Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WIJZIGINGEN IN ALGEMENE BIJSTANDSWET OP STAPEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WIJZIGINGEN IN ALGEMENE BIJSTANDSWET OP STAPEL

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De komende tijd zullen de gemeenten met een tweetal wijzigingen in de Algemene bijstandswet worden geconfronteerd. Het eerste betreft een voorstel van minister Melkert van Sociale Zaken en Werkgelegenheid waarbij gemeenten meer vrijfieid wordt geboden bij het terugvorderen van bijstandsschulden en zij een groter deel van de opbrengst mogen houden. Dit wetsvoorstel is op 6 oktober jl. bij de Tweede Kamer ingediend.

Het tweede voorstel maakt gemeenten financieel verantwoordelijk voor de toeslagen die zij in het kader van de bijstandswet verstrekken. Het is de bedoeling dat deze wetswijziging D.V. per 1 januari 1 999 in werking zal treden. De ministerraad heeft op 3 oktober jl. ermee ingestemd dat het voorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies worden pas openbaar gemaakt bij indiening bij de Tweede Kamer.

1. TERUGVORDERING BIJSTANDSSCHULDEN

Volgens de huidige wet moeten gemeenten alle ten onrechte verstrekte bijstandsuitkeringen volledig terugvorderen. In sommige gevallen is dot in de praktijk nauwelijks haalbaar. Het onderhouden van de administraties en de terugvorderingsinspanningen kosten in die gevallen wel tijd en geld, maar leveren we op. Van de teruggevo, bedragen mag de ge houden; de rest gaat terug naar het rijk. Deze verhouding is in overeenstemming met de financiering van de bijstand. Deze komt voor 90% voor rekening van het rijk en voor 10% van de gemeenten.

RPX/rkcr-nHPin

Ook na de huidige wijziging zijn gemeenten verplicht zoveel mogelijk terug te vorderen. Van wat gemeenten méér terugvorderen dan ƒ 350 min. per jaar, mogen zij 75% houden. Het bedrag van ƒ 350 min. geldt voor alle gemeenten gezamenlijk; voor iedere gemeente wordt een individueel drempelbedrag vastgesteld. In bepaalde gevallen kunnen gemeenten na 5 jaar echter van terugvordering afzien. Als de uitkeringsgerechtigde bijvoorbeeld 5 jaar lang volgens een strak betalingsschema heeft afgelost, verandert de terugvorderingsplicht van de gemeente in een bevoegdheid. De gemeente mag dan verder afzien van terugvordering. Dat geldt ook als de inspanningen van de gemeente om een schuld te innen, 5 jaar lang zonder resultaat zijn gebleven.

Gemeenten zijn volgens de huidige wet ook verplicht de kosten van onderhoud te verhalen op derden als er sprake is van een onderhoudsplicht. Het gaat don vooral om exechtgenoten die na een scheiding niet of onvoldoende bijdragen aan de kosten van levensonderhoud van de ex-partner en/of kinderen. Na de wijziging van de wet wordt het mogelijk dat een verhaalsuitspraak van de rechter ook blijft gelden na verhuizing van de bijstandsgerech­ tigde naar een andere gemeente Tot nu toe was daar een nieuwe rechterlijke uitspraak voor nodig. Verder worden onderhoudsplichtigen verplicht om informatie te verstrekken. Nu hoeven zij daar niet uit eigen beweging aan mee te wer^ ken, wat de uitvoering door de gemeenten bemoeilijkt.

2. TOESLACENBUS

De bijstandswet kent landelijk vc • gestelde normuitkeringen, die afhangen van de leefvorm van de uitke ringsgerechtigde. Gemeenten hebben de vrijheid daarop toeslagen te verstrekken, afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden en de woonsituatie van de uitkeringsgerechtigde.

Sinds de invoering van de Algemene bijstandswet in 1996 zijn gemeenten al verantwoordelijk voor het vaststellen van een toeslagenbeleid, afhankelijk van lokale omstandigheden. De eerste drie jaar van de nieuwe bijstandswet konden gemeenten de kosten van de toeslagen voor 90% declareren bij het rijk. Vanaf 1 999 wordt de financiële verantwoordelijkheid overgeheveld naar de gemeenten om het beleid efficiënter te kunnen uitvoeren. Gemeenten krijgen - in de vorm van een specifieke uitkering - een vast bedrag om de toeslagen te financieren. Bij de overheveling blijft het financiële risico voor gemeenten beperkt. Zo zullen er onder meer financiële marges worden ingebouwd en zullen gemeenten gecompenseerd worden voor bijvoorbeeld werkloosheidsontwikkelingen. De concrete uitwerking van de overheveling van het toeslagenbudget zal later gebeuren in de vorm van lagere regelgeving, bijvoorbeeld via

een algemene maatregel van bestuur.

Bron: Staatscourant 191 en 192, ó en 7 oktober 1997

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 oktober 1997

De Banier | 20 Pagina's

WIJZIGINGEN IN ALGEMENE BIJSTANDSWET OP STAPEL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 oktober 1997

De Banier | 20 Pagina's