Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Richtlijn getoetst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Richtlijn getoetst

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

TEKST & UITLEG

Met meer dan gev/one belangstelling is dit keer uitgezien naar het resultaat van de onderhandelingen over het al dan niet aangaan van een lijstverbinding met een andere partij of andere partijen bij de komende gemeenteraadsverkiezingen. In ongeveer de helft van de gemeenten waar de SGP deelneemt aan deze verkiezingen doet ze dat met een zelfstandige lijst, de andere helft maakt deel uit van een gecombineerde lijst, hetzij met het GPV, hetzij met de RPF, hetzij met beiden. Nu alle kandidatenlijsten zijn ingeleverd, kan de balans v^at dat betreft weer worden opgemaakt.

RICHTLIJNEN

De eerste vraag die zich daarbij voordoet, is waarom er sprake is van meer dan gewone belangstelling. Die vraag wijst er op dat niet overal werd gedacht aan een vanzelfsprekende voortzetting van de bestaande samenwerkingsverbanden. Zonder daar op dit moment veel woorden aan te wijden, zal het degenen die de discussies daarover enigszins hebben gevolgd, niet vreemd in de oren klinken als voor de oorzaak daarvan doorgaans wordt verwezen naar het verschil van inzicht over de plaats van de vrouw.

En nu is het bepaald niet de bedoeling om hier de argumenten vóór en tegen nog weer eens te noemen. Uitgangspunt binnen de SGP is dat op grond van Gods Woord het regeerambt de vrouw niet toekomt. GPV en RPF denken daar duidelijk anders over, met als gevolg dat vrouwen niet alleen worden toegela­ ten op kandidatenlijsten, maar dat het actief deelnemen aan het openbaar bestuur door vrouwen, in die partijen duidelijk wordt gestimuleerd.

Dat laatste is betrekkelijk nieuw en ontwikkelde zich tot een complicerende factor bij het aangaan van samenwerkingsverbanden. Incidenteel was dat al het geval bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1994. Bij gebrek aan duidelijke partij-interne regelgeving heeft zich dat toen onttrokken aan de waarneming van het Hoofdbestuur, hoewel ook toen voor iedere combinatielijst waarin de aanduiding 'SGP' voorkwam, de goedkeuring van dat Hoofdbestuur vereist werd.

Heel duidelijk kwam het probleem aan het licht bij het samenstellen van de lijst voor de Europese verkiezingen van 1995. De aanvankelijke plaatsing van een RPF-vrouw op de kandidatenlijst, die zich later vrijwillig heeft teruggetrokken, heeft er ioe geleid dat er een partijstandpunt bepaald moest worden over de begrenzing van samen werkingsverbanden. Er was behoefte aan een Richtlijn waarin werd aangegeven waar de principiële grenzen lagen van de mogelijkheden om gezamenlijk met verwante politieke partijen en/of groeperingen deel te nemen aan verkiezingen en openbaar bestuur.

Een dergelijke Richtlijn was er overigens al tientallen jaren. Feitelijk vroeg deze dus alleen om aanpassing. Niet vanwege gewijzigd partijbeleid binnen de SGP, maar onmiskenbaar vanwege het feit dat de ineengeschoven lijsten niet meer vrouw-vrij gehouden konden worden.

Een en ander heeft er toe geleid dat de bestaande Richtlijn werd uitgebreid met de bepaling dot krachtens haar principiële uitgangspunten de SCP geen vrouw(en) op gemeenschappelijke kandidatenlijsten accepteert. Waaraan werd toegevoegd dat er gewichtige redenen konden zijn die uitzonderingen daarop mogelijk maakten, mits het daarbij zou gaan om niet-verkiesbare plaatsen.

REACTIE GPV EN RPF

Min of meer als reactie daarop werden ook binnen GPV en RPF de richtlijnen voor het uitkomen met een gecombineerde lijst, aangescherpt. Het GPV bepaalde dat de samenwerkingsovereenkomst geen bepaling (meer) moc/rf bevatten waaruit bleek dat de deelnemende partijen waren overeengekomen dat er geen vrouwen op de kandidatenlijst geplaatst zouden worden. De RPF ging nog een stap verder en instrueerde haar verenigingen dat de samenwerkingsovereenkomst een bepaling moest bevatten dot iedere partij verantwoordelijk was voor de eigen kandidaten.

