Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het ’nul-optiebeleid’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het ’nul-optiebeleid’

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het gedoogbeleid in Nederland inzake de verkoop van softdrugs in coffeeshops is en blijft voor velen een onbegrijpelijke zaak. Er wordt immers iets toegestaan, wat de Wet (in dit geval de Opiumwet) verbiedt. Duidelijke signalen dat er een direct verband bestaat tussen het gedogen en de georganiseerde misdaad, worden genegeerd, of op z'n minst gebagatelliseerd. Een veel gehoorde opmerking is wel dat de verkoop van softdrugs vanuit verkooppunten (coffeeshops) juist een regulerend effect heeft, uitwassen en overlast tegengaat en dat het gebruik van softdrugs toch niet is uit te bannen. Zeker dit laatste argument overtuigt niet. Te denken valt bijvoorbeeld aan de snelheid op de voegen. Die v^ordt massaal overtreden. Om dit de kop in te drukken, wordt hier zeer intensief op gecontroleerd. Er is geen sprake van gedogen. De overtreder die gesnapt wordt, krijgt een niet geringe boete en loopt tevens het risico dat zowel rijbewijs als auto ter plekke in beslag wordt genomen. En zo hoort het ook. De handhaving van de Opiumwet mag hierop geen uitzondering vormen. Daar komt bij dat de stap van gebruik van soft- naar harddrugs kleiner blijkt te zijn, dan voorstanders van een gedoogbeleid vaak suggereren. De doorsnee harddrugsgebruiker zal dit beamen.

GEDOOGBELEID

In de achterliggende decennia heeft de handel in softdrugs een enorme vlucht genomen. Eerst waren het jongerencentra van waaruit kleine hoeveelheden softdrugs (soms zelfs tegen kostprijs) werden verkocht. Veelal geschiedde dit vanuit ideële motieven. Het werd door de lokale overheid oogluikend toegestaan. Allengs kwam de verkoop in commerciële handen terecht. Er bleek namelijk veel geld mee te verdienen. Uit de IRT-affaire is dit nog eens duidelijk gebleken. Het fenomeen "coffeeshop" deed vervolgens zijn intrede. In een groot aantal gemeenten in Nederland is een gedoogbeleid ontwikkeld en worden - zij het onder voorwaarden- exploitatievergunningen verstrekt. Daarmee is het hek van de dam. Controle op die voorwaarden blijkt niet of nauwelijks mogelijk te zijn. Het heeft ook geen prioriteit. Een snelheidsovertreder brengt kennelijk meer geld in de la. Er zijn gelukkig ook gemeenten, die absoluut niets van een gedoogbeleid willen weten en de voorkeur geven aan een z.g. "nul-optie". Geen coffeeshops dus in de gemeente. Dit beleid wordt vervolgens in de gemeentelijke verordeningen vastgelegd. Op grond van dat nul-optiebeleid weert men dus consequent coffeeshops. Die gemeenten verdienen een pluim.

ONBEHEERSBAAR

Ondanks richtlijnen van het Openbaar Ministerie bestaat er al jaren een grote diversiteit in gelegenheden die softdrugs verkopen. Er zijn weliswaar coffeeshops die geen alcohol schenken en waar ook geen gokkasten aanwezig zijn. Je kunt er alleen een stickie roken. In de praktijk vindt echter ook verkoop plaats vanuit cafe's, videotheken en zelfs woonhuizen. Soms blijft het niet bij verkoop van softdrugs, maar kan men er ook voor harddrugs terecht. Een buitengewoon onwenselijke en ook onbeheersbare situatie, waar justitie en politie nauwelijks grip op lijken te hebben. Veel gemeenten trachten in samenwerking met politie en justitie te streven naar beheersing van het aantal coffeeshops en trachten het gedoogbeleid aan te scherpen. De vraag is of men daar niet veel te laat mee is begonnen en of het nog wel wat uithaalt.

NUL-OPTIE

Met het bestuurlijk instrumentarium dat een gemeente ter beschikking staat, kan een nul-optiebeleid redelijk staande worden gehouden. Zo kunnen coffeeshops vrij gemakkelijk via het bestemmingsplan worden geweerd in de nabijheid van scho­ len, club- of buurthuizen of in s' iten waar coffeeshops, gezien de v - keerssituatie of de woonfunctie liet wenselijk worden geacht. Dit b- eid moet dan wel consequent wore n doorgevoerd. Daar ontbreekt \\: ^ nogal eens aan.

Onlangs viel in de krant te leze dat een gemeente, ondanks een nb optiebeleid, toch een vergunning ^rstrekte om een coffeeshop te ex !oiteren. Een volstrekt onbegrijpef e zaak. Want als er één schaap > er de dam is, volgen er - zo laat de praktijk zien- vaak meer. Het w^ dt onder deze omstandigheden oc moeilijker voor een gemeente d vestiging van een tweede coffet - hop te weren. Een exploitant ditzich met een weigering geconfronteerd ziet, zal zich immers op het gelijkheidsbeginsel beroepen. En dan heb je als gemeente heel w; t uit te leggen.

