Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PARLEMENTAIR LOGBOEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PARLEMENTAIR LOGBOEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

MINISTER BORST

In de week na het grote euthanasiedebat moest minister Borst van Volksgezondheid, Welzijn en Sport opnieuw opdraven in de Tweede Kamer. Dit keer om, samen met staatssecretaris Vüegenthart, haar begroting te verdedigen. Het koste SGPwoordvoerder Van der Vlies enigszins moeite om, na de diepingrijpende debatten van de week daarvoor, over te gaan tot de orde van de dag. Hij zei het als volgt: "Het euthanasiedebat echoot nog na in onze oren."

De minister kreeg tijdens de begrotingsbehandeling veel en terechte kritiek. Niet alleen uit de hoek van de oppositie, maar ook kamerleden van PvdA en VVD laakten Borsts beleid. De kritiek uit deze hoek raakte met name het gebrek aan daadkracht van de bewindsvrouwe en de problemen die zich in en rond het door haar geleide ministerie maar voortslepen, al jarenlang. Vroeger was het zo dat als de Kamer haar afkeuring over het beleid van een minister kenbaar wilden maken, er op de begrotingspost 'salaris minister' een gulden werd gekort. Het signaal was helder: het vertrouwen in de minister was daarmee opgezegd.

DIEPTEPUNT

De SGP heeft overwogen dit keer hetzelfde te doen, ware het niet dat de begrotingssystematiek tegenwoordig dusdanig is dat het oude 'gulden-middel' niet meer te hanteren is. Feit is en blijft evenwel dat het vertrouwen van de SGP in de minister van VV/S tot een dieptepunt is gedoold. En we zijn er met deze minister nog niet, betoogde Van der Vlies. Op de agenda staan namelijk nog enkele onderwerpen die een zware principieel-ethische lading hebben. Te noemen is de Embryowet die, zoals het er nu naar uitziet, binnen afzienbare tijd zal worden geagendeerd. Ook kan gedacht worden aan de kabinetsvoorstellen over de late zwangerschapsafbreking. En dan ligt er bovendien het door de minister zelf aangekondigde maatschappelijke debat over een nóg verdere oprekking van de euthanasiewet. Met deze minister aan het roer, moet het ergste gevreesd worden.

Een voorbeeld van het verschuivende denken levert de Embryowet op. Nog maar vijf jaar geleden betitelde minister Borst het gebruik (of kweken) van embryo's als een inbreuk op het respect voor het menselijk leven. En nu? In het gepresenteerde wetsvoorstel lijkt het embryo gedegradeerd tot slechts een instrument, een middel dot ten dienste staat aan de gezondheid en het welzijn van anderen. Als we dat pad op gaan is de tijd niet ver meer dat er onder het goedkeurend oog van de overheid mensen zullen worden gekweekt voor wetenschappelijk onderzoek of medische therapie. In dit verband legde de SGP ook de vinger bij de recent ontwikkelde methode om het IQ van ongeboren kinderen te testen. Wordt dit eenmaal gemeengoed, dan is, met de geschiedenis in het achterhoofd, de toekomst vrij eenvoudig te voorspellen. Verschrikkelijk.

In zijn uitvoerige betoog ging Van der Vlies verder o.o. in op het feit dat uitgerekend dit jaar er geen onti-vuurwerkcampogne komt. Problemen rond de organasatie liggen daaraan ten grondslag. Kon op dit punt niet alsnog, en snel natuurlijk, actie worden ondernomen? Kritiek leverde Van der Vlies voorts op de dubbele moraal bij het jeugdbeleid. Enerzijds maakt men zich zorgen over het toenemend geweld, maar anderzijds weigert de regering films en onder beeldmateriaal dat aanzet tot grof geweld te verbieden. Meer dan treurig is dat in Nederland op dit moment een gruwelijke film wordt vertoond die in Frankrijk verboden is! Zelfs de recensent van de Volkskrant, toch niet bepaald een preutse krant, betitelde de film als weerzinwekkend en verwerpelijk.