Voorafgaande aan de onderhandelingen werd onzerzijds een aantal zaken nog wat nader toegelicht. Met name vragen als; wat moet verstaan worden onder een niet-verkies bare plaats, wat zijn de uitzonderingssituaties en hoe gaan we om met bestaande samenwerkingsverbanden, kwamen daarbij aan de orde. De antwoorden daarop zijn zo duidelijk mogelijk gegeven en zijn ook op deze plaats aan de orde geweest. Antwoorden die op hun beur ook niet méér konden zijn dan een richtlijn. Er zijn immers geen twee situaties volkomen identiek!

Eén zaak was volstrekt duidelijk, er zou nooit een zodanige situatie mogen ontstaan dat een staatkundig gereformeerd vertegenwoordiger in één fractie zou zitten met een vrouw. Niet omdat hij méér is, niet omdat hij daarboven stoot, niet omdat hij het beter kan, maar omdat Gods Woord ons zegt dat het regeerambt de vrouw niet toekomt. Geen wonder dat in nogal wat gemeenten met zorg werd uitgezien naar de onderhandelingen.

DE TOETSING CHTERAF

Nu we er achter staan, kan het geen kwaad de totaal-situatie eens te overzien, is de Richtlijn werkelijk functioneel geweest? Niet zelden is het immers zo, dat dergelijke regels vanuit de theorie worden opgesteld en dat de toetsing in de praktijk vervolgens uitwijst dot ook hier 'de natuur sterker is dan de leer'. Waar nog bij komt dat er ook op het terrein van de Kieswet wijzigingen kwamen die de zaken niet vereenvoudigden. Wat dacht u van de mogelijkheid om met 25 procent van de kiesdeler bij voorkeur gekozen te worden! Wat is dan nog een nietverkiesbare plaats? !

Het resultaat van de onderhandelingen is niet in enkele woorden weer te geven. Er waren situaties waarin, bij wijze van spreken, met één oog- : -pslag geconstateerd kon worden 'Jat er geen belemmeringen waren , 'oor het afgeven van een machtiging. Er waren ook situaties waarin Tiet dezelfde enkele oogopslag ge- 'lonstateerd kon worden dat het afgeven van een machtiging lijnrecht n strijd zou zijn met de Richtlijn. De ene situatie wit, de andere zwart. Dat gaat nog wel. Maar daartussen •gt zoveel grijs! En dan is het alleloal zo eenvoudig niet meer. 'erugziende op het uiteindelijk to- •aol van lijstverbindingen, kunnen .ve niet anders dan constateren dat et meest gewenste resultaat, geen i|Sten met vrouwen daarop, niet is bereikt. En don gaat het niet om no- Tien, niet om aantallen en ook niet •ot in details om alle afwegingen. Eén ding zou duidelijk moeten zijn, namelijk dat het Hoofdbestuur, in overleg met betrokken besturen, de grootst mogelijke zorgvuldigheid heeft betracht. Dat heeft allereerst *ot gevolg gehad dat niet alle aandragen zijn gehonoreerd. Dat heeft ook in meer don één situatie tot gevolg gehad dat betrokkenen opnieuw om de onderhandelingstafel zijn gaan zitten en daar in de meeste gevallen ook met een meer acceptabel resultaat vandaan zijn gekomen.

DE DORDTSE VARIANT

Vooraf was duidelijk gemaakt dat met niet-verkiesbaar iets anders v^erd bedoeld dan -bijwijze van '-preken- de derde plaats op een lijst A'oarop men één of twee zetels verwachtte. Maar een plaats in de on­ derste regionen van de lijst was niet voldoende sinds de nieuwe voorkeursregel van kracht werd. Wat nu?

Uitkomst bood de zogenoemde 'Dordtse variant'. Kort gezegd komt die er op neer dat de SGP in een combinatiefractie met onmiddellijke ingang de samenwerking beëindigd als er, door wat voor omstandigheid dan ook, bij tussentijdse opvolging een vrouw intrede doet in de fractie. Die variant heeft meerdere samenwerkingsovereenkomsten 'gered'. Waarbij niet onvermeld mag blijven dot daarover 'onder ons' een grote mate van overeenstemming gevonden werd.

Er is intensief onderhandeld. Een door het fHB ingestelde 'kleine commissie' is avonden het land in geweest om plaatselijk poolshoogte te nemen van en overleg te voeren over de voor dié gemeente specifieke omstandigheden. Vooral was dat oon de orde in gemeenten waar de SGP zelfstandig best één of meer zetels zou kunnen behalen, maar waar het ging over de voortzetting van een, soms decennia-lange, goede samenwerking.