JURISPRUDENTIE

Mij wordt nogal eens om advier gevraagd, wanneer er in een gem^ ante, waar een nul-optiebeleid gelu! (en men dat zo wil houden), een aanvraag wordt ingediend om een coffeeshop te mogen exploiterer Het valt mij don op dat er nog steeds gemeenten zijn, die moe t3 hebben om hun nul-optiebeleid t-j beargumenteren en een aanvroeg vervolgens onvoldoende gemoti veerd afwijzen. Het gevaar dreiot dan dot de rechter een dergelijl' besluit vernietigt, met alle gevolge^ van dien. Het is dan ook van b^; lang dat er goed wordt nagedacht wat nu eigenlijk de beweegredenen zijn (geweest) om een nul-optieL 3- leid te hanteren en op basis da^: : van aanvragen te weigeren. Dajrbij kon de in de achterliggende jaren ontwikkelde jurisprudentie op d'' punt goede diensten bewijzen.

RECHTMATIG

In verschillende procedures die door exploitanten van coffeeshops zijn gevoerd, heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State zich gebogen over de rechtmatfgheidsvraag van het nul-optiebeieid. Voor de aanvaardbaarheid van het nul-optiebeleid is een uitspraak van 22 it ei 1997 van de Afdeling van gro', ' belang. Gemeenten die consequent een nut-optiebeleid wensen te hanteren, kunnen aan de inhoud van Jeze uitspraak argumenten ontlenen om het nul-optiebeleid te verdediden.

In deze zaak (die overigens in de gen - ante Naaldwijk speelde) merkte de Afdeling allereerst fijntjes op, dat bet toestaan van de exploitatie van coffeeshops het gedogen van systematisch handelen in strijd met wettelijke voorschriften inhoudt. Anders gezegd; er is gewoon sprake van i'!egaal gedrag. Daar komt bij dat r.jt om voor het publiek openstaof.de inrichtingen gaat en dat overi.iSt voor de omgeving valt te duchien. Het bestuur (i.e. de burgenneesier), belast met de handhaving van de openbare orde, kan dus optreden en een exploitatievergunning weigeren. Als die weigering conform het nul-optiebeleid gebeurt en ter bescherming is van het woon- en 'eefmiiieu dan wel de openbare orde, is er weinig aan de hand. Een exploitant zal dan bijzondere om- ^ndigheden moeten aanvoeren, wil dif beleid sneuvelen.

AANZUIGENDE WERKING

De redenen die aan een nul-optiebeleid ten grondslag kunnen liggen, zijn talrijk. Ik zal er enkele noemen, die (ook) in genoemde uitspraak aan de orde zijn gekomen. (1) Aanzuigende werking op lieden van buiten de gemeente. Dat geldt temeer als omliggende gemeenten ook een nul-optiebeleid hanteren. (2) Een coffeeshop past niet in een gemeente met een eigen, christelijk karakter. Ontegenzeglijk zou het exploiteren van een coffeeshop op bezwaren stuiten bij veel inwoners. (3) Het kan een gemeente niet kwalijk worden genomen dat zij voorkomen wil dat jongeren (ongewild) in aanraking komen met softdrugs. (4) Dot klemt temeer, als een coffeeshop zich ook nog eens in de buurt bevindt van een plaats, waar in de avonduren veel jongeren bijeenkomen of daar dagelijks (bijvoorbeeld vanuit school) langs rijden. Dat is de kat op het spek binden. Zo zijn er nog wel meer redenen (al dan niet plaatselijk bepaald) te noemen.

Tot slot. Gemeenten die consequent een nul-optiebeleid hanteren, dat ook kunnen motiveren, hebben niet veel te duchten van een toetsing van dat beleid door de rechter. Vrees om in een procedure het onderspit te moeten delven, mag dan ook nimmer reden zijn het beleid aan te passen. Gemeenten die een nul-optiebeleid hanteren, mogen (middels het bekende driehoeksoverleg) van politie en het Openbaar Ministerie ook verlangen dat overtredingen worden opgespoord en vervolgd. Natuurlijk besef ik zelf ook wel dat een gedegen handhaving het probleem inzake de handel van softdrugs niet helemaal uit zal bannen. Het zal wel een groot maatschappelijk probleem blijven. Maar, het zij hier nogmaals herhaald, dot kan nimmer een argument zijn om wetsovertreding don maar te gedogen. De Wet, ook de Opiumwet, dient te worden gehandhaafd. In een rechtsstaat als de onze is het gedogen van strafbare feiten aan niemand uit te leggen.

mr. P.J. den Boef

lid HB

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 2000

De Banier | 20 Pagina's

Het ’nul-optiebeleid’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 2000

De Banier | 20 Pagina's