Een goed begin...

PARLEMENTAIR LOGBOEK

De eerste redevoering die een nieuw kamerlid houdt, staat in de wandelgangen bekend als de parlementaire 'maiden-speech'. Dat woord stamt uit de taal van onze buren aan de overkant van de Noordzee. Een maiden is een meisje, een ongetrouwde vrouw, maar betekent ook eerste. Speech is een woord dat al lang in het Nederlands is ingeburgerd, en betekent: redevoering.

GEEN WOORD

Het reglement van orde van de Tweede Kamer rept met geen woord over de maiden-speech. Er is op papier dan ook niets over geregeld. Dat neemt niet weg dat er wel degelijk een paar ongeschreven regels zijn, waar iedereen zich aan houdt als een pas gekozene voor het eerst van wal steekt. Bestendig gebruik wil bijvoorbeeld dat een kamerlid dat aan z'n maiden-speech bezig is, door z'n collega-kamerleden met rust wordt gelaten. Interrupties zijn verboden. Een andere traditie wil dat de Voorzitter, als de maidenspeech tot een goed eind is gebracht, de vergadering even schorst teneinde de in de zaal aanwezigen de gelegenheid te geven de nieuwkomer geluk te wensen, vaak vergezeld van een handdruk en een bloemetje. De volgende spreker op de sprekerslijst doet daar na de schorsing nog een schepje bovenop door zijn of haar bijdrage te beginnen met een kort persoonlijk woord.

SGP-maidenspeeches zijn zeldzaam. Dat heeft uiteraard alles te maken de stabiliteit en continuïteit die zo kenmerkend is voor de SGP en het optreden van de staatkundiggereformeerden. Weinig verloop onder de kiezers en ook weinig verloop onder de SGP-kamerleden, iets wat mede samenhangt met het gegeven dat het kamerlidmaatschap wordt gezien en ervaren als een roeping. Wie de parlementaire geschiedenis van de SGP erop naslaat, zal ontdekken dat SGP-kamerleden -uitzonderingen daargelatenop betrekkelijk jonge leeftijd op het Binnenhof beginnen, maar daar dan ook lang doorgaan. Het beeld von 'oude mannen' die de SGP in Den Haag vertegenwoordigen is dan ook maar ten dele juist.

Sommigen beschouwen het als een voordeel, anderen als een nadeel, feit is dat kamerleden van kleine fracties vaak al heel snel aan hun maiden-speech toe zijn. Is er in grote fracties altijd nog even ruimte om de kat eerst nog een poosje uit de boom te kijken, in een kleine fractie is dat, gezien het vele werk dat door weinigen verzet moet worden, ondoenlijk. Ook mensen die van nature bescheiden zijn, kunnen zo gedwongen worden al heel snel vanaf het spreekgestoelte van zich te doen horen. Soms onverwacht snel.

HONNEURS

Dat ondervond onze huidige fractievoorzitter, ir. Van der Vlies aan den lijve. Hij belandde op 23 juni 1981 in een wel heel bijzondere situatie. Nietsvermoedend zat het kersverse SGP-kamerlid die dag naast zijn fractiegenoot ir. Van Rossum in het SGP-bankje (die had je toen nog) wat door zijn stapels paperassen te bladeren. Het debat ging over de oprichting van de Woterschapsbank NV. Financieel specialist en beoogd woordvoerder bij dit onderwerp, de heer Van Dis, was op dat moment verhinderd, waarop er in de driemansfractie van de SGP overeengekomen was dat ir. Van Rossum de honneurs voor Van Dis zou waarnemen. Deze wachtte don ook geduldig zijn beurt af.

Doch voordat Van Rossum en Van der Vlies goed en wel beseften wat er aan de hand was, stond er plotsklaps een Kamerbode bij het SGPbankje. Hij had een verzoek voor ir. Van Rossum bij zich: of deze zo vriendelijk wilde zijn in de voorzittersstoel plaats te nemen? De echte Mijnheer de Voorzitter, Dolman, was weggeroepen voor een dringende kwestie en Van Rossum was als plaatsvervangend voorzitter de enige in het gebouw aanwezige die hem vervangen kon.

Verbazing en verwarring in het SGP-bankje. Wat nu? Van Dis zat elders in een vergadering en Van Rossum mocht als voorzitter niet aa- de beraadslagingen deelnemen. Er dienden zich twee alternatieven aan: het debat laten lopen en de SGP-inbreng verloren te laten gaan, óf... Van der Vlies in het diepe te gooien. Gekozen werd voor het laatste. Zodat zich de wel heel uitzonderlijke situatie voordeed de* de amper ingewijde Van der Vlies onverwachts op het spreekgestoelte kwam te staan om door, onder het wakend en goedkeurend oog van waarnemend Kamervoorzitter Van Rossum de met de hand volgescrreven velletjes papier van de heer /an Dis voor te dragen...