AFBRAAK HUWELIJK

Dot dit kabinet het huwelijk een slecht hort toedroogt, weten we inmiddels. Amper is het 'homohuwelijk' de Tweede Kamer gepasseerd, of er ligt al weer een volgend voorstel om het huwelijk af te breken. Het gebeurt uiteraard allemaal onder 'mooie mommen'. Het nieuwste voorstel wordt door paars gemotiveerd vanuit de wens om de rechten en plichten in het huwelijk te 'vereenvoudigen', het 'kappen van dor hout'. Zo kun je het ook noemen, maar het is bedrieglijk. Want wat wil het kabinet? Voorgesteld wordt om de samenlevingsplicht voor gehuwden uit de wet te schrappen. Het kabinet noemt die samenlevingsplicht "dor hout." De SGP heeft daar een andere kijk op, en, dunkt ons, een volstrekt normale visie. Het samenleven van man en vrouw is een wezenlijk én waardevol kenmerk van het huwelijk. Daarentegen goot van het opheffen var die plicht een slecht signaal uit. Woordvoerder Van der Stooij: "De sociale samenhang in de samenleving is gediend met de revitalisering (zeg maar opleving en - waorderinc' van het huwelijk - niet met slopen ervan." De afschaffing is ook onnc dig omdat de bestaande regels al een uitzondering op de plicht tot samenwonen toelaten wanneer gewichtige redenen daartoe noodzaken.

Dit wetsvoorstel staat natuurlijk nier op zichzelf. Wat je ziet is dat het huwelijk stap voor stap wordt afge broken. Met de invoering in 1998 van het geregistreerd partnerschap heeft de wetgever zich beijverd om samenwonen zonder huwelijk mogelijk te maken. Door kwam kort gele den het nog vers in ons geheugen zittende 'homohuwelijk' bij, een voorstel dot het huwelijk beroofde van een van hoor wezenskenmerken, t.w. het feit dot een huwelijk alleen iets kan zijn tussen een man en een vrouw - tenzij je de begrippen omkeert en alles op z'n kop zet. Daar is dit kabinet zachtjesaa.' een meester in.

ZONDAG

Wat gebeurt er als een wet in strijd blijkt te zijn met een internationaal verdrag? Normaal gesproken wordt de wet dan aangepast aan het verdrag. Omgekeerd gaat namelijk moeilijk, omdat een land in zijn eentje geen verdrag aan kan passen aan de eigen wetgeving. Daar zijn ook de andere verdragspartners voor nodig, en dat is in de praktijk moeilijk. Een andere mogelijkheid is dat het verdrag v^ordt opgezegd. Dat is zeer ongebruikelijk, maar het is een mogelijkheid.

Welnu, deze weg, het opzeggen van een verdrag omdat een eigen wet er niet aan voldoet, wil de Nederlandse regering bewandelen om onze eigen Arbeidstijdenwet overeind te houden. En om welk verdrag gaat het? Het 'Verdrag betreffende de wekelijkse rusttijd in de handel en op kantoren'. En waarom moet dat door zo'n beetje alle landen geratificeerde verdrag zo nodig worden opgezegd? Omdat het verdrag uitgaat van een onafgebroken rusttijd van minimaal 24 uur per week, zijnde een periode van zeven dagen. De Nederlandse Arbeidstijdenwet echter biedt de gelegenheid de 'wekelijkse' rust te koppelen aan een periode van negen dagen.

Namens de SGP ging ons kamerlid Van der Staaij in de contramine. En daar is alle reden toe, want het blijkt dat niemand bij de totstandkoming van de Arbeidstijdenwet is opgevallen dat hier een wrijfpunt lag. Nadat dit punt alsnog was gebleken, zegde de regering eigener beweging en zonder de Kamer erin te kennen het verdrag op. Dat kan niet, betoogde Van der Staaij. Zo mag de regering niet omgaan met verdragen, en al helemaal niet met het parlement. "Nonchalant" is nog wel de mildste kwalificatie die je hieraan kunt verbinden. Ook internationaal gezien is het een vreemde figuur die Nederland nu slaat. We zijn weer eens het eerste en enige land, nu wat betreft het opzeggen van een verdrag.

