Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PARLEMENTAIR LOGBOEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PARLEMENTAIR LOGBOEK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIZARRE TIJDEN

Politiek Den Haag beleeft bizarre tijden. Een toch nog tamelijke onverwachte kabinetscrisis, veroorzaakt in en door toedoen van de Eerste Kamer. Een onherstelbare breuk, zei D66-fractievoorzitter De Graaf.

Maar wie hem serieus nam, kwam bedrogen uit. hiet kabinet zit cl weer in het zadel. Alle ophef bleek voor niets, al moet nog afgewacht worden wat de effecten op de langere termijn zijn van de gebeurtenissen van de afgelopen weken. In de naoorlogse periode zijn drie kabinetten gelijmd. Twee daarvan (de kabinetten-Drees II en -Van Agt II) hielden het daarna niet lang meer vol, omdat de sfeer en de verhoudingen toch bedorven waren. Een slecht voorteken voor Kok en de zijnen.

Bizar is ook de manier waarop de parlementaire enquête Bijlmermeer is afgehandeld. Vele maanden is er hard aan gewerkt om de waarheid boven tafel te halen en lessen te trekken voor de toekomst. Daarbij werd ook het overheidsoptreden tegen het licht gehouden, en dus ook het doen en laten van de verantwoordelijke bewindslieden. Het onderzoek pakte op onderdelen niet goed voor hen uit. Dat daardoor de spanning op het Binnenhof opliep, laat zich raden.

BEPERKT AANSPREEKBAAR

Maar, en dat is het aparte, die spanning ontlaadde zich juist toen het kabinet demissionair was. Met andere woorden, de verantwoordelijkheidsvraag moest beantwoord worden met ministers en staatssecretarissen die beperkt aanspreekbaar waren, en dot ook nog tijdens een cruciale fase tijdens de lijmpoging.

Het debat over de uitkomsten van de parlementaire enquête kon zo­ wel staatsrechtelijk als politiek dan ook niet op een ongelukkiger moment plaatsvinden.

Het was om die reden dat onze eigen fractievoorzitter. Van der Vlies, voor aanvang van het debat het voorstel deed het debat uit te stellen tot na de afronding van de lijmpoging. Dan zouden Kamer en kabinet weer in een normale verhouding tot elkaar staan, en kon het debat ook zuiverder worden gevoerd. Een ander voordeel zou zijn dat het kabinet dan niet langer demissionair zou zijn dan strikt noodzakelijk. Nu namelijk hadden de fractievoorzitters hun werk opgeschort tot na het debat. Het SGP-verzoek werd echter niet gehonoreerd. Wel door Groen- Links, CDA, SP en de RPF, en ook de Kamervoorzitter betuigde haar sympathie, maar ook nu weer wonnen de coalitiebelangen het.

Er deed zich dan ook, toen het debat eenmaal was begonnen, een staatsrechtelijk unieke, maar ook 'frogwürdige' situatie voor: een minister-president die al half was afgetreden dreigde in de Tweede Kamer onverholen met opstappen als de Kamer niet zou doen wat hij wilde!

De uitkomst is inmiddels bekend: de aangeschoten ministers mochten na het machtswoord van de premier blijven zitten. Zelfs de door het parlementaire onderzoek meest gehavende ministers, mevrouw Borst van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en mevrouw Jorritsma van Economische Zaken, mogen doorregeren alsof er niets gebeurd is. In Kort en bondig zal ir. Van der Vlies hierop nader ingaan. In dit logboek beperken we ons meer tot de inhoudelijke inbreng van de SGP-fractie in het debat met de regering over de bevindingen van de enquêtecommissie.

VERTROUWENS­ RELATIE

SGP-woordvoerder Van den Berg begon zijn bijdrage aan het debat met enkele in dit verband wel pikante citaten. Het eerste haalde hij uit de regeringsverklaring van het tweede paarse kabinet, uitgesproken door premier Kok in augustus 1 998; "Veranderingen in de samenleving stellen hoge eisen aan de kwaliteit en het functioneren van het openbaar bestuur. Een goede vertrouwensrelatie tussen overheid en burger dient voorop te staan. (...) De burger moet kunnen rekenen op een overheid, die haar gezag woirmaakt door daadkracht en voortv rendheid te paren aan zorgvuldic heid en betrouwbaarheid". Het tweede citaat komt uit de het eind rapport van de enquêtecommissie "Het verhaal van de vliegramp is een verhaal over mensen, mensen voor wie 4 oktober 1992 een kee punt in hun leven betekende. Men sen die hun vertrouwen in de ovei heid hebben verloren."

