Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De God Jakobs tot zijn Hulp

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De God Jakobs tot zijn Hulp

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Psalm 146: 5a

P' lezing van deze lof psalm op '., : ds eeuwige trouw moeten we ' c indenken dat Israël in Bobel, : ar ook na de terugkeer veel te aoen gehad heeft met de heidense wereldmachten, met de prinsen en groten der aarde. Denk aan Kores of Cyrus, de koning van Perzië. hlij werd door God gebruikt voor de vrijlating van Israël en de terugkeer naar het vaderland. Om die daad wordt Kores reeds in de profetie van' aja aangewezen als "de gezalf- < > '- des Heeren", d.w.z. degene die door God is geroepen en aange- ' "> ld tot het volbrengen van zijn ork: de volkeren aan zich te onderwerpen, opdat de joden zouden i'unnen terugkeren en Jeruzalem en .' tempel herbouwd zouden wor- •' 1. Uit de staatsinkomsten kon albetaald worden. Kores beouwde de op te richten tempelc 3 één van de mooiste heiligdommen van zijn rijk.

Wat hadden de wedergekeerde joden hun vertrouwen toch gesteld op ^' "es. Maar wat gebeurt? Al in > ^ '9 (slechts tien jaar na de uitvaarc A ng van het edict van Kores) sterft hij: "Zijn geest gaat uit, hij keert weder tot zijn aarde; te dienzelven dage vergaan zijn aanslagen" (vs. 4). En met hem vergaan ook alle plannen en gedachten en voornemens. Wat wordt het waar: "Vest op prinsen geen betrouwen". De weldoener Kores wordt weggenomen en van de overige vorsten nebben de Israëlieten niet veel goeds te verwachten. Denk eens aan Tobias, Sanballat en de Samaritanen.

Er blijft voor het volk van Israël maar één hulp over: "Welgelukzalig is hij, die den God Jakobs tot zijn Hulp heeft". Israël had vlees tot zijn arm gesteld, maar de God Jakobs was zijn hlulp. En dat is een les voor ons allemaal. Want in de praktijk van het leven is het zo vaak: God is best, maar wij houden fHem voor het lest! O, dat we toch door genade in ons leven onze hulp van de God van Jakob leren verwachten. We zouden kunnen vragen: waarom noemt de dichter hier bij voorkeur de Heere de God Jakobs? Waarom niet de God van Abraham of de God van Izak? Wel, vooral omdat de fHeere Zijn macht en Zijn trouw heel duidelijk bewezen heeft aan Jakob. Wat een leidingen in zijn leven: denk aan Bethel, maar ook aan Pniël. En verder: het volk van God lijkt meer op de hinkende en schuldige Jakob dan op de stille, gelijkmatige, evenwichtige Izak of Abraham, de vader der gelovigen. Vandaar: "den God Jakobs"!

Maar als het over Jakob gaat, denken we toch in het bijzonder aan het feit dat nu de fHeere Jakob heeft liefgehad met een eeuwige liefde: "Jakob heb ik liefgehad en Ezau heb ik gehaat". Dan worden we bepaald bij het vrijmachtige, eenzijdige Godswerk. Heeft Jakob in zijn leven de hulp des hieeren mogen ondervinden, omdat hij zo'n edel karakter had? O nee, maar hij was uit louter genade een gekende des hieeren van eeuwigheid. Rechtvaardig had de fHeere Zich van Jakob kunnen afkeren, want hij had het verzondigd. Zijn weg was bedorven. Maar in ontferming zag de fHeere op hem neer: "Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde; en daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid".

Jakob heeft zich voor God door ontdekkende genade als een bedrieger leren kennen, als de grootste der zondaren. En dat is nu ook voor ons noodzakelijk. Opdat we langs een weg van zelfkennis en Godskennis gebracht mogen worden tot die noodzakeijke kennis van fHem, Die voor Zijn volk alles heeft aangebracht: Jezus Christus en Dien gekruisigd. De hulp van God ten opzichte van Zijn volk begint niet wanneer ze in de bewustheid gerechtvaardigd zijn. O nee, die hulp begint al bij de eerste stap op de weg der genade. Vanaf het ogenblik der zaligmakende overtuiging gaat Gods Kerk de hulp van de God van Jakob al ondervinden. In verborgen ondersteuningen worden zij Zijn hulp gewaar.

Weet u waarin die hulp in het bijzonder blijkt in het geestelijk leven? Wanneer ze met Jakob aan een einde gaan komen. Wanneer het aan hun zijde een verloren zaak goot worden. Als ze een welgevallen krijgen aan de straffen hunner ongerechtigheden. Als het de fHeere behaagt een weg te gaan banen, waar aan hun zijde alles afgesloten is. Moor ook in de verdere oefeningen van Gods volk. En dan geldt dot ook het tijdelijk leven. Want er zijn huiselijke kruisen, lichamelijke kruisen en andere kruisen, die u aan niemand kunt vertellen. Waarvoor maar één weg is: de weg naar boven! Om dan door de hulp van de God van Jakob steeds maar weer achter de grote Kruisdrager te worden aangebracht, ziende op de Overste Leidsman en Voleinder des geloofs. Die voor de vreugde fHem voorgesteld het kruis heeft verdragen en de schande veracht.

Zalig hij, die, in dit leven, Jakobs God ter huipe heeft! Hij, die, door den nood gedreven. Zich tot hiem om troost begeeft; Die zijn hoop in 't hach 'lijkst lot Vestigt op den fiEER', zijn God.

's-Gravenpolder, ds. J. Schipper

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juli 1999

De Banier | 20 Pagina's

De God Jakobs tot zijn Hulp

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juli 1999

De Banier | 20 Pagina's