Samen op weg (slot)

In een ^A^eetal voorgaande artikelen werd gewezen op enkele zaken die het vooralsnog niet mogelijk maken dat de SGP samen op weg gaat met het GPV en de RPF. Gewezen is op het verschil in visie op het ambt van de overheid. In de visie van de SGP dient de overheid ook de eerste tafel van Gods Wet ten volle te handhaven. Dot wordt duidelijk uitgedrukt in het onverkorte artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Dit is een belangrijk verschil met de beide andere partijen.

Ook de visie op de plaats van de vrouw blijkt een belangrijk obstakel voor een samengaan van de drie kleine christelijke partijen. Binnen het GPV en de RPF is men steeds minder bereid met het SGP-standpunt te rekenen dat het regeerambt de vrouw niet toekomt. Daarom dient een vrouw op een gemeenschappelijke lijst zonder meer geaccepteerd te worden. Het kan en moet duidelijk zijn, dat we ons daarbij niet kunnen en mogen neerleggen.

Een derde punt is het verschil in geestelijk klimaat. De geestelijke en kerkelijke achtergrond van waaruit wij leven, is van doorslaggevend belang voor heel ons leven. Ook het politieke en maatschappelijke leven.

In de kringen van hef GPV gaat men er over het algemeen van uit, dat de gehele gedoopte gemeente bestaat uit waarachtige kinderen van God. Het gedoopt zijn en het behoren tot de gemeente en het verbond, wordt over het algemeen daar gezien als genoegzaam om een waarachtig christen te zijn. Het gevolg daarvan is dot zaken als wedergeboorte en bekering, niet aan de orde komen of op een fundamenteel andere wijze worden ingevuld, dan onder ons het geval is. De noodzaak van bevindelijke doorleving van het heil in Christus komt niet of marginaal aan de orde. Het verschil tussen bekeerd en onbeheerd binnen de ene verbondsgemeente wordt niet aanvaard.

Geestelijk schept dat een totaal anderebelevingswereld, dan in onzekringen gemiddeld aanwezig is. Naar ons besef gaat men er veel te gemakkelijk van uit een kind van God te zijn. Als op de belangrijkste vraag, nl.: "Hoe word ik een oprecht kind van God? " niet hetzelfde antwoord wordt gegeven, is er een fundamentele kloof, die een wezenlijke scheiding teweegbrengt, ondanks vele andere dingen waarin overeenstemming bestaat. De geestelijke herkenning en erkenning onty breekt dan. Als de wedergeboorte I in ons leven ontbreekt, kan er geensprake zijn van waar geloof. Als we ' het niet eens zijn over de vraag, i wat wedergeboorte is, is er helaas een scheiding die fundamenteel is. Wie niet wedergeboren is, kan het Koninkrijk van God niet zien, kan ook de Bijbel niet recht verstaan. De natuurlijke mens begrijpt niet de dingen die van de Geest van God zijn. En dit heeft ook vergaande consequenties voor onze opstelling in het politieke en maatschappelijke leven. Of wij door de Geest geleid worden of niet, is van cruciaal belang. Dat geldt ons als SGf^s natuurlijk evenzeer. Wan^ ook)onder ons bestaat de gedacwe^at we op maatschappelijk en politiek terrein wel kunnen opereren, zonder waarachtig geloof. En juist dat is ook voor ons een dodelijk gevaar en een fatale misvatting. Zonder waarachtig geloof is het onmogelijk God te be­ hagen, wie we ook zijn en wat weook voorstaan en waar we ons ookbevinden.

in de RPF is het geestelijk klimaat meer verscheiden. Juist omdat de geestelijke achtergrond van deze partij zo divers is. Aan de ene kant is er de inbreng van de evangelische stroming, waar vaak een arminiaanse geest heerst. De onmacht van de mens ten goede wordt meer of minder geloochend. Aon het menselijk kennen en kunnen wordt heel wat toegeschreven. De zaligheid wordt vaak in broze mensenhanden gelegd en afhankelijk gesteld van de keus van de verdorven mens. Dit is een geestesgesteldheid die fundamenteel strijdig is met Gods heilig Woord en onze gereformeerde belijdenisgeschriften, die daarop gegrond zijn. Hoeveel wij ook gemeenschappelijk zouden kunnen hebben, als wij hierin verschillen, is dat verschil zo groot als tussen hemel en hel.

Aan de andere kant is er binnen de RPF een belangrijke stroming uit de kerken van de gereformeerde gezindte. Met hen is geestelijk vaak meer verwantschap en herkenning. Maar het probleem van de RPF is toch dat gemengde. Daarom ademt het geheel van de RPF in bladen en partijdagen toch een geest die vaak erg ver af staat van wat wij gewoon zijn.

