Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

”Daar zij licht”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

”Daar zij licht”

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Genesis 1: 9 midden)

De uitdrukking is bekend: "God spreekt en het is er, Hij gebiedt en het staat er". Uit de duisternis, welke op de afgrond was, deed God, de Levende God, het licht openbaar worden. Daarna, dus op de vierde dag, schiep God de dragers van het licht, namelijk de zon, de maan en de sterren. Ja, de Heere, de Almachtige, spreekt en het is er, gebiedt en het staat er. Zo schiep God de zon tot heerschappij op de dag en de naam en de sterren tot heerschappij van de nacht. God, de Vader der lichten. Die een ontoegankelijk licht bewoont. Die is het. Die de mens plaatste in het Paradijs. Daar stond de mens, geschapen naar het Beeld Gods, in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid in de gemeenschap met God. Een storeloze vrede was daar het deel, waarin de mens leefde. Het Paradijs, de lusthof. fHier waren geen zonden en daarom geen wonden, hiet laat zich naar het verstand niet indenken wat dit geweest is. Geen zonden, dat is geen moeite, geen zorg, geen druk, geen enz. enz., ja geen dood. Immers door de zonden is de dood in de wereld gekomen en die gaat door over alle mensen. Dot wordt elke dag bevestigd. Ongetwijfeld ziet u terug op dit jaar dat bijna voorbij ging. Ja, vraagt u zich af, waar is de tijd gebleven? Je ziet op de lege plaatsen die er bij gekomen zijn, je voelt, beleefde het gemis van hen die zo dierbaar waren. Ja, Paradijs, lusthof, geen zonden,

Ja, Patadijs, lusthaf, geen wonden. Hier was het licht, dat licht werd ontvangen van de Vader der Lichten. Het is niet in te denken wat dat geweest moet zijn. En zie, nu is de duisternis gekomen.

Het licht is gedoofd en de duisternis is gekomen. Ik bedoel niet: de duisternis van de nacht, maar de duisternis als gevolg van de zonde. Dat is het gemis aan Gods gemeenschap. Deze duisternis is een geestelijke duisternis. Deze duisternis wordt door het licht van de zon of de maand of de sterren niet doorbroken. Daar komt de mens achter, die weet dat hij of zij in duisternis is. Wanneer de Heilige Geest, gepaard met Gods Woord, ons hart tot de zaligheid gaat bearbeiden, dan komt deze geestelijke duisternis openbaar. Een mens van nature, dat wil zeggen zoals hij in de wereld komt, weet niet dat hij in duisternis is. Wanneer het Licht der genade opgaat in ons leven, wordt hij of zij die duisternis gewaar. Ja, juist door het Licht komen de werken der duisternis openbaar. Wat is het een grote genade, als de Heere dot licht van de Heilige Geest en Zijn Woord doet opgaan in ons duister bestaan. Dat is de diepste oorzaak dat de mens gaat zoeken naar het Licht. Geachte lezer, het licht van Gods Heiligheid dreef de mens Adam en Eva uit het Paradijs. Doch weet u, daar bleef het niet bij. De Heere zelf zocht de mens op in het licht van Zijn Woord, de moederbelofte. Ja, in de vervulling van de moederbelofte, dat is in de volheid des tijds, sprak de Heere: daar zij licht! Daar in de stal van Bethlehem ging de Zon der gerechtigheid op in dat Woord dat vlees geworden is, namelijk de Heere Jezus Christus. En nu, in dat volbrachte werk van Christus gaat God naar Zijn Welbehagen uit om Zich een gemeente, ten eeuwige leven verordineerd, bij­ een te vergaderen. Christus, als het Licht der wereld, verhoogd aan de rechterhand des Vaders, zal Zich een gemeente bijeen vergaderen. Zij worden genoemd: kinderen des Lichts.

Gods vriendelijk aangezicht, heeft vrolijkheid en licht, tot troost in al de oprechte harten. In dat Licht zien zij ook het licht. Ja, hoe zalig is het volk, dat naar Uw klanken hoort. Zij wandelen, Heere, in het licht van het Goddelijk aanschijn voort, en zij zullen zich al de dag in de Heere verblijden.

Het is donker geworden in deze wereld. Het is donker in onze maatschappij, het is om bang van te worden. Wat gaat er allemaal gebeuren, en wat heeft er al niet plaats gehad? Ja, het is donker en in die donkerheid zijn de werken der duisternis. Het recht dat struikelt op de straten. Wat boos is, wordt goed gepraat. Wat schuld is, wordt toegedekt en wat Waarheid is tot leugen gemaakt. Doch zie, daar zij licht. God is niets aan u en mij verplicht; doch Hij heeft Zichzelf verplicht. Hij heeft Zich een gemeente tot eeuwig leven verkoren en die zal er komen. Die komen door het Goddelijk Licht geleid. God doet het, om Zijn Zelfs wil. U leest in 2 Korinthe 4: 6: "Want God, Die gezegd heeft, dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is Degene Die in onze harten geschenen heeft, om te geven verlichting der kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus."

Bij de plaag van de duisternis in Egypteland was het licht bij de Israëlieten. Het wijst ons op dat grote eindgericht, waar de vijand van God zal wegzinken in de eeuwige duisternis en waar de begenadigde zondaar zal ingaan in het Licht. Eeuwige scheiding, genadige onderscheiding. Deelt u reeds in dat Licht?

Simeon zingt;

"Een licht, zo groot, zo schoon. Gedaald van 's hemels troon, Straalt volk bij volk in d'ogenTerwijl 't het blind gezicht Van 't heidendom verlicht En Isrel zal verhogen."

Bodegraven ds A. Bac,

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 1998

De Banier | 20 Pagina's

”Daar zij licht”

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 1998

De Banier | 20 Pagina's