Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het recht van verzet (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het recht van verzet (2)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige keer hebben we de SGP - visie op het overheidsgezoi beschreven. Daarbij hebber we de vraag gesteld: Is ver et tegen de overheid geoo aofd? Deze vraag is de roe draad die door deze artik enserie heenloopt. In dit ar el willen we nagaan v/at er . de Bijbel over het recht van verzet wordt geschreven.

GERECHTIGHEID EN VREDE

Vooraf merken we op dat verzet over het algemeen een oorzaak heeft. Deze oorzaak is vaak dat er onrecht plaats vindt, waardoor onte-

vredenheid ontstaat. Als de onstevredenheid toeneemt, zal de dreg tot verzet groter worden. Wcjr echter vrede is, daar is geen aanleiding om in verzet te kor en. In de Bijbel lezen we dat vrede nauw samenhangt me gerechtigheid. Gerechtigheiii en vrede kussen elkaar (Ps ; m 85: 1 1). Dus waar gerechtigheid (geen onrecht) is, dacr is vrede.

In Spreuken 16: 12 lezen we dat de troon van een koning door gerechtigh-^id (recht doen) wordt bevestig c. Als een koning recht doet dan is 8' geen enkele aanleiding tot en ook geen grond voor verzet. Een lever zonder onrecht is in deze zondige -vereld echter ondenkbaar. Dit bre ; gt ons tot enkele vragen. Als er spi : ke is van een overheid die onrecht bedrijft, is verzet dan altijd geoor Dofd? Kan het zo zijn dat ondariks dat er onrecht is er toch geen rec': t op verzet is? Deze vragen willen we proberen te beantwoorden.

HET OUDE TESTAMENT

We willen nu enkele situaties nagaon die in de Bijbel vermeld staan waarin verzet wordt gepleegd tegen onrecht. In Exodus lezen we dat het volk van Israël verdrukt werd door de cgyptenaars. Hier is dus sprake van onrecht. Mozes kreeg de opdracht van God om het volk uit Egypte te leiden. Deze opdracht stond haaks op de wil van de Farao. Het bijzondere van deze situatie is echter dat Mozes een man Gods was, hij kreeg zijn roeping rechtstreeks van God. We kunnen uit deze geschiedenis dus niet zomaar de conclusie trekken dot een burger in opstand mag komen tegen een regering die onrecht bedrijft. Mozes had een zeer buitengewone roeping.

Dit geldt ook voor de Richteren. Denk aan Othniël, Ehud, Debora en Barak. God Zelf had het volk Israël overgegeven in de hand van verschillende overheersers. Nu kregen de Richteren een bijzondere opdracht van God om het volk Israël te bevrijden van de overheersers, zij kwamen niet uit zichzelf in verzet.

Jeremia kondigt aan dat de koning van Judo en zijn gehele volk zal overgeleverd worden in de hand van Nebukadnezar, de koning van Babel (Jer. 21: 7). Nebukadnezar wordt zelfs door de HEBRE "Mijn knecht" genoemd (Jer. 25: 9). Het volk moest Nebukadnezar dienen. Wie niet zou bukken onder het juk van Nebukadnezar zou vreselijke straffen te wachten staan (Jer. 27: 8). Hieruit blijkt dat God soms een volk verdrukt en hen niet toestaat om tegen deze verdrukking in verzet te komen.

Uit deze enkele voorbeelden uit het Oude Testament blijkt dat het volk niet tot opstand wordt opgeroepen tegen de regering (de Farao, de koning). God Zelf bevrijdde het volk uit de hand van de verdrukkers. God gebruikte hiervoor mensen die Hij daartoe een bijzondere opdracht gaf. De Godsregering (theocratie) staat in het Oude Testament dus centraal. We moeten er dus voor oppassen dat we de bijzondere situaties in het Oude Testament veralgemeniseren naar deze tijd.

Hiermee willen we nog niet zeggen dat in deze tijd verzet tegen de overheid ongeoorloofd is, maar alleen dat we op grond van situaties in het Oude Testament geen algemeen verzetsrecht in deze tijd mogen erkennen.

HET NIEUWE TESTAMENT

Ook in het Nieuwe Testament zijn teksten te vinden die gaan over de relatie overheid en onderdaan. In het vorige artikel hebben we Romeinen 13 al genoemd, waar gehoorzaamheid aan de overheid wordt bevolen. Dit bevel heeft echter niet betrekking op alle situaties. Er kun­

nen zich situaties voordoen dat we Gode meer gehoorzaam moeten zijn dan de mensen (Hand. 5: 29). Wanneer wij gedwongen worden handelingen te verrichten die in strijd zijn met Gods Woord, mogen, ja moeten wij weigeren dat bevel op te volgen.

In 1 Tim. 2: 1 wordt het volk ook opgeroepen om te bidden voor de overheid. Uit het Nieuwe

Testament blijkt dus dat we eerbied moeten hebben voor het overheidsambt als een Goddelijke instelling. Maar erkent het Nieuwe Testament nu ook een recht op verzet? Deze vraag beantwoorden we met ja als het gaat om het niet opvolgen van bevelen die in strijd zijn met Gods Woord. Door de regelingen die getroffen worden voor gewetensbezwaarden is tegenwoordig van dwang echter nauwelijks sprake meer. De vraag of ook opstand tegen de overheid gerechtvaardigd is, bewaren we voor de volgende artikelen.

In een volgend artikel willen we ingaan op hoe onder andere Luther en Calvijn het verzetsrecht verder hebben uitgewerkt. Dan zal ook het onderscheid aan de orde komen tussen het verzet van burgers en het verzet van lagere overheden tegen de hogere overheden. Ook het begrip onrecht zal dan scherper worden geformuleerd.

J.W. van Berkum, medewerker Studiecentrum SGP

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 2000

De Banier | 20 Pagina's

Het recht van verzet (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 2000

De Banier | 20 Pagina's