Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Woorden en Daden (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Woorden en Daden (4)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een vorige bijdrage heb ik benadrukt hoe noodzakelijk het is, dat degenen die de SCP-beginselen uitdragen, dat doen vanuit de kinderlijke vreze des Heeren. Nu wil ik proberen in te gaan op het getuigenis zelf. Welke Bijbelse eisen mogen en moeten wij stellen aan de boodschap die wij vertolken in het publieke leven? Ik noem enkele zaken.

AFHANKELUKHEID

Als wij voor hef eerst geroepen worden voor Gods Naam en zaak uit te komen in de Kamers, de Staten, de gemeenteraden of woor dan ook, zien we er erg tegenop. Als het goed is voelen we ons onbekwaam en ongeschikt. Dot drijft ons uit naar de Heere. Of Hij de woorden in onze mond wil leggen, maar ook de zaken in ons hart, zodat we niet een klinkend metaal of een luidende schel zijn. Maar een bewogen en oprecht getuige van Hem en van de beginselen die op Zijn eeuwige Waarheid gegrond zijn. Zo behoort het tenminste te zijn. Maar als het goed is, moet het ook zo blijven. Wij lopen allen het gevaar dat de voorbereiding in het gebed teveel ontbreekt. Juist als we langer meedraaien en er gewend aan raken te spreken, dan lopen we zo het gevaar onze afhankelijkheid van de Heere en dat in levende beoefening kwijt te raken. En juist dat goot ten koste van het getuigenis wat we uitdragen. De verborgen kant van ons leven is het belangrijkste. De zaken die aan de orde zijn aan de Heere voorleggen is het belangrijkste. Uit Hem de kracht de wijsheid, de voorzichtigheid putten, die we zo nodig hebben, daar gaat het om. De profeet Daniël is daarin een lichtend voorbeeld voor ons. Hij stond op een eenzame, maar o zo verantwoordelijke post. Zijn positie was te vergelijken met die van onze minister-president. Hij was omringd van vijanden. Want toen het erop aan kwam, moest niemand hem. De vorsten van Babel spanden allemaal samen om hem in de leeuwenkuil te krijgen. En ze wisten ook allemaal, Vi'aar het geheim van zijn leven lag. Ze wisten allemaal wat hij nooit zou opgeven. De drie dagelijkse hoogtepunten in zijn leven. Als hij zonder zich te schamen het aangezicht naar Jeruzalem wendde. Als hij de gemeenschap met de Heere beleefde. Daar nam hij de tijd voor. Daar zette hij alles voor opzij. Daar had hij alles voor over. Daaruit ontving hij de kracht, de wijsheid om zijn veelomvattende taak te verrichten in een Gode-vijandige omgeving.

Daaruit hebben ook wij veel te leren. Als die verborgen omgang met de Heere ontbreekt, als die echte afhankelijkheid niet beleefd wordt, dan hebben we geen zegen te verwachten. Dan goot er ook niets van ons uit. Dan brengen we misschien wel Bijbelse beginselen naar voren, maar we doen het op een wereldse wijze. Daniël en zijn drie vrienden waren waarschijnlijk de enigen onder de vorsten van Babel die vast kleefden aan Gods Woord. En toch hadden zij een onevenredig grote invloed. Het was niet hun getal, niet hun eigen kracht en wijsheid. Maar het was de levende omgang met de levende God, die het geheim van hun leven en de kracht van hun getuigenis uitmaakte. En de God van Daniël is ook nu nog Dezelfde.

Maar wat ontbreekt het ons vaak aan die echte afhankelijkheid. Laat dit niet een dode klacht zijn en blijven of een vrome constatering.

Maar dat het ons een schuld en nood worden, die ons uitdrijft naar Gods genadetroon. Zodat Zijn kracht in onze zwakheid blijkt. En er iets van ons getuigen uitstraalt wat van Hem is.

In die levende omgang met de Heere wordt ook iets anders geleerd, wat zo onmisbaar is.

OOTMOED

Het is zo noodzakelijk dot ons getuigenis echte ootmoed uitstraalt. Het is zo erg als we vanuit de hoogte spreken. Alsof wij het alleen weten. Alsof wij zo zuiver zijn. Dan kunnen we op zichzelf ware dingen zeggen en toch stoten we af. Ja, we staan eigenlijk de Heere tegen. Want God wederstoot de hovaardigen, maar de nederigen geeft Hij genade. Die ootmoed kan alleen geleerd worden in de levende ontmoeting met de Heere. Dan krijgen we Godskennis en vandoor uit ook zelfkennis. Dan leren we immers zelf totaal verdorven te zijn. Onbekwaam tot enig goed geneigd tot alle kwaad. Dan is dat niet meer een zuivere belijdenis van de lippen, moor een smartelijke beleving in het hart. De zonden die we zien in anderen zien we ook in onszelf. De samenleving die zo van God vervreemd is, is een weerspiegeling van wat in ons eigen hart leeft. We zijn vaak zo schijnheilig verontwaardigd over de gruwelen van anderen. Zonder dat we diezelfde gruwelen in eigen hort hebben ontdekt. Daarom blazen we vaak zo hoog van de toren. Dot betekent niet dat we enige zonde goedpraten of toedekken. Maar wel dat we echt beseffen zelf geen haar beter te zijn. Als we het anders mogen zien, als we het oprechte verlangen mogen kennen om naar Gods Woord te handelen en te wandelen, dan is het genade alleen. Als de Heere ons aan onszelf overgelaten had, don waren we net zo geweest of nog erger.

Als dot ontbreekt wordt ons getuigenis hord. Dan kunnen we formeel het gelijk wel aan onze kont hebben. Maar toch, het klinkt o hord, zo liefdeloos, zo onbarmhartig als de rechte ootmoed ontbreekt. Die ootmoed moet ook daarin blijken, dat we onszelf ook echt mede schuldig voelen oon de zonden van ons land en volk. Dat we beseffen allen medeplichtig te zijn aan het diepe verval waarin we verkeren. Begint het oordeel niet van het huis Gods? Juist bij de profeet Daniël treffen we dot besef zo zuiver oon als hij bidt: "Wij hebben gezondigd, en hebben onrecht gedaan, en goddelooslijk gehandeld en gerebelleerd, met af te wijken van Uv^ geboden en van Uv^ rechten." Geve de Heere ons allen veel van die gezindheid. Dot zal ons getuigenis ten goede komen.

Ds D.J.Budding

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 januari 1998

De Banier | 20 Pagina's

Woorden en Daden (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 januari 1998

De Banier | 20 Pagina's