Nogmaals de Europese Verkiezingen

('n de vorige ^Banier'dedenij min of meer detoezegging3 uitslag vandezesrkiezingennog wat nader teleschouwen.feit is dat opi'ijstnummer 5 zoveelstemmenf arden uitgebrachtdat, oven vervi^achting, eenderdeitel werd behaald.Inatelaantalbetekendedat/mst, maar als we de^derliggendecijfers wafider beschouv^en, dan zienv/e dat deze ^winst' v^erdbehaald met minderstemmenan de tv/ee zetels van1994.in zonder iets af te doenaanonze blijdschap over de derdeetel, zijn de< htergrondgegevens toch te belangrijk om er ongemerkt aan voorbij te gaan.

Rekenkundig gezien heeft de extreem lage opkomst (29, 9%) bijgea^agen aan het verlagen van de kiesdeler en daarmee aan het binnenhaïn van de derde zetel. Maar daarbij nag niet uit het oog worden verloren dot er op 'onze' lijst in totaal 13.181 itemmen minder werden uitgebracht Qonin 1994. (309.612 tegen 322.793)

Daarmee is aangetoond dat ook 'onier ons' de betrokkenheid aan slijta- •'iB onderhevig is. Wij kennen en respecteren de principiële bezwaren die er, met name in SGP-kring, leven 'egen deelname aan deze verkiezingen. Wij delen, met deze bezwaarden, de afkeer van het streven naar eenwording van Europa met voorbijgaan aan onze volksgeschiedenis en Gods Hand Die deze schreef. Verschillend is alleen het antwoord op de vraag hoe en waar wij ons daartegen verzetten.

Maar deze groep zal niet zoveel groter geworden zijn dat daarmee'T belangrijk deel van het vermin- - 3rd stemmenaantal is te verklaren.

De vraag is interessant of we mogelijk ook iets naders kunnen zeggen over de thuisblijvers. Waren daarbij cle SGP-ers in gelijke mate of in meerdere of in mindere mate vertegenwoordigd dan RPF/GPV-aanhangers? Laten we daarvoor eens kijken naar de uitslagen per provincie. Dan zien we, als negatief verschil tussen 1999 en 1994, in

Groningen Friesland 1 298 stemmen 1788 stemmen N.Holland Z.Limburg Totaal: 1250 stemmen 750 stemmen 5086 stemmen.

In deze provincies werden in totaal 46.029 stemmen, oftewel 14, 9 procent van het totaal aantal stemmen op de lijst uitgebracht. Het verlies in deze provincies is daarentegen procentueel veel groter namelijk 38, 6 van het landelijk totaal!

Leggen we daarnaast het aantal SGP en RPF/GPV-stemmers bij de Tweede- Kamerverkiezingen in deze provincies dan zien we het volgende:

SGP RPF/GPV Groningen 642 21.077 Friesland 1.878 15.860 N.Holland 3.533 20.749 Z.Limburg 252 2.408 Totaal: 6.305 60.094

AANDACHT

Landelijk gezien bedroeg het stemmenverlies bijna 4, 1 procent. Op grond van bovenstaande cijfers is het dan ook aannemelijk dat, vergeleken met vijf jaar geleden, verhoudingsgewijs meer RPF- en GPV-stemmers zijn thuisgebleven dan SGP-stemmers. Ook het feit dat in andere provincies in gemeenten met een vrij hoog tot hoog SGP-geholte de verschillen procentueel het kleinst zijn, of zelfs een toename in stemmenaantal te zien geven, geeft voedsel aan deze visie. Het is natuurlijk nooit helemaal hard te maken, maar we proberen te leren van de gegevens. En ook al zou het 'onder ons' verhoudingsgewijs beter zijn, dan nog blijft het zaak om de vinger aan de pols te houden. Als het bij ons alleen maar wat langzamer gaat dan bij anderen, betekent dat slechts uitstel van de malaise. Permanente compagne dus! Bezig blijven burgers het belang van bijbels bepaald bestuur bij te brengen.

VEEL VOORKEUR

Een ander punt dot opviel, was het aantal voorkeurstemmen dat werd uitgebracht. Allereerst op B.Belder, maar daarover schreven wij de vori­ ge keer. Vervolgens was opvallend het aantal (9382) op een vrouwelijke kandidaat uitgebrachte voorkeurstemmen. Daarover is nog wel het één en ander op te merken. Bijvoorbeeld dat hiermee het gelijk werd aangetoond van al degenen die zeggen dat er - in de zin van de Kieswetgeen niet-verkiesbare plaatsen zijn. Zij hebben gelijk. Het is alleen wel jammer dat deze mensen lang niet allemaal de samenwerkingsovereenkomst hebben gelezen. En dat geldt denk ik ook voor al die voorkeurstemmers. Zij stelden feitelijk het voortbestaan van de samenwerking in de waagschaal. Binnen alle samenwerkende partijen mag daarvoor de nodige aandacht gevraagd worden. Het samenstellen van de gezamenlijke kandidatenlijst is een zaak van zorgvuldig overleg. Het kan, noch principieel, noch partijpolitiek gezien, van belang zijn dat een relatief klein aantal kiezers daar dwars doorheen fietst.

ARNEMUIDEN

Ik neem hierbij een vraag uit Arnemuiden mee. Namelijk of de SCP zelfstandig ook een zetel zou hebben betiaald. En zou een horizontale lijsh/erbinding daarbij geholpen hebben?

Met zekerheid is deze vraag natuurlijk nooit te beantwoorden omdat niemand weet hoeveel SGP-ers naar de stembus zijn gegaan. We kunnen hooguit proberen het antwoord te benaderen. Voor het behalen van een zetel is de kiesdeler nodig. Een horizontale lijstverbinding speelt daarbij geen rol voor de eerste zetel; daarvoor moet de kiesdeler gehaald worden. Deze lag in dit geval op ruim 1 14.000. 75 procent van de kiezers die bij de Tweede-Kamerverkiezingen op de SGP stemden zou dat dus ook moeten doen bij de Euroverkiezingen.

Over de drie partijen gerekend, gaat ruim 70% van de Tweede-Kamerstemmers naar de Eurostembus. Als het waar is dat SGP-ers trouwer opkomen, zou het wellicht tot de mogelijkheden behoren. Maar dan alleen, menselijkerwijs gesproken, bij een dergelijke lage opkomst en een bovengemiddelde gang naar de stembus door de SGP-ers.

DN

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen