Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ombudsfunctie op lokaal niveau (1)?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ombudsfunctie op lokaal niveau (1)?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

INLEIDING

Vorig jaar is een hoofdstuk toegevoegd aan de Algemene wet bestuursrecht over de klachtbehandeling door bestuursorganen. In het nieuwe hoofdstuk 9 wordt een heel ruime regeling voor klachtbehandeling gegeven. Volgens minister Peper is deze regeling "een vereiste dat voortvloeit uit de beginselen van behoorlijk bestuur en een kwestie van bestuurlijke betamelijkheid". De regeling moet de burger die een klacht indient bij het bestuursorgaan, waarborgen dat zijn klachtook behoorlijk wordt behandeld.

Artikel 9: 1, lid 1, luidt: "Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan".

Ook handelingen van ambtenaren vallen onder het klachtrecht. Lid 2 van hetzelfde artikel luidt: "Een gedraging van een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van eeh^bestuursorgaan, wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan".

Het hoofdstuk begint met wat algemene bepalingen, waarna vervolgens wordt ingegaan op de behandeling van klaagschriften.

Als een gemeente zelf geen regeling heeft of een regeling die minder ver gaat dan de regeling die in de Awb gegeven wordt, valt men terug op de Awb-regeling.

KLACHTBEHANDELING

Na ontvangst van het klaagschrift, krijgt de indiener van de klacht een schriftelijke bevestiging van de ontvangst van de klacht (artikel 9: 6).

Vervolgens wordt de klacht in behandeling genomen door een persoon die niet betrokken is geweest bij de gedraging waarop de klacht betrekking heeft, behalve wanneer de klacht betrekking heeft op een gedraging van het bestuursorgaan zelf, de voorzitter of eenervan (artikel 9: 7).

Een bestuursorgaan hoeft niet altijd een klacht in behandeling te nemen. Artikel 9: 8 somt een aantal gevallen op waarin het bestuursorgaan niet verplicht is een klacht te behandelen als ze betrekking heeft op een gedraging:

a. waarover al eerdereen klacht is ingedienovereenkomstig het nieuwehoofdstuk in de Awb is afgi deld;

b. die langer dan een jaar voor indiening van de klacht heeft plaatsgevonden;

c. waartegen door de klager bezwaar gemaakt had kunnen worden; of

d. waartegen door de klager beroep kan of kon worden ingesteld. (Het artikel somt naast deze vier nog een tweetal situaties op waarin een klacht niet in behandeling genomen hoeft te worden, maar het voert in dit verband te ver om deze twee te vermelden.)

Apart wordt nog in de wet vermeld dat het bestuursorgaan niet verplicht is de klacht te behandelen indien het belang van de klager, dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is (artikel 9: 8, lid 2).

HOORPLiCHT EN ONDERZOEK

In de procedure geldt ook een hoorplicht (artikel 9: 10). Van het horen wordt een verslag gemaakt. Vervolgens stelt het bestuursorgaan een onderzoek in naar de klacht. De klager krijgt de resultaten daarvan en de conclusies die daaraan verbonden worden, onder ogen. Artikel 9: 1 2, lid 1, schrijft voor dat de klager schriftelijk en gemotiveerd in kennis wordt gesteld.

Deze klachtenbehandeling moet binnen een termijn van zes weken plaatsvinden. Wel kan het bestuursorgaan de afhandeling voor ten hoogste vier weken verdagen (artikel 9: 11).

AANVULLENDE BEPALINGEN

Hoofdstuk 9 van de Awb wordt af­gesloten met een aantal aanvullende bepalingen voor een klachtadviesprocedure. Deze bepalingen worden gevolgd in aanvulling op d' bepalingen van hoofdstuk 9 wanneer dat bij wettelijk voorschrift is bepaald. Het bestuursorgaan kan door echter zelf ook toe besluiten.

De kern van deze aanvullende bepalingen wordt gevormd door artikel 9: 14: "Bij wettelijk voorschrift o; bij besluit van het bestuursorgaan wordt een persoon of commissie be last met de behandeling van en de advisering over klachten". Voor het overige komt de klachtenprocedure overeen met de eerder in hoofdstuk 9 beschreven procedure, met voorc dat verschil dat het de (aangewezen) persoon of commissie is die bf last is met de behandeling van en de advisering over klachten. De on partijdigheid wordt geregeld door de bepaling dat het bestuursorgaa de persoon of commissie slechts in het algemeen instructies mag gevei (artikel 9: 14).

INTERN/EXTERN

De bovenbeschreven regeling betreft een interne klachtenregeling, die dit jaar in werking treedt. In ef brief aan de VNG heeft minister Pi per echter ook aangegeven dat ee interne klachtenbehandeling alleer niet af is: "De ideale situatie is pas bereikt wanneer ook een landelijk dekkend stelsel van externe, onafhankelijke klachtvoorzieningen is gerealiseerd". Een voorziening die ligt in het verlengde van de interne regeling. Hier hopen wij in de volgende bijdrage op terug te komen

P van Vugt

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 1999

De Banier | 20 Pagina's

Ombudsfunctie op lokaal niveau (1)?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 1999

De Banier | 20 Pagina's