Van den Berg vervolgde daarop r t een beschouwing over de overhel en haar taak: "Genoemde citaten sporen helaas niet met elkaar. De overheid dient een betrouwbare overheid te zijn, zo valt het eerste citaat, uit de laatste regeringsverk! ring, samen te vatten. Een terechte eis. De overheid is immers een instelling van God, een dienares va- God ons ten goede en daarom me goddelijk gezag bekleed. Het amb dat overheidsdienaren bekleden, i dan ook een zeer eervol ambt. De bekende reformator Calvijn stelde in dit verband, dat de overheden hun plicht zodanig moeten betrach ten "dat ze de mensen in zich een zeker beeld der goddelijke voorzie^ nigheid, bewaking, goedheid, welwillendheid en rechtvaardigheid voor ogen stellen."

Het tweede citaat, dat van de Com missie, geeft daarentegen aan dat wordt betwijfeld of de overheid zich in de kwestie van de Bijlmerramp een betrouwbare overheid heeft betoond. Het signaleert dat veel men sen hun vertrouwen in de overheid hebben verloren. Van den Berg betoogde dot het nu de taak van de Kamer is om te kijken of deze twijfel terecht is, en zo ja, wie daarvoor primair verantwoordelijk moet worden geacht. In de zijlijn merkte hij daarbij nog op dat we wel kunnen sleutelen aan ons staatsbestel met referenda en andere staatsrechtelijke vernieuwingen, maar dat, willen we de betrokkenheid van de burger op de overheid vergroten, het van veel meer belang is goed beleid te voeren en daardoor vertrouwen te winnen bij de burgers. Allerlei andere noviteiten kunnen dan gerust in de kast blijven.

BOEGBEELD

Deze algemene beschouwing werden door de SGP-woordvoerder ver- volgens toegepast op de afwikkeling van de Bijlmerramp, althans wat betreft het functioneren van de overheid. Opnieuw Van den Berg: "Bij het spreken over een betrouwbare overheid wil ik twee lijnen onderscheiden. De eerste lijn heeft betiskking op het feit dat de overheid - .aarbij ik nu in het bijzonder doel op de regering, als boegbeeld van de overheid- zich richting de burgers als een betrouwbare overheid dient te gedragen. Als tweede lijn noem ik het gegeven dat de Tweede Kamer erop moet kunnen rekenen dat de regering zich in de richting van haar betrouwbaar opstelt. Dit geldt niet in de laatste plaats de informatieverstrekking vanuit de regeling naar de Kamer. Hiermee raken vve immers het hart van de vertrouwensrelatie tussen Kamer en regeling. Zonder die adequate informatieverstrekking kan het parlement 'naar controlerende functie niet naar behoren uitvoeren."

No deze principiële inzet en toonzetting ging de SGP-afgevaardigde in op een aantal elementen uit de discussies van de afgelopen tijd. Bijvoorbeeld sprak hij over het enquêtewapen. Het is het zwaarste geschut dat de Kamer in stelling kan brengen. De meerwaarde van het enquêterecht was altijd dot partijpolitieke tegenstellingen in enquêtecommissies altijd vervaagden, hetgeen een eerlijke en objectieve afweging mogelijk maakte van alle in het geding zijnde factoren, inclusief de politieke. Helaas moeten we nu vaststellen, betoogde Van den Berg, dot met die traditie gebroken wordt. Immers, nog voor het debat was afgerond was al duidelijk dat de bekende coalitiereflexen in werking t- raden: de positie van de bewindslieden werd belangrijker dan het onbevangen wegen van de feiten en net trekken van de logische conclusies daaruit. Deze 'politisering van het enquêtewapen' is slecht, vindt de SGP-fractie.

Ook kwamen in het betoog van Van den Berg aan de orde thema's als het bureau vooronderzoek, de mannen in de witte pakken en het boven water halen van de lang vermiste ladingpapieren. Zeker wat het laatste betreft, heeft de commissie haar waarde bewezen. Wat de regering met al de haar ter beschikking staande middelen en bevoegdheden in zes jaren niet lukte, lukte de com­ missie wel, binnen een half jaar. Waarmee aangetoond wordt hoezeer de overheid het er bij heeft laten zitten. Of het nu onmacht of onwil was, fout was en is het.

OPREKKEN

In datzelfde kader maakte de SGP'er enkele opmerkingen over het 'onder de pet' houden van informatie door ambtenaren. Ministers mogen zich niet verschuilen achter onwetendheid, ook niet als die het gevolg is van het verzwijgen van gegevens door ondergeschikten. Er zijn mensen die de leer van de ministeriële verantwoordelijkheid op dit punt willen oprekken. Dat zou funest zijn, meent de SGP. De SGP hecht eraan om te beklemtonen dat ministers ook verantwoordelijk zijn voor zaken die ze niet weten, maar wel hadden behoren te weten om adequaat te kunnen opereren. Het falen van ondergeschikten slaat door beslissingen die worden genomen op basis van onvoldoende informatie namelijk direct op de ministers terug. Als dat geen consequenties meer mag hebben voor de verantwoordelijke bewindslieden, dan is dat een vrijbrief voor verdere misstanden.

Een uiterst gevoelig punt in de hele kwestie van de Bijlmerramp is natuurlijk de gezondheid van de betrokkenen. Juist omdat er t.a.v. dit onderwerp zoveel 'loos' was, kregen de conclusies zo veel aandacht. De centrale vraag die de SGP-fractie op dit punt stelde was: heeft de overheid voldoende haar verantwoordelijkheid ingezien en genomen om aard en aantal van deze gezondheidsklachten te beperken. De enquêtecommissie is op dit punt helder: nee.

Zoals algemeen bekend kan de afhandeling van een ramp leiden tot stress. Dat valt ook te constateren na de Bijlmerramp. Deze stress vindt haar oorzaak in onder meer onzekerheid over de aard van de lading, over het vrijkomen van giftige stoffen, over de gevolgen voor de gezondheid, complottheorieën, speculaties in de pers e.d. Deze onzekerheid is volop gevoed door de media en anderen. De SGP-fractie vindt dat hier een taak voor de overheid ligt. Indien er maatschappelijke onrust ontstaat naar aanleiding van vragen over volksgezondheidsrisico's dient de overheid -in het bij­ zonder het ministerie van VWShierop serieus in te gaan.

AFWEREND

Hoe heeft de overheid haar taak in dezen verstaan en ingevuld? Is hoor inzet maximaal geweest? Van den Berg sloot bij de beantwoording van deze vragen aan bij de bevindingen van de commissie. Op diverse punten liet de overheid het erbij zitten. Te noemen is de vrachtdocumentatie, waarbij de regering te traag en ongecoördineerd tewerk ging. Over het medisch onderzoek naar de gezondheidsklachten kan nagenoeg hetzelfde gezegd worden. Van overheidswege was men (te) afwachtend, soms zelfs afwerend, hoewel er voldoende signalen waren dat er het nodige aan de hand was. Ook de Inspectie van de gezondheidszorg onderkende niet de ernst van de problemen. Gelet op dit lijstje, dat nog uitgebreid kan worden, ontkomt de SGP er niet aan de harde verwijten van de commissie aan het adres van het kabinet, minister Borst in het bijzonder, te onderschrijven.

Over de rol van de minister-president was SGP-woordvoerder Van den Berg betrekkelijk kort. Met de commissie moet vastgesteld worden dat een actievere rol in de rede had gelegen.

Tenslotte de informatievoorziening van het kabinet aan de Tweede Kamer. Ook hier heeft de commissie harde conclusies getrokken, conclusies die dubbel zwaar wegen, omdat hiermee direct wordt geraakt aan een van de hoekstenen van onze parlementaire democratie. De commissie legde maar liefst 19 keren bloot waarin de Kamer ontijdig, onvolledig, onjuist of onduidelijk werd geïnformeerd. Daarbij ging het o.m. over verrijkt uranium, de mannen in de witte pakken, auto-immuunziekten en de vrachtbrieven.

Ook de SGP tilt zwaar aan deze, helaas terechte verwijten al wegen alle o's (ontijdig, onvolledig, onjuist en onduidelijk) niet allemaal even zwaar, de optelsom is voldoende voor een negatief oordeel over de verantwoordelijke ministers. Uiteindelijk stemde de SGP-fractie dan ook in met de door de oppositie ingediende moties die de regering op dit punt terechtwezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 1999

De Banier | 20 Pagina's

PARLEMENTAIR LOGBOEK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 1999

De Banier | 20 Pagina's