Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van harte aanbevolen!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van harte aanbevolen!

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

TEKST & UITLEG

ledere kiesvereniging ontving recent de ^gemotiveerde advieslijst' waaruit zij -na gehouden ledenvergaderingeen lijst met namen opstelt in de door haar gewenste volgorde. Deze lijsten vormen het basismateriaal waaruit, conform het Algemeen Reglement, de definitieve kandidatenlijst wordt samengesteld. Deze gemotiveerde advieslijst is totstandgekomen na overleg met de Raad van Advies, op vrijdag 24 oktober j.l. Daarbij kwam vanuit de Raad van Advies de vraag aan de orde of in De Banier nog een toelichting gegeven kon woorden op het meest gemotiveerde deel daarvan, de nummers 7 tot en met 8. Aangezien dat voornemen reeds bestond, kon dat direct worden toegezegd. Daarover dus in dit artikel meer.

WE WILLEN HOUDEN WAT VVF HEBBEN

De vraag naar een toelichting op de gemotiveerde aanbeveling is vs'elbeschouwd een heel vanzelfsprekende. Binnen de procedure zoals wij die, conform het Algemeen Reglement kennen, is een aantal plaatsen op de lijst concreet ingevuld. Dat roept geen vragen op als het over ir B.J.van der Vlies, onze lijsttrekker, gaat. Die werd met vrijwel algemene stemmen op de laatstgehouden Jaarvergadering als zodanig aangewezen. Ook de nummer 2, mr dr J.T.van den Berg, staat op geen enkele wijze ter discussie. Bij de constatering daarvan kan het overigens geen kwaad dat heel nadrukkelijk als een zegen te beschouwen! Moor daarmee is het met de vanzelfsprekendheid dan ook wel ge­ beurd. Om meer dan één reden werd met meer don gemiddelde belangstelling uitgezien naar het vervolg van de aanbeveling. Uiteraard te beginnen bij de nummer 3. Ik kom daar nog op terug.

Een meer dan eens gehoorde vraag is, of het benoemen van de eerste zeven plaatsen na de lijsttrekker, de kiesverenigingen niet teveel beknot in de vrijheid die ze volgens de reglementaire procedure hebben om uit de totale advieslijst minimaal vijftien namen te noemen in de door hén gewenste volgorde. Is het Hoofdbestuur hiermee niet te dirigistisch bezig? Lijkt het niet erg veel op een dictaat? Staan hiermee eigenlijk de eerste acht plaatsen niet vast en zo ja, wat heeft het dan nog voor zin dat de kiesverenigingen zich hiermee vermoeien?

WEL NIEUWS, MAAR NIET NIEUW

Deze gang van zaken is echter minder nieuw dan het lijkt. Vandaar het tussenkopje hierboven. Het was wel nieuws, maar het was niét nieuw. We gaan even terug in de partijgeschiedenis. De eerste twee keer dat de SGP aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer meedeed, viel het bepaald niet mee om geschikte kandidaten te vinden. De procedure was aanvankelijk heel eenvoudig. In de maand mei, voorafgaand aan de verkiezingen, werd een Algemene Vergadering uitgeschreven. Elke pkv mocht, tot uiterlijk één week vóór de vergaderdatum, twee namen noemen van 'personen die zij als kandidaten voor de Kamer gewenscht acht'. Alle ingekomen namen werden gerangschikt tot een alfabetische groslijst. Uit deze groslijst moest de Algemene Vergadering vervolgens de kandidaten kiezen en zo de lijst samenstellen.

Het zal duidelijk zijn dat daar niet bijster veel van terecht kwam. Volslagen onbekenden werden genoemd, niet bekend was of de genoemden ook bereid een plaats op de lijst in te nemen, enzovoorts. Op de Algemene Vergadering van 1924 werd dan ook een wijzigingsvoorstel aan de partij voorgelegd. Daarin werd voorgesteld de provinciale verenigingen bij de kandidaatstelling te betrekken. Kort weergegeven was de nieuwe procedure als volgt; De pkv-en noemen namen, de provinciale vereniging maakt een groslijst en stuurt die op naar het Hoofdbestuur. Uit de ingekomen namen wordt door een vergaderinc. bestaande uit de leden van het Hoofdbestuur, benevens tv/ee af: ; evaardigden uit elke provinciale ' ereniging, de kandidatenlijst opgemaakt.

De voorloper van de Raad van Advies was geboren! En daarmee ook het begin van de procedure zocV< wij die nu kennen. En wat was i-^'-t resultaat? Dat aan de Algemene Vergadering een voorlopige lijst, wij zouden zeggen een gemotiveerd ^ advieslijst, werd voorgelegd. W; arvan wij meer dan eens in het ve' slag van deze vergadering leze Met algemene stemmen werd de 'ijst vastgesteld. Een complete wel te erstaan! De partij nam het advies '.in het HB ongewijzigd over. In goe'' vertrouwen dat de daartoe bevo g- de personen wel wisten waarmezij kwamen.

Op de keper beschouwd is de rr gevolgde procedure dus minder nieuw dan het lijkt. Ook kan wc; den verwezen naar aanbeveling 14uit het RAPPORT COMMISSIE ONDERZ EKSTEMMENVERLIES 1994. Die luidde " Daarnaast is het wenselijk -at het HB samen met de Raad van -dvies aan de kiesverenigingen tijc-''g een gemotiveerd voorstel (inclus 'f vermelding van namen) doet toe • o- men met betrekking tot de bezei> ng van de plaatsen hvee tot en met -es van de lijst".

KENNEN

Toch is daar nog wel iets meer van te zeggen. De huidige procedur' laat meer ruimte voor inbreng vc; • de pkv-en dan de hierboven geschetste situatie. Dat is de ene kant. Anderzijds is het onmiskenbaar dat we, doordringend tot het wezen -^an de zaak, dezelfde elementen aoitreffen. Het Hoofdbestuur dient de kandidaten die zij aanbeveelt te kennen. Zoveel en zover als dar ifiogelijk is. En daar bedoelen we vanzelfsprekend niet alleen mee een kennen van de naam, niet alleen net op de hoogte zijn van de kerkeM^e achtergrond, van de specifieke deskundigheden, van de politieke ervaring, of.... vult u maar in. Allemaal dingen die van groot belang zijn om te weten. Maar het Algemeen Reglement spreekt van 'beginselgstrouw en geschikt'. Niet zonder oorzaak in die volgorde! En om daarin gemotiveerd te kunnen adviseren, moet het HB de mensen toch wel enigszins kennen.

Met dat doel en om die reden is met een aantal mensen gesproken. Waarbij de vraag naar de innerlijke beieving van de beginselen heel nadrukkelijk aan de orde is gev/eest. Gesproken is met potentiële kandidaten voor de plaatsen 3, 4 en 5. Het allerlaatste wat het HB daarmee wil, is de geestelijke maatlat leggen langs het innerlijk van mensen. Toch is het als een behoefte gevoeld met name dit element met deze mensen te bespreken. En de v^ijze waarop de gesprekken zijn gevoerd, heeft het HB gesterkt in dit gevoelen. Alle betrokkenen hebben dit onderdeel als noodzakelijk en verrijkend erkend en ervaren.

Uiteindelijk is het gehéél bepalend geweest. Laat dus niemand denken dot de niet-geplaatste personen zich op dat punt als afgewezen of afgeschreven moeten beschouwen.

VERTROUWEN

Om geen onbekende personen te plaatsen op de kandidatenlijst werd in de beginjaren van de partij de procedure aangepast en kwam het HB zelf met (een aantal) namen. Weliswaar uitgebreider, maar feite­ lijk hetzelfde, heeft het HB dus nu, binnen de kaders van het reglement, opnieuw gedaan. Het noemen van een aantal namen is voor onze generatie dus wel nieuw, maar is dat niet in het licht van de partijhistorie. Het HB is van mening dat de gevolgde procedure een hechte basis geeft aan de aanbeveling. Tegelijk heeft dat ook weer z'n beperkingen. De gesprekken zijn in vertrouwelijkheid gevoerd met een klein aantal HB-leden en in aanwezigheid van onze fractievoorzitter. De vertrouwelijkheid beperkt het doen van inhoudelijke mededelingen daarover. Dot is dus een kwestie van vertrouwen. Vertrouwen dat deze mensen hun opdracht naar behoren hebben uitgevoerd en dat daarom de aanbeveling ook het vertrouwen van de partij waard is.

In die zin mag een beroep op de kiesverenigingen gedaan worden de aanbeveling te volgen. Daarvan afwijken mag natuurlijk; het is niet meer dan een aanbeveling. Maar laten we eerlijk zijn, het is ook niet minder.

VERJONGING

Evenals vier jaar geleden was van verschillende zijde aangedrongen op verjonging. De argumenten las u in de vorige Banier. Een eenvoudige rekensom leert dat de gemiddelde leeftijd van de nummers 3 t/m 8 in vergelijking met vier jaar geleden is gedaald van 49 jaar naar 38 jaar. Uit het bovenstaande is hopelijk duidelijk geworden dat dit niet het enige criterium geweest is waarmee rekening werd gehouden. Het is beslist niet zo dat het HB gericht heeft omgezien naar kandidaten onder de dertig jaar, waarbij anderen bij voorbaat werden uitgesloten. Zo is het bepaald niet gegaan. Naar de leeftijd is pas gevraagd tijdens de gesprekken. En dan mag het als een zegen ervaren worden dat er nog jonge mensen zijn die het HB van harte kan aanbevelen. Bij wijze van spreken met een ondertoon van spijt dat er op iedere plaats nu eenmaal niet meer dan één kandidaat kan staan.

ANDERE ARGUMENTEN?

Mede vanuit dit oogpunt is bewust omgezien naar een andere kandidaat dan de vorige nummer 3. Dat is een gevoelig onderwerp. Maar alle dingen die recht en billijk zijn, verdragen openheid zover dat mogelijk en wenselijk is. Met de heer Van Heukelom is als eerste gesproken. Dot was begin april 1997. Ook van dat gesprek geldt, dat de vertrouwelijkheid daarvan het doen van mededelingen daarover beperkt. Met hem zijn alle argumenten die het HB had eerlijk en open doorgesproken. En wie uit de woorden "Mede vanuit het oogpunt...." opmaakt dat er méér is besproken dan alleen de leeftijd, heeft gelijk. Er zijn meer punten aan de orde geweest. Die zijn zonder enige terughoudendheid doorgesproken. Met de persoon zelf en met de Raad van Advies, de verfrouwensmannen. Wat u daarvan moet vasthouden is, dat het leeftijdsaspect in de afweging zonder meer een dominante rol heeft gespeeld.

Dat leverde de aanbeveling op zoals hij er nu uitziet. V\/aarmee ook de - soms zelfs hardop uitgesproken - gedachte dat voor deze positie op de lijst omgezien zou worden naar een kandidaat met een andere kerkelijke achtergrond, aantoonbaar onjuist is gebleken.

NIET OVERDRIJVEN

Het is jammer dat een andere plaats op de kandidatenlijst bij sommigen de indruk wekt dat desbetreffende persojo)n(en) min of meer zijn afgeschreven. Alsof Van Heukelom, om het maar bij de politiek te houden, nu opeens geen gewaardeerd Statenlid meer zou zijn, of dat nu opeens zijn grote verdiensten voor de Jongerenorganisatie zouden zijn vergeten. Wie zo de aanbeveling leest, doet dat niet goed. Bovendien moet duidelijk zijn - maar dat geldt voor alle posities (met uitzondering van zittende Kamerleden) - dat aan een plaats op de lijst van nu, nooit rechten ontleend kunnen worden voor een plaats op de lijst in de toekomst. Dat is tot nu toe wellicht onvoldoende duidelijk geweest. En zo blijven we leren. Ook niet alles wat het HB deed of juist niet deed, verdiende de schoonheidsprijs. Ook dat kwam nadrukkelijk aan de orde.

KERKELIJKEINKLEURING

Schrijven over personen vraagt voorzichtigheid. Maar daarvan is wel een dubbele dosis nodig, als er iets geschreven gaat worden over de kerkelijke inkleuring van zo'n gemotiveerde aanbeveling c.q. kandidatenlijst. Maar ook dat mag geen reden zijn om er dan maar niets over te zeggen.

fHeel concreet kwam meermalen de vraag naar de positie van de Ned.Hervormde kandidaat mr G.Holdijk. Lid van de Eerste Kamer, lid van de Provinciale Staten van Gelderland en zeer gewaardeerd medewerker van onze Tweede-Kamerfractie. Mensen die het allemaal precies bijhouden, zien dan dat hij in 1994 op de vijfde plaats stond en nu op de zevende plaats staat. Waarom is dat, luidt dan de vraag.