Soms is er sprake van geestelijk herkennen en het gevoel van geestelijke verwantschap, vooral in de persoonlijke relationele sfeer. Maar het gehele partijgebeuren ademt een andere geest dan bij de SGP.

Ik schrijf deze dingen niet om de anderen te bezeren of verschillen op te kloppen. Integendeel. Maar wel is het nodig dat we eerlijk onder ogen zien, wat we aan elkaar hebben en hoe we tegenover elkaar staan. Als we willen samenwerken en samengaan, moeten we geen karikatuur van elkaar hebben, maar moeten we elkaar wezenlijk leren kennen. En als het bovenstaande door mij geschetste beeld bijstelling behoeft, sta ik daar graag voor open.

Maar alleen het bestaan van het GPV en de RPF bewijzen dat ook zij belangrijke verschillen met de SGP hebben geconstateerd. Zouden die verschillen niet van fundamentele aard zijn geweest, dan zouden deze partijen geen bestaansrecht hebber, gehad. De SGP is de oudste partij van de drie. En als zij naar het oordeel van GPV-ers en RPF-ers een Bijbels verantwoorde politiek voorstonden, was het niet nodig en niet verantwoord geweest een nieuwe partij te stichten.

Want het is inderdaad een bijbelse roeping om, zeker in een tijd als de onze, waarin de invloed van de Bijbel en het christendom op ons volksleven zo ochteruitvliegt, alle positieve krachten te bundelen.

Die roeping blijft. Ook al trekken we als partijen gescheiden op. Daarom mogen en moeten we ook zoeken in deze ontkerstende samenleving, naar datgene wat ons bindt. En waar er een gemeenschappelijkheid gevonden wordt, met name ook inzake politieke en ethische stellingname, moeten we de krachten zoveel mogelijk bundelen.

Als ik zoek naar dat wat ons samen kan binden met de RPF en het GPV, zie ik het volgende:

- Beide partijen willen aangesproken worden op de Heilige Schrift en de gereformeerde belijdenisgeschriften (zij het dat artikel 36 van de NGB bij hen ingrijpend gewijzigd is). Daarin is er een duidelijk verschil met alle andere politieke partijen.

We zullen, zeker bij innige vormen van samenwerking (gemeenschappelijke lijsten, bijvoorbeeld) elkaar daarop moeten bevragen en aanspreken. Zo kon er wederzijds een vruchtbare beïnvloeding plaatsvinden en kan vorming van karikaturen worden voorkomen. Verschillen en overeenstemming moeten helder worden.

- In de praktijk wordt ten aanzien van vele ethische en maatschappelijke standpunten eenzelfde lijn voorgestaan door de drie partijen. Samen zijn we in het kader van landelijke, provinciale en plaatselijke verhoudingen vaak klein. En toch kunnen we gemeenschappelijk meer invloed ten goede uitoefenen, dan wanneer we ieder apart opereren. Het beginsel dat we voorstaan, de doorwerking van het V^oord Gods in onze maatschappij en samenleving eist, dat we alle positieve krachten zoveel mogelijk samenbundelen en waar mogelijk samenwerken met hen die hetzelfde voorstaan.

- Deze samenwerking is geen doel in zichzelf. Ook mogen we onze kracht niet zoeken in de mocht van het getal. Daarom mag deze samenwerking nooit gaan ten koste van de beginselen die we vanuit onze diepste overtuiging weten op Gods Woord gegrond te zijn. En als de andere partijen in geval van samenwerking of lijstverbinding, al bij voorbaat van ons eisen onze beginselen of een deel daarvan te verzaken, dan maken zij die samenwerking bij voorbaat onmogelijk.

Wat wij elkaar mogen toebidden, is de krachtige werking van de Heilige Geest in onze harten en partijen. En omdat die Geest in alle waarheid leidt, zullen we één zijn in de waarheid, in de mate waarin de Heilige Geest ons leidt en verenigt. Die krachtige werking en doorwerking van de Heilige Geest hebben wij als SGP heel hard nodig. Want we hebben geen enkele reden om onszelf te verheffen. Integendeel. Wat zijn we vaak geesteloos.

Die Geest is niet minder onmisbaar voor het GPV en de RPF. En dat is het wat we elkaar van harte gunnen en waar we gemeenschappelijk om mogen smeken. Want zonder de Geest Gods zijn we enkel duisternis, wie we ook zijn.

Ds D.J. Budding

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen