Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lokaal bestuur in beweging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lokaal bestuur in beweging

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Burgers bij de politiek Om direct maar met een praktijksituatie te beginnen. Stel, je wilt aan de slag met een project in het kader van zoiets als stads- en dorpsvernieuwing. Je voert ambtelijk overleg met de stof. Er zijn van een adviesbureau deskundigen ingeschakeld. Je kunt enkele voorbeelden en ideeën laten zien van vergelijkbare projecten. Maar voor de rest is er nog niets vastgelegd. Noch met de raad, noch met de commissie heeft er vooroverleg plaatsgevonden. Zou je dat wél doen, dan weet je dat er hier en daar piketpaaltjes kunnen worden geplaatst of op z'n minst algemene marges worden gesteld. Maar dat is juist niet de bedoeling. Nee, je kiest duidelijk voor een andere benadering. Je streeft naar een aanzet met burgers en bedrijven vanuit een blanco positie. Dus éérst bepaalde groepen en een aantal bewoners polsen en peilen. En die moeten starten in de wetenschap dat er nog niets is geregeld noch voorgekauwd. Vervolgens ga je voor die gehele groep een workshop organiseren in het gemeentehuis.

Op die bijeenkomst geef je als portefeuillehouder in feite het startsein voor genoemd project. Tegelijk wordt daarbij kenbaar gemaakt wat uiteindelijk het totaalplan moet opleveren. De belangstellenden moeten weten wat de doelstelling is van het project tot verbetering en verfraaiing van de dorpskern. Welaan, na een 2e kop koffie gaat de echte brainstorming in subgroepen beginnen. De ambtelijke stof plus mensen van het adviesbureau nemen daaraan volop deel en zo nodig gaan ze sommige dingen verduidelijken. Als portefeuillehouder leg je je oor te luisteren, neem je even plaats bij de diverse werkgroepen en na enige tijd zie je sommige mensen al tekenen of zelfs bepaalde ontwerpen verschijnen. Verrassend en verfrissend, om niet te zeggen veelzijdig is de inbreng. Zonder twijfel word je gesterkt in de gedachte dat het eigenlijk vanzelfsprekend zou moeten zijn belanghebbende inwoners én ondernemingen de gelegenheid te gunnen hun zegje te doen of suggesties naar voren te brengen en ideeën te spuien. Dat zijn immers onze mensen uit de praktijk van al­ ledag. Burgers bij de politiek!

Interactief te werk gaan Een schoolvoorbeeld van interactief bezig zijn in de lokale politiek. Hier is sprake van interactie in samenhang met commu

nicatie tussen kiezers en gekozene. Geen klaag­

zang of wensenlijstje maar een constructieve methode tot

wisselwerking. Correlatie, wederzijdse betrekking en beïnvloeding tussen inwoner en de gemeentelijke organisatie. Kan het nog dichter bij elkaar? Dat geeft draagvlak en betrokkenheid, dat bewerkstelligt zonder twijfel een beter opkomstpercentage. Ja maar, het primaat ligt toch bij de gemeenteraad? Zeker weten! Dat laten we ook bij de raad. Hoewel, even geduld alstublieft. Immers, reken erop dat veel burgers en bedrijven terdege kunnen meepraten over hoe of wat of waar. V\/elnu, waarom daarvan geen gebruik gemaakt? Enerzijds gratis toegespitste "expertise" en anderzijds laat het gemeentebestuur blijken dat inbreng van inwoner en ondernemer telt, meetelt! Vanwaar dan enige weerstand bij sommige raadsleden of op z'n minst de nodige vragen? Geachte afgevaardigden, het is een vorm van rugdekking voor u om eerst de burgerij te laten spreken. Daarna krijgt ü het woord om weldoordacht alle aspecten te belichten en te overwegen. Vrijuit! Maar dan hebt u inmiddels wel de beschikking over een grote dosis praktisch materiaal, dot een weloverwogen besluitvorming alleen maar ten goede komt.

Kunststuk of handreiking? De zgn. commissie Elzinga schrijft over allerlei te treffen maatregelen en aan te brengen veranderingen in ons politieke bestel. Een uitvoerige rapportage die in sommiger beleving eerder neigt naar kunstmatige handgrepen. Ik zou het nog liever "kunstgrepen" willen noemen. De vraag komt bovendrijven of je deze doorwrochte studie als een kunststuk moet bestempelen. Of zal de conclusie uiteindelijk zijn dot op deze wijze de politieke correlatie meer

stukgaat? Het oogmerk was dat e commissie na een uitvoerige anc y- se en bestudering van allerlei kr punten tot een handreiking zou men met bruikbare ideeën en ar . bevelingen. Men had als taak e- advies uit te brengen over de w, e waarop de dualisering van het i kaal bestuursmodel vormgegeve kan worden, inclusief de juridisc 3 aspecten en overige consequent s. Maar naar mijn mening verdier het aanbeveling allereerst te bederen waar het ai lange tijd mis . en fout ging. Bijvoorbeeld: kijk e ns naar opkomstpercentages bij ver lezingen voor de gemeenteraden Door tekenen zich immers signif cante verschillen of tussen zowe' Je grote steden als de stadsgemeer > n ten opzichte van plottelandsgeir- jnten? Daaruit is al verklaarbaar c een grote afstandelijkheid óf he- ; . gendeel, dus een publieke betre kenheid. Let ook eens op de ma er waarop in de landelijke politiek wordt gereageerd op diverse ac 3S rondom de voorgenomen herinc - lingsplannen in de provincie Ov- - ijssel. Met name bedoel ik in dit p- zicht de grote politieke partijen, i plaats van serieus te kijken naar belangen en te luisteren naar argu menten krijg je veeleer een indr' dat de landelijke politiek welhoc < solt met de lokale democratie. Zoiets is toch een duidelijke illus a- tie dat men alleen maar meer af stand schept tussen kiezers en gekozenen. Het rapport met de veelzeggende naam De gemeente vernieuwt, van de Staatscommissie Dualisme en lokale democratie, kc: dan nog zoveel aanbevelingen - ^evatten en richtingen aangeven hoe het zou moeten worden, maar als de attitude bij veel landelijke bestuurders blijft zoals die zich nu soms manifesteert dan klaart de lucht niet op. Heus, men meent toch niet dat het feitelijk loskoppelen van raad en dagelijks bestuur het ei van Columbus zal zijn? Overigens wordt ei in dat verband in veel gemeenten ai meer of minder geopereerd confoim zo'n vorm van zelfstandig functioneren. Vervolgens moeten we ons hierbij ook afvragen of het wel zinvol is de vergaderingen van de commissies van advies toegankelijk

te laten zijn voor publiek en pers. Bovendien kunnen don tegelijkertijd veel "besloten commissievergaderingen" vervallen. Daarmee bereiken we dan dat het zwaartepunt, het gemeenschappelijk overleg terugkeert naar de centrale plaats waar het in feite hoort te liggen, namelijk de openbare raadsvergadering. Voor het publiek zal die bijeenkomst dan duidelijk winnen aan afwisseling en aantrekkelijkheid. En een bepaald niet onbelangrijk element is bovendien dat de belangstellende hoorders dan kunnen horen en zien op welke wijze hun politieke vertegenwoordigers principes bepleiten en zaken behartigen, dus bijdragen aan de politieke besluitvorming binnen de gemeente. Dat lijkt me een uitstekende insteek die noodzakelijk is om te komen tot, zoals de commissie aangeeft, een herkenbaar bestuur voor vitale democratie.

Bestuur in beweging De lokale democratie moet vernieuwen, zo wil men ons suggereren. hief is zeker waar: alles wat nieuw is, hoeft niet verkeerd te zijn en alles Dij het oude laten, hoeft evenmin goed te zijn. Maar begint men niet aan de verkeerde kant? Als één van de vernieuwingselementen wordt genoemd het van buiten aantrekken en benoemen van wethouders. De wethouders vervullen tot nu toe een aantal dubbelrollen. Zij zijn zowel lid van het college als lid van de raod én voorzitter van een raadscommissie. Vandaar dat de Staatscommissie het idee oppert dat wethouders ook van buiten de gemeenteraad worden gerekruteerd. Een bijkomend voordeel is dat daarmee net rekruteringsbereik wordt verruimd doordat gekwalificeerde personen, die wél een bestuurlijke functie maar nfet een vertegenwoordigende functie ambiëren, ook kunnen worden benaderd. Maar dan rijzen er bij mij enkele vragen. Levert dit systeem een zodanige identificatiefiguur op dat daardoor de principiële binding "inwoner - lokale politiek" wordt versterkt? Blijft er zo nog ruimte voor een representant met een rechtstreekse politieke bloedband? Met name voor een beginselpartij als de SGP is dat een kenmerkende zaak die niet moet worden onderschat. Echter, indien we nochtans aan een nieuw in te voeren sys-

teem worden overgeleverd, stuwen we don de verzakelijking binnen de politiek niet in een nog hogere versnelling? En moet je je tevens afvragen of hierin niet het gevaar schuilt dot degene, die een vlotte babbel heeft en leuke dingen durft toe te zeggen, anderen van hun plaats verdrijft? Overigens is het niet ondenkbaar dat gemeentelijke kiesverenigingen dusdanig creatief zijn dat zij hierop gaan anticiperen of mogelijk zelfs bepaalde zaken associëren. Want al pleit de commissie voor een ontvlechting van de bestuursbevoegdheid tussen raad en college, het laat zich verstaan dat politieke partijen "een zekere macht en een bepaalde invloed" tot het uiterste zullen trachten te handhaven en te bewaken. Tenslotte komt de commissie nog te verhalen over de aanstellingswijze van de burgemeester. Hoewel som­ migen dit punt als de hamvraag aan deze Staatscommissie beschouwden, de commissie zelf onderschrijft dat standpunt niet. Voor haar was de dualisering van het gemeentelijk bestel het belangrijkste. In een korte historische ontwikkeling wordt het burgemeestersambt belicht van een magistraat in het verleden, naar een manager later en een procesbegeleider nu, een coördinator en een promotor van zijn gemeente. Krijgen we te maken met het fenomeen van een burgemeester die rechtstreeks gekozen wordt door de be­

volking? Een meerderheid van de commissie vindt dat de Grondwet zodanig moet worden aangepast dat dit uitvoerbaar wordt. Tegelijkertijd wordt gezegd dat, in afwachting van de aanpassing van de Grondwet en de uitvoerbaarheid daarvan, vooralsnog door wijziging van de Gemeentewet tijdelijk het stelsel van enkelvoudige aanbeveling van de gemeenteraad in te voeren, binnen de structuur van de kroonbenoeming. De minister zou daarvan alleen op zwaarwegende gronden mogen afwijken. Moeten we dit nu beschouwen als het handjeklap voor een gekozen burgemeester? Moet dit tegelijk bijdragen aan een politieke opleving bij de kiesgerechtigden? Hier en daar is al gesuggereerd dat de inwoners bij rechtstreekse verkiezing een voortreffelijke gelegenheid krijgen om een bepaalde prioriteitsstelling na te treven. Ik zie het al voor me: Ge­

achte burgemeesterskandidaat, welke politieke items staan op uw aanpaklijst? Het is toch beschamend dot onze (grootjouders 's avonds niet meer over straat durven te gaan? Wij geven voorrang aan een veilig sociaal leef- en woonklimaat. De kandidaat die hieraan de hoogste prioriteit geeft, door een nauwgezette handhaving van de openbare orde en veiligheid, betuigen wij adhesie. In dat geval kunt u op onze stem rekenen. U merkt wel dat op deze manier andere zaken een rol gaan spelen dan puur principiële. Dat vraagt waakzaamheid. Anders zijn we bezig in een nieuw bestel de politieke slagader te treffen. Daarom sluit ik af met als eindconclusie: Besturen zónder principiële binding leidt naar een doodlopende weg.

Staphorst, 4 april 2000

Ws. BRON

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 2000

De Banier | 20 Pagina's

Lokaal bestuur in beweging

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 2000

De Banier | 20 Pagina's