Het antwoord is zo eenvoudig als het maar zijn kan. Er moet aandacht zijn voor het Nederlands Hervormde deel van onze kiezers. Vanzelf; daar hebben ze net zoveel 'recht' op ais ieder ander deel van onze achterban. Niet voor niets is er zelfs sprake van een lichte verschuiving ten gunste van dit genootschap. Er staat nu immers een Ned.Hervormde kandidaat op nummer 4. Dat is een plaats hoger dan in 1994. Bij de personele invulling daarvan heeft het feit dat mr Holdijk senator is, een grote rol gespeeld. Daarnaast is ook hierbij het leeftijdsaspect nadrukkelijk van invloed geweest. En bij dit alles hoeft niet on­ vermeld te blijven dat de betrokkenezelf met zijn 'nieuwe' positie uitstekendkan leven.

JAMMER

Daarmee zou eigenlijk alles gezegd moeten zijn. Jammer genoeg is dat niet voor iedereen het geval. Veel, heel veel partijgenoten hoor ik zeggen dat het hen niet uitmaakt wie onze partij vertegenwoordigt. Ze bedoelen daarmee te zeggen dat het hen om het even is tot welk reformatorisch kerkgenootschap de man behoort. Het moet immers gaan - wordt er dan bijgezegd - om de boodschap en niet om de boodschapper. Kwaliteit is belangrijker dan kerkelijke kleur.

Totdat de namen zijn ingevuld. Dan blijkt het toch wel iets gevoeliger te liggen dan doorgaans wordt uitgesproken. En wat mij betreft is daar niets op tegen. De kerkelijke verdeeldheid is nu eenmaal werkelijkheid, zij het een betreurenswaardige. En dan is het niet nodig om op politiek terrein te doen alsof het alles koekoek éénzang is. Laat ieder dan maar in alle redelijkheid zijn deel opeisen.

Maar ook daarin moeten we bewaard worden voor het overaccentueren van de verscheidenheid die er is tussen 'zonen van hetzelfde huis'.

Voor wie het nog niet duidelijk is, voeg ik daaraan toe dat het jammer is dat potentiële kandidaten niet altijd en niet alleen worden beoordeeld op hun persoonlijke visie en hun persoonlijke beleving van en omgaan met bepaalde aspecten van hun kerkelijk huis, maar zonder­ meer worden ingekleurd door het beeld dat men - ook nog niet eens altijd terecht - heeft van de omgeving waarin zij verkeren. Dat is niegoed. Het gaat om de man die daar staat, wie en wat hij is. Niet om zijn kerkenroad of zijn dominee

PUBLICITEIT

De laatste opmerking die ik in dit verband wil maken, heeft betrekking op de publiciteit. De aanbeveling stond inderdaad in de krant voordat deze aan de kiesverenigingen was verzonden. Dat heeft ook zeker or^ ze voorkeur niet, maar dit keer kor het moeilijk anders. Ook omdat er nog andere bescheiden naar de verenigingen verzonden moesten worden, is toch gekozen voor deze wI' ze en dit tijdstip van bekendmaken. De ervaring leert dat het moeilijk, zo niet onmogelijk is om nieuws ol'dit een week onder het deksel te houden. Altijd valt er toch wel wee' iets van de fiets of laat iemand iets in de trom liggen, waardoor het dan toch weer voortijdig bekend wordt.

NIET WIE, MAAR WAT

Ook deze gemotiveerde aanbeveling is mensenwerk. Natuurlijk hoc het anders gekund. Niet uitgeslotei is dat het beter had gekund. Wie zal het zeggen? De procedure is ropelijk helder en de overwegingen zijn toegelicht. Ik hoop dat het mag leiden tot een kandidatenlijst met een hoog tevredenheidsgehalte voor het geheel van hen die het staatkundig gereformeerd beginsel liefhebben.

En om dat laatste gaat het toch. Natuurlijk willen we een puik progran een mooi motto en een klinkende kandidatenlijst. En met dat alles etn voortreffelijke verkiezingscampagne. Maar als we het daarvan verwachten, zullen we bedrogen uitkomen. Laten we hopen en bidden daf we er voor bewaard worden zodanig op te gaan in de middelen, do* we het doel uit het oog verliezen. Met Gods hulp en met elkaar, als een enig man, met onze schamele middelen pogen de beginselen var^ Gods Woord op staatkundig terrein tot meerdere erkenning te brengen.

DN

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 1997

De Banier | 20 Pagina's

Van harte aanbevolen!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 1997

De Banier | 20 Pagina's