Een werkgroep van de Internationale Arbeidsorganisatie heeft nog recentelijk vastgesteld dot het verdrag tot op de dag van vandaag actualiteitswaarde heeft. De SGP is het daar mee eens. Het bijzonder belang van het verdrag is gelegen in de aanduiding van de bijzondere waarde van de wekelijkse (dus zeven dagen!) rustdag, die ook in het vierde gebod van de Tien Geboden ten goede van mens en samenleving verankerd ligt. Vanuit Gods openbaring weten we van een week van zeven dagen en een wekelijkse rustdag, aldus Van der Staaij. Dat belang verdient bijzondere bescherming. Het opzeggen van het verdrag is alleen al daarom een slecht signaal.

KERKTELEFOON

De perikelen met de kerktelefoon houden aan. De Tweede Kamer heeft er inmiddels, sinds de kosten voor de gebruikers explosief zijn gestegen, tal van vergaderingen aan gewijd. Helaas, nog steeds zonder echt een bevredigend resultaat. Nadat de voor de kerktelefoon bevoegde staatssecretaris, De Vries van Verkeer en Waterstaat, aanvankelijk wel bereid leek om tegemoet te komen aan de bezwaren, is deze kwestie toch weer in het slop geraakt. Veel beweging zit er niet in, bij de staatssecretaris wel te verstaan.

De laatste stand van zaken is dat de regering zich bereid heeft verklaard een bijdrage te leveren aan het oprichten van een intermediaire stichting, waarmee mogelijke alternatieven kunnen worden onderzocht en ingevoerd. Maar helaas, daar blijft het wel zo'n beetje bij. SGPkamerlid Van den Berg stak zijn teleurstelling over deze minimalistische benadering niet onder stoelen of banken. Zo voelt de staatssecretaris er niets voor om een compensatie te bieden voor de overgangsperiode tussen nu en het moment waarop er een betaal- en werkbaar alternatief is. Die periode kon wel eens langer gaan duren dan de verwachting is, met alle nadelige financiële gevolgen voor de gebruikers van de kerktelefoon van dien. Het zal duidelijk zijn dat de SGP in het overleg opnieuw een poging ondernam om de staatssecretaris tot een minder bokkige houding te bewegen. Praktische problemen die De Vries aanvoert, hebben meer het karakter van een mooi excuus dan van een overtuigende bewijsvoering.

VERBINDINGS­WEGEN

Jaarlijks praat de Kamer uitvoerig met de minister van Verkeer en Waterstaat over de aanleg en het onderhoud van tal van wegen en verbindingen en de volgorde waarin deze projecten moeten worden uitgevoerd. Voor de SGP is daarbij aanwezig onze verkeer- en vervoersman Van den Berg. Ook nu weer gaf hij acte de presence. Na de bekende kritiek op het beleid (te veel gericht op de Randstad en te veel geld voor megaprojecten als de Hoge Snelheidslijn en de Betuwelijn) en de al evenzeer van de SGPwoordvoerder bekende inzet voor de vaarwegen, ging de geachte afgevaardigde uit Nunspeet in op talloze regionale en lokale knelpunten.

Welke wegen stonden op het verlanglijstje van de SGP? De vaarweg Almelo-Coevorden, de zeesluis bij IJmuiden, de tunnel bij Sluiskil in Zeeuws-Vlaanderen, de aanleg van de N57 op Walcheren, Rijksweg 31 (Leeuwarden-Drachten), Rijksweg 7 (zuidelijke omlegging Sneek), de Al bij Apeldoorn-Deventer, de A28 bij Zwolle, een tweede afslag van de A28 bij Nijkerk, de aansluiting van Werkendam en omgeving op Rijksweg 27 ('De Tol') en de doorstroming op RW 27 (Breda-Utrecht).

Apart ging Van den Berg in op het railvervoer. Wat betreft de ook door de SGP ondersteunde Zuiderzeelijn gaf hij een schot voor de boeg. Dat schot bestond daarin, dat der SGPafgevaardigde