Zo verging het onze nieuwste nieuweling. Van der Staaij, gelukkig niet. Hij mocht vorige week zijn maiden-speech houden. Geen spectaculair onderwerp: de Experimentenwet Stad en Milieu. Hij had z ch er met een van de fractiemedewerkers goed en tijdig op kunnen prepareren. Een voordeel was ook öat de oord van het onderwerp enigszins aansloot bij de werkzaamheden die hij als jurist bij de Raad van State verrichtte. Uiterlijk geen sporen van nervositeit o.i.d. vertonend, bracht hij het SGP-geluid over het voetlicht, evenwichtig, en tevens nelder en duidelijk. Conclusie van de luisteraars voor en achter 'de groene gordijnen' (waaronder de andere twee kamerleden van de SGP en de aanwezige fractiemedewerkers, inclusief drie medewerkers van het GPV): als een goed begin inderdaad het halve werk is, heeft Van der Staaij de helft van zijn werk cl achter de rug.

SPREUKEN

Zoals hierboven al werd opgemerkt: goed gebruik wil dat de spreker na de maidenspeecher kort ingaat op het gesprokene. Die spreker was GPV'er Van Middelkoop.

Hij zei dit: "Mevrouw de Voorzitter! Aan mij het genoegen en de eer onn onze nieuwe SGP-collego Kees van der Staaij geluk te wensen met zijn maiden-speech. Daaruit blijkt in elk geval dat hij als oud-medewerker van de Raad van State - ik heb vooraf geïnformeerd of hij misschien betrokken was bij het advies, maar dat was niet het geval - niet vreemd staat tegenover wetgeving. De ko- merde tijd zal hij wel merken dat er noa veel meer op hem af zal komen Daarbij zal hem de waarheid niet ontgaan, die vervat is in een van de woorden van de Spreukendichter - ik gebruik niet de Statenvertaling - namelijk: de tong der wijzen brengt degelijke kennis voort, moor de mond der zotten stort dwaasheid uit. Hij zal merken dat er hier veel wijsheid en ook veel dv/GOsheid zal worden verkondigd. Ik v^ens hem toe de tong der wijzen en de steun van de almachtige God in z; jn werk hier."

EXPERIMENTEN

De Experimentenwet waar Van der Stoaij zijn eersteling over hield heeft betrekking op de ruimtelijke ordening in ons land. Waar veel mensen op een kleine ruimte samenwonen, moet er veel geregeld worden, en dat geeft in de praktijk de nodige problemen, omdat wetten nu eenmaal globaal zijn en er plaatselijk oms'andigheden zijn waar een strikte toepassing en handhaving van die wetten minder goed, soms zelfs slecht uitwerkt. In de Experimentenwet wordt nu de bevoegdheid geïntroduceerd voor gemeenteraden om in aan te wijzen 'experimenteergebieden' een aantal milieunormen te versoepelen.

Ook mogen in die gebieden de procedure- en bevoegdheidsregels op grond van wetten als de Wet milieubeheer en de Wet geluidhinder vervangen worden door afwijkende, bijzondere procedures. Dit allemaal om meer maatwerk te kunnen 'leveren'.

Van der Staaij begon z'n bijdrage met de vaststelling dat de overheid krachtens het bijbelse rentmeesterschap geroepen is om zorg te dragen voor een verantwoord milieubeheer. Daarvoor zijn duidelijke en handhaafbare milieunormen onontbeerlijk. Maar natuurlijk mag en moet daarbij rekening worden gehouden met plaatselijke omstandigheden. Dat deze wet daarin voorziet, heeft de instemming van de SGP-fractie.

Over de manier waarop het kabinet dit heeft geregeld, stelde de geachte afgevaardigde uit Benthuizen enkele kritisch-opbouwende vragen. Zo vroeg hij de aandacht van de regering voor het feit dot in het voorliggende wetsvoorstel geen minimumniveau van bescherming (milieu, volksgezondheid, veiligheid) gegarandeerd wordt. Een "zwakke stee" in het geheel? En: komt hier ook niet de rechtszekerheid in het geding? Kanttekeningen werden er ook geplaatst bij de compenserende maatregelen ten behoeve van in hun belangen geraakte burgers.

Van der Staaij informeerde in dit verband ook uitdrukkelijk naar de plannen van het kabinet met betrekking tot de niet-stedelijke gebieden. Dit is de Experimentenwet stad en milieu. Zou het geen goede zaak zijn om ook voortgang te maken met een dergelijk wetsvoorstel voor de landelijke gebieden, zodat ook daar maatwerk geleverd kan worden? Dat de SGP dat wil, moge duidelijk zijn. Immers, ook daar botsen milieunormen nogal eens met andere belangen. Zonder aan de milieueisen iets af te willen doen, moet ook daar ruimte zijn dan wel gemaakt worden voor flexibiliteit.

PORTEFEUILLES VERDEELD

Nu de SGP-fractie na de verkiezingen van 6 mei jl. een andere samenstelling heeft gekregen, is het niet ondienstig om de nieuwe taakverdeling van de kamerleden aan 'de partij' door te geven. Op verschillender verzoek volgt hieronder het lijstje met namen van kamerleden en de departementen die zij in hun portefeuille hebben. Bellers en briefschrijvers weten dan direct aan wie zij hun vragen en opmerkingen kunnen richten. Dit is de huidige verdeling:

VcnderVli esFinanciën / Rijksuitgaven Volksgezondheid, Welzijn en Sport Landbouw, Natuurbeheer en Visserij Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Van den BergEconomische Zaken Binnenlandse Zaken Verkeer en Waterstaat Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking Europese Zaken Defensie

Van der StaaijSociale Zaken en Werkgelegenheid Justitie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen