Weerkerende drukte
HAAGSE PROPJES
Nog een korte tijd, en de drukste vergaderperiode van de Kamer zit er weer op. Die drukste periode is het najaar. Reden van dat jaarlijks A/eerkerende gejakker in Den Haag 15 de behandeling van de Rijksbegroting, ieder jaar op de derde dinsdag van september dient de minister van Financiën, nu al weer zes jaar minister Zalm, die Rijksbegroting in. Die begroting is in een groot aantal hoofdstukken geknipt, grosso modo corresponderend met de ministeries. Dus je hebt een begrotingshoofdstuk voor justitie, een voor onderwijs, een voor landbouw, een voor verkeer en waterstaat en ga zo maar door.
Welnu, al die begrotingshoofdstukken moeten vóór 1 januari van het jaar waarover ze gaan zijn afgehandeld. Met andere woorden: de door minister Zalm op de derde dinsdag van september ingediende Rijksbegroting voor het jaar 2000 moet afgehandeld zijn op 31 december 1999. Over ruim drie weken dus. Zo niet, dan mogen de ministers geen cent uitgeven. Doen ze dat wel, dan handelen ze in strijd met het staatkundige beginsel dat de regering geen geld mag uitgeven zonder voorafgaande toestemming van het parlement.
ZWEEP EROVER
Tot zover de theorie. Nu de praktijk. Vanaf eind september is iedere vergaderweek van de Kamer tot de rand toe gevuld met allerlei lopende zaken, wetsvoorstellen, nota's, spoeddebatten alsmede één of twee begrotingshoofdstukken. Dat zijn al tijd de grootste kluiven. Eén voor één worden ze afgewerkt, beginnend bij hoofdstuk I (Huis der Koningin) en eindigend bij XVI (Ontwikkelingssamenwerking). Kamervoorzitster Van Nieuwenhoven houdt goed de hand aan dat schema. Zij stelt er namelijk een eer in om de hele begroting vóór nieuwjaar door de Kamer te hebben geloodst. Als 't moet, legt ze de zweep erover, de geachte afgevaardigden desnoods dwingend door te vergaderen tot in de kleine uurtjes...
Wat nu als het de Tweede Kamer niet lukt de begroting tijdig in kannen en kruiken te hebben? Moet minister Netelenbos dan lopen omdat ze de benzine voor haar dienstauto niet meer kan betalen? Of hoeven de Nederlandse burgers dan geen belasting meer te betalen omdat minister Zalm alle belastinginspecteurs de laan moet uitsturen? Komen alle criminelen dan vrij omdat minister Korthals de cipiers en bewakers dan niet meer kan onderhouden?
VIER TWAALFDE
Zo ver is het in Nederland nog nooit gekomen. Gelukkig niet. Als de Kamer op 1 januari nog niet haar jawoord heeft kunnen gegeven aan de ministers, is er voor de bewindslieden een soort sluiproute. De Comptabiliteitswet bepaalt namelijk dat als het zegel van de Kamer nog niet is gekregen, de ministers voor het aangaan van financiële verplichtingen mogen beschikken over "ten hoogste vier twaalfde gedeelte van de bedragen die bij de overeenkomstige begrotingsartikelen van het voorafgaande jaar zijn toegestaan, "
En als de minister, zeg Jorritsma, zelfs met die vier twaalfde niet uitkomt, zeg voor de begrote investeringsimpuls voor het slagersvakbedrijf, dan mag zij haar hond op houden bij minister Zalm. Heeft die een goede bui -en die heeft hij nogal eens-, en stuurt hij daarover een briefje aan de Kamer en aan de Algemene Rekenkamer (de rekenmeesters die het ministerie van Financiën en de andere ministeries in de gaten houden), dan is de investeringsimpuls voor de slagers voor de bakker.
DEETMAN
Lange tijd redde de Tweede Kamer het overigens niet om de zaakjes op tijd, d.w.z. vóór de jaarwisseling, rond te hebben. Daarom moest er dikwijls een beroep gedaan worden op de zgn. 'voorlopige twaalfdenregeling'. Het is vooral het ijveren van toenmalig Kamervoorzitter Deetman geweest, dat ertoe heeft geleid dat de Kamer sinds 1990 haar begrotingszaakjes wél voor 1 januari op orde heeft. 'De Deet', aangetreden in 1989, was een voorstander van de "nieuwe voortvarendheid". En dat lukte hem, zoals gezegd, best aardig.
Overigens moeten na de Tweede- Kamerleden ook de Eerste-Kamerleden hun fiat geven aan alle begrotingshoofdstukken. En aangezien de leden van deze Kamer nu niet bepaald bekend staan als supersnel, het zijn nu eenmaal kamerleden die alles nog eens rustig heroverwegen en wars zijn van haastige spoed, gebeurde en gebeurt het vaak genoeg dat zij hun oordeel pas klaar hebben en groen licht geven als de hondsdraf (een voorjaarsplantje) al bijna is uitgebloeid.
MOSTERD NA DE MAALTIJD
Om aan deze eertijds nog veel ernstiger misstand een eind te maken worden de meeste begrotingshoofdstukken sinds 1972 in de Eerste Kamer 'vereenvoudigd behandeld': die begrotingen worden gewoon, dat wil zeggen zonder een fatsoenlijk debat, aangenomen. Wel praat de Senaat er achteraf nog over, maar dan onder het motto van mosterd na de maaltijd. Aan zo'n debat zit natuurlijk smaak noch kraak.
Deze kritiek op de gebrekkige, om niet te zeggen merkwaardige rol van de Eerste Kamer wat betreft de behandeling van de begroting(en), heeft meer dan eens geleid tot pogingen om de Senaat te kortwieken. Zelfs is ooit voorgesteld de Eerste Kamer voor de begrotingsbehandeling maar helemaal buitenspel te zetten, 't Was dat een lid van de Twééde Kamer voor dit snode plan met de Senaat een stokje stak, maar dat kamerlid luisterde dan ook naar de toepasselijke naam ... De Kwaadsteniet.
M. de Bruyne
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1999
De Banier | 20 Pagina's