Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bidden voor de koning(in)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bidden voor de koning(in)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

"O, HBERE! behoud; die koning verliore ons ten dage van ons roepen.

Psalm 20: 10

In ' Timotheüs 2: 2 worden we er uitarukkelijk toe opgeroepen om te bidden voor allen die hoog geploatst zijn. In Psalm 20 treffen we een volk aan dat bidt voor de koning. Niet zo maar. Er is grote nood. Vers 2 van deze psalm spreekt van de dag der benauwdheid. En David fieeft er vele gekend! Hij kon zingen: ik werd benauwd van alle zijden. Omdat er altijd een striid gaande is tussen het rijk van G& d en dat van de satan, van Christus en de Antichrist. Vandaar ook een strijd tussen kerk en wereld. De vijanden van Gods volk komen er dreigend aan met paarden en wagens. Met strijdwagens wel te verstaan. Een heel leger komt op Gods volk af. Een overmacht. En woor blijf je don? Wat moest David tegenover Goliath?

Vandaag dreigen vele machten, die dood en verderf zaaien. De vijanden beroemen zich op hun wapentuig. Ze snoeven, in hun hoogmoed, dot de tijd van de christenen voorbij is. Voorgoed voorbij is. Waar moeten we blijven? Het volk

gaat in Psalm 20 naar het heiligdom. Om van de HEERE heil of te bidden: Uw Naam worde geheiligd. Uw koninkrijk kome. Niet in elke strijd is Gods Naam in het geding. We moeten goed onderscheiden en niet elke oorlog (ook niet een materiële) tot een heilige oorlog verklaren. Maar als het om Gods Naam en eer goot, zullen we de goede strijd hebben te strijden, vooral als het gaat tegen een driekoppige vijand.

In Psalm 20 is David de gezalfde des HEEREN en in de verte is te zien de grote Zoon van David, Gods Gezalfde.

Daarom wordt gebeden in deze psalm: laat het rijk van Uw Gezalfde komen. En daarom: HEERE, laat hulp komen vanuit het heiligdom (vers 3). En zo mogen bidders horen (lezen we in vers 7): nu weet ik, dot de HEERE Zijn Gezalfde behoudt. Daarom des te meer mag Gods volk met alle aandrang bidden: HEERE, verlos uw koning. Verlos ons ten dage dot wij roepen om Uw heil en zo om Uw Heiland ten diepste.

Zó stoot de oud-testamentische gemeente des HEEREN rondom haar koning en bidt voor de koning. Toen was men nog één in het heiligdom. Nu is er een scheiding gekomen tussen kerk en staat, met alle gevolgen van dien... Maar wat gebleven is, is het gebed van de kerk voor de koning. Zeker in dogen van benauwdheid. HEERE, behoud ons. En zo: behoud de koningin. Geef dog zij en wij niet vertrouwen op machten, op techniek, op wetenschap, op een gunstige ontwikkeling, op de autonome mocht van de mens, moor dot wij op U alleen vertrouwen en belijden: mijn schild ende betrouwen, zijt Gij, o God, mijn Heer; op U zo wil ik bouwen, verlaat mij nimmermeer. Laat, HEERE, deze belijdenis van onze koningin ook nu hoor gebed zijn! Verlos haar!

Psalm 20 is met de psalmen 21, 45, 72 en 132 een koningspsalm. Zoals we ook de psalmen 2 en 110 kunnen noemen. In deze psalm bidt de koning zelf in Gods huis, voordat hij ten strijde trekt. En het vergaderde volk bidt mee. Zou dat niet de enig juiste weg voor vandaag zijn? Het gaat er om de HEERE te raadplegen, om naar Zijn wil te handelen. Als u niet meegaat ... is de strijd al verloren. In het Oude Testament was er niet voor niets een koningswet, waarvan we lezen in Deuteronomium 17 : 16. Een koning mocht geen paarden hebben, vanwege het gevaar zich daarop te beroemen. De HEE­ RE heeft geen behagen in de sterkte van het paard, maar in hen die op Hem vertrouwen. We komen zo vlug tot de zonde van het zelfvertrouwen, van de afgoderij, om iets of iemand te hebben waarop we naast of in plaats van op de HEERE vertrouwen. De HEERE wil dit niet. Hij wil niet dot we steunen op onze gezondheid (ook van de economie), op alles wat van óns is. God wederstoot de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade.

De HEERE wil dat we afhankelijk van Hem leven en onafhankelijk van de dingen, de mensen, de machten. We kunnen met onze 'paarden' omvallen, zoals vers 9 zegt. Alle koninkrijken gaan eraan, ziet Daniël. Alle vijanden van God en Zijn volk zullen eraan gaan. De strijd tussen slangenzaad en vrouwenzaad is al beslist.

Maar nu zitten we nog midden in het strijdperk van het leven. Daarom bidden we voor onze koningin, voor de komende koning en voor onszelf: o HEERE, behoud! Verhoor ons wanneer wij tot U roepen. Wanneer we zo afhankelijk leven en bidden, komt een priester uit het heiligdom naar ons toe, zoals we lezen in vers 3, met een bemoediging: de HEERE zende u hulp uit het heiligdom. De HEERE zal horen (vers 7).

Daarom: wij zullen vermelden de Naam van de HEERE, onze God. Want van Hem is het koninkrijk. Door Zijn kracht zullen we, ook als we in de minderheid verkeren, overwinnen (vers 2). Want: een vaste burcht is onze God!

Ede

ds J. van Amstel

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 oktober 1997

De Banier | 20 Pagina's

Bidden voor de koning(in)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 oktober 1997

De Banier | 20 Pagina's