Alle lijstineenschuivingen waarbij, op welke plaats op de lijst dan ook, vrouwen in het geding waren, zijn door het Dagelijks Bestuur besproken en vervolgens gerapporteerd aan het Hoofdbestuur.

HET ZICHTBAAR RESULTAAT

Het resultaat? Voor wie zich er in wil verdiepen, en die zullen er ongetwijfeld zijn, is dot wat mij betreft beschikbaar. Maar daarbij moet wel een aantal overwegingen worden betrokken. Wat u ziet, is dikwijls niet de werkelijkheid. Het kon zijn dat u een lijst ziet met op de vierde plaats een vrouw, terwijl er twee zetels behaald kunnen worden. Maar in de onderliggende samenwerkingsovereenkomst is vastgelegd dat de tussentijdse opvolging geschiedt volgens partijvolgorde en niet volgens lijstvolgorde. En dat betekent in dit geval dat deze nr. 4 pas aan de beurt is als er eerst twaalf anderen bedanken. Dat verandert de zaak!

We noemden het woord 'samenwerkingsovereenkomst'. Daarvan heeft de praktijk geleerd dat het voorkomt dat daarin meer afspraken niet werden opgenomen dan wel. !n allerlei sub-documenten, zoals samensprekingsnotulen, zijn dan zaken vastgelegd die problemen op zouden leveren bij toetsing door GPV en/of RPF. Als u vraagt of we daar gelukkig mee zijn, is het antwoord zonder enige aarzeling: nee, bepaald niet. Dat zal ook punt van onderling overleg zijn na de verkiezingen.

BESTAANDE SITUATIES

Nu we alle onderhandelingen achter de rug hebben, kan geconstateerd worden dat er bij het opstellen van de Richtlijn wellicht toch onvoldoende oog is geweest voor het feit dat het niet eenvoudig is om een goed-functionerend bestaand samenwerkingsverband te verbreken. Zeker wanneer er niet direct de dreiging is van daadwerkelijke deelname van vrouwen. Dan zou gekozen moeten worden tussen het opzeggen van de samenwerking, soms inclusief een zetel in het college van B & W, en het accepteren van een vrouw op, ik noem maar wat, de vijftiende plaats.

Dat is niet eenvoudig. Zeker niet als er mensen bij betrokken zijn die nog weten dat in vroeger jaren de SGP ook op één lijst uitkwam met ARP en CHU, inclusief vrouwen. Zonder dat ooit het Hoofdbestuur in woord of geschrift liet weten dat dit in strijd was met de SGP-beginselen.

Tot het 'zichtbaar resultaat' horen ook de verbroken verbanden. Dat is geen zaak van vreugde, maar als

Vervolg op pagina 6 Vervolg van pagina 5

het een gevolg is van het niet-accepteren door anderen van een bijbelsgefundeerd standpunt, dan is dot toch altijd beter dan het prijsgeven van een principe. Daarnaast mag ook hier niet onvermeld blijven dat niet alle verbroken verbanden direct te herleiden zijn op de vrouv^enkwestie. Er zijn ook situaties geweest waarin anderen meenden dat op eigen kracht een beter resultaat bereikbaar was dan in combinatie met. Uiteindelijk is dat ieders goed recht. Toch zijn ook daar in sommige gevallen ethische kanttekeningen bij te plaatsen.

BLIJVEN WORSTELEN

Het zal duidelijk zijn dat hierover nog veel meer is te zeggen. Het zou niet veel oplossen. We kunnen hef met iedereen eens zijn dat het opmaken van de eindbalans bepaald geen 'winst' laat zien. Ook al valt de direct zichtbare schade dan misschien wel mee. De Dordtse variant is, alles overwegende, ook niet meer dan een nood-oplossing. Ik bedoel dat niet als verwijt naar de gebruikers, dat weten ze. Ook voor hen was het doorgaans de enig overblijvende mogelijkheid na lange onderhandeling en na veel worsteling. En zolang de worsteling er is, zijn er erger dingen denkbaar dan dergelijke varianten. Maar wij mensen hebben de kwalijke eigenschap dat we de dingen die uit nood en na worsteling tot stand komen, bij een volgende gelegenheid gewoon zijn gaan vinden en ze vervolgens zonder discussie accepteren. Met alle gevolgen van dien. En is het van die kant bekeken toch ook weer niet een stap in een richting die we eigenlijk niet willen?

