn we een nieuw schepsel geworden. Dan is het oude, onreine voorbijgegaan.

Dan is ons hart een soort Heilige der heilige geworden. Waar de Heere wil wonen.

Het voorhangsel in het Oude Testament predikt ons de reinheid van God en de onreinheid van de mens. Bent u er al eens tegenaan gebotst met uw onreinheid? Met een gebroken hort en verslagen geest? Als een onwaardige? Weet dat het voorhangsel tussen de reine God en de onreine mens is gescheurd! Toen Christus Zijn reinigende bloed gaf. Dat ook uw zonden, hoe talrijk ook, kan wegwassen!

U weet nog niet of u een rein hart hebt ontvangen? Hebt u de onreinheid nog steeds lief? Koestert u die en die zonde nog? In Jeremia lezen we: "Was uw hart, o Jeruzalem". Leg uw onreinheid voor Hem neer en smeek Hem nog om gereinigd te worden.

En u die al wel een rein hart mocht ontvangen: als het goed is, corresponderen de uitgangen van uw leven ermee. Is het voor u ook zo'n wonder dat de Heere geen onreinheid meer in Zijn Jacob ziet?

"... want zij zullen God zien". Hier in dit leven zullen de reinen van hart in beginsel bij tijden en ogenblikken iets mogen zien, met ogen des geloofs, van de heerlijkheid Gods. Als de Heere ons Zijn ogenzalf geeft. Maar eenmaal zal het overgaan in het volmaakt aanschouwen. Dan zullen al de reinen van hart Hem zien, van aangezicht tot aangezicht. Om, bekleed met de lange witte klederen, gereinigd in Zijn bloed. Hem eeuwig groot te maken.

Nieuwland/Oosterwijk

ds H. Liefting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen