Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE WETHOUDER MAG VAN BUITEN DE RAAD KOMEN, MAAR MOET BINNEN DE GRENZEN BLIJVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE WETHOUDER MAG VAN BUITEN DE RAAD KOMEN, MAAR MOET BINNEN DE GRENZEN BLIJVEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wethouders en gedeputeerden kunnen in de toekomst aangetrokken worden van buiten de kring van gemeenteraden en provinciale staten. Dit staat in het - langverwachte - wetsvoorstel van minister Dijkstal en staatssecretaris Van de Vondevoort waarmee de ministerraad op 8 mei heeft ingestemd. Het voorstel wordt ter advisering aan de VNG en het IPO voorgelegd.

KEUZEMOGELIJKHEID

Momenteel worden wethouders door en uit de gemeenteraad gekozen. Wethouders zijn dus per definitie ook lid van de gemeenteraad. Het voorstel van de bewindslieden van Binnenlandse Zaken biedt gemeentebesturen een keuzemogelijkheid. Men kan het huidige systeem handhaven of ervoor kiezen dat wethouders van buiten de raad worden aangetrokken. Kiest men voor dit laat- ste, dan sluit dat niet uit dat raadsleden tot wethouder wor- den benoemd. Wel is het zo dat zij dan afstand moeten doen van hun raadszetel.

De centrale gedachte achter dit wetsvoorstel is, dat deze mogelijkheid van uitbreiding van het recruteringsbereik de kwaliteit van colleges ten goede kan komen, omdat specifiek gewenste deskundigheid makkelijker kan worden aangetrokken. Ook wordt bijgedragen tot een zuiverder controleverhouding tussen raad en college.

Welk systeem men ook kiest, gedurende de collegeperiode kan op de gemaakte keuze niet worden teruggekomen. Het wetsvoorstel leidt altijd tot een zogeheten homogeen samengesteld college. Dat wil zeggen dot wethouders óf allemaal wel óf allemaal geen lid van de raad zijn. Datzelfde geldt ook voor gedeputeerden en statenleden.

MONISME EN DUALISME

De discussie over de vraag of wethouders alleen vanuit de gemeenteraad kunnen worden benoemd of ook van buiten de raad heeft alles te maken met de begrippen monisme en dualisme. In het rapport van de Commissie-Van Thijn De burgemeester ontketend, Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 21 427, nrs. 34-35, wordt een monistisch bestuurlijk stelsel omschreven als een stelsel waarin het ene bestuursorgaan (i.e. de gemeenteraad) gezien zijn bevoegdheden een dominerende positie inneemt en het andere bestuursorgaan (i.e. het college van B en W, resp. de burgemeester) een ondergeschikte positie heeft met afgeleide bevoegdheden. Dualisme duidt op een meer evenwichtige 'erhouding tussen twee bestuursorganen, waarbij beide organen eig -n, oorspronkelijke don wel niet va' de ander afgeleide bevoegdheden 3- zitten.

Hoewel het gemeentelijke stelsel zowel monistische als dualistische e- menten bevat, is in de kern echtt. sprake van een monistisch systeem. Dit betekent onder andere dat d; gemeenteraad aan het hoofd va de gemeente staat en het aan h' college opgedragen dagelijks b' stuur geen volledige en zelfstanc j uit te oefenen bevoegdheid is. h bestel op nationaal niveau is dac - entegen dualistisch van aard. Reqering en Staten Generaal hebben e- der hun eigen bevoegdheden.

EEN MEER DUALISTISCHE AANPAK

Hoewel de Gemeentewet het me- istische stelsel als uitgangspunt ne^nt, wordt aan gemeenten de ruimte relaten om zelf voor een meer duoi'stische aanpak te kiezen. Zo maak de gemeenteraad zelf uit welke bevoegdheden aan het college wc den gedelegeerd. Op deze wijz> kan de raad de dualistische elerr m- ten versterken dan wel beperken In hun artikel in Zicht, 1994 nr. 1 werpen mr. A. Weggeman en mr I. Bakker de vraag op of het aanstellen van wethouders van buiten de raad een dualistisch element toevoegt dat het monistisch bestel op een onaanvaardbare wijze overhoop gooit, of een dualistisch element is dat er nog wel bij kan. De auteurs concluderen dat het benoe- men van wethouders van buiten de rood inderdaad de dualistische tendens versterkt, maar oen de monistische hoofdstructuur op zich geen afbreek hoeft te doen. Daarbij speelt de bevoegdheidsverdeling tussen raod en college immers ook een rol. Al met al zegt het duo geen dogmatische bezwaren aan te kunnen voeren tegen meer dualisme in het gemeentebestel en wordt een verdere gedachtenvorming bepleit.

GRENZEN

Ook de SGP-Tweede Kamerfractie heeft zich meerdere molen niet onwelwillend uitgelaten over een verdere doordenking van de mogelijkheid van wethouders van buiten de raad. Tijdens een nota-overleg op 1 april 1996 zei woordvoerder Van den Berg dat eerst een heldere principiële discussie moest worden gevoerd omdat bij de herziening van de Gemeentewet - nog niet zolang daarvoor - de monistische hoofdstructuur was herbevestigd. Hij wilde overigens niet op voorhand uitsluiten dat een uiteindelijk voorstel doarin zou passen, moor gaf impliciet wel aan dot de grenzen van het monisme niet uit het oog mochten worden verloren (zie: DOELWIT in De Banier nr. 8, 18 april 1996).

TEGENSPRAAK

Deze opvatting van Van den Berg wordt ook gedeeld door de Raad voor het openbaar bestuur (Rob). De Rob bracht vorig jaar november op verzoek van de minister een advies uit over het functioneren van roden en staten en over de voordelen van monisme en dualisme. Eén van de aanbevelingen luidde om te kiezen voor een systeem waarbij raadsleden die benoemd zijn tot wethouder, bedanken voor het raadslidmaatschap. Naar het oordeel van de Rob past dit nog net binnen de grenzen van het monistisch bestel.

De Rob stelde dat een verdergaandevariant, waarbij iemand tot wethouder wordt benoemd die niet eerst tot raadslid is verkozen, buiten de grenzen van het monisme zou vallen.

In maart dit jaar was er sprake van dot op korte termijn een conceptwetsvoorstel in de ministerraad besproken zou worden, waarin het alvast mogelijk zou worden gemaakt dat tot wethouder benoemde raadsleden bedanken voor het raadslid­ maatschap na hun benoeming tot wethouder. fHiervoor werd gekozen omdat een dergelijk voorstel binnen de huidige grenzen van het bestel in ieder geval mogelijk werd geacht. De ministerraad ging echter op 8 mei akkoord met een wetsvoorstel van minister Dijkstal en staatssecretaris Van de Vondevoort waarbij wethouders van buiten de raad mogen worden aangetrokken. Dot lijkt in tegenspraak met de conceptversie te zijn. Te meer daar het uiteindelijke voorstel zonder enige nadere toelichting is openbaar gemaakt en het toch een wezenlijke verandering in het bestuurlijk bestel betreft, heeft de Rob Dijkstal op 14 mei om een verklaring gevraagd.

Het wachten is nu dus op het antwoord van de minister, maar een ding is duidelijk: het laatste woord over de wethouder van buiten de raad is nog niet gesproken. Wellicht dat 'op de valreep' dan alsnog datgene kan plaatsvinden, waar SGPwoordvoerder Van den Berg al in april 1996 om vroeg: een fundamentele discussie.

H. van der wal

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 mei 1998

De Banier | 16 Pagina's

DE WETHOUDER MAG VAN BUITEN DE RAAD KOMEN, MAAR MOET BINNEN DE GRENZEN BLIJVEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 mei 1998

De Banier | 16 Pagina's