Daarbij doet zich dan telkens weer de vraag voor waar de grens ligt. Wanneer zijn we op het punt gekomen dat we zeggen moeten dat het niet meer verantwoord is om in die 'omgeving' of door die en die middelen onze beginselen uit de dragen. En wie bepaalt precies de grens? Het Hoofdbestuur gaf daarin een Richtlijn, maar heeft nadrukkelijk en bewust de ruimte gelaten voor de verantwoordelijkheid van het plaatselijk bestuur. Die heeft altijd hoog in het vaandel gestaan. Ook onder ds Kersten en ds Zandt is daar bij herhaling op gewezen. Het HB heeft altijd aangegeven dat plaatselijke omstandigheden het best plaatselijk beoordeeld kunnen worden. Maar omdat de Kieswet een machtiging van het HB verlangt, is er ook inhoudelijke toetsing. In dot licht bezien, is het op zich een goede zaak dat er in twijfelgevallen overleg is tussen het lokaal bestuur en het Hoofdbestuur.

Alle samenwerkingsverbanden waarbij één of meer vrouwen voorkwamen op de kandidatenlijst zijn besproken. Zoals reeds werd gezegd, konden ze niet allemaal (direct) gehonoreerd worden. Uiteindelijk is in een vijftiental gevallen de machtiging toch verleend. Het zou geen zin hebben ze stuk voor stuk te bespreken. Het is bekend dat er binnen de partij niet eensluidend over deze zaken wordt gedacht. Dat is nog nooit anders geweest. Wie kennis neemt van vragen die in vroeger jaren gesteld werden op de Algemene Vergaderingen, komt er wel achter dat er ook op dit terrein geen nieuws is onder de zon.

HET STOND IN DE KRANT

De berichtgeving hierover in de pers was ook niet altijd even gelukkig. Een voorbeeld? Amersfoort. GPV, RPF en SGP komen met een gemeenschappelijke lijst uit. in 1994 was dat een GPV-lijst en een SGP/RPF-lijst met één SGP-er in de raad. Nu lezen we in de krant: 'Er was geen strikte noodzaak voor samenwerking. Dat ze toch de handen ineen slaan, gebeurt op basis van vrijwilligheid en heeft vooral praktische redenen'. (Op de lijst staan ook vrouwen.)

Geen noodzaak om samen te werken en toch doet de SGP mee, en nog wel mét vrouwen op de lijst. Hoe zit dat dan? Dat kweekt onbegrip en dat is jammer. 'Niet strikt noodzakelijk' gold hier alleen voor het GPV. Dat kon met een zelfstandige lijst ook zetels halen. De RPF niet en de SGP ook op geen stukken na. En toen bleek dat de RPF niet meer 'in' was voor een combinatie met de SGP alleen, moest de SGP kiezen voor de combinatie of voor een kansloze zelfstandige lijst. 'Het stond in de krant" zegt don ook niet alles.

Dat is dan tegelijk een voorbeeld van de afwegingen die gemaakt moesten worden. Want inderdaad, wat is het alternatief als de samen­ werking niet doorgaat? Niet zelden inderdaad een kansloze lijst. Met al Ie gevaren van dien. Er zijn, mede vanwege de kwestie 'vrouwen op de lijst' in 1994 bestaande samenwerkingsverbanden verbroken, waardoor de SGP met een kansloze lijst uit moest komen. Met als gevolg extra stemmenverlies omdat een aantal mensen per definitie niet wil stemmen op zo'n lijst. Om die reder is er ook een aantal combinaties-inhersteld-verband ontstaan. Daarnaast is opnieuw de 'gastplaats-con structie' gehanteerd. Maar daar hopen we de volgende keer nog even op terug te komen.

VOORZICHTIGHEID

In dit alles spreken we de wens uit dat er voorzichtigheid zal zijn in he' beoordelen van elkaar in samenwer kingssituaties. Over de hoofdlijn zijr we het eens; in de uitwerking zijn e; verschillen. En die zijn er altijd geweest. Laten we dat in elkaar verdragen. Het kan goed zijn daarove met elkaar te spreken, elkaar daarover te bevragen. Vanuit de liefde tot het beginsel en de begeerte dat tot meerdere erkenning gebracht te zien. Begrip opbrengend voor elkaars moeite en zorg; elkaar niet te snel beginselverzaking verwijten. Maar als er aantoonbaar zere plekken zijn, mag de vinger er op gelegd! Waarbij het vanzelfsprekend van groot belang is, hoé dat gedaan wordt.

DN

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 februari 1998

De Banier | 20 Pagina's

De Richtlijn getoetst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 februari 1998

De Banier | 20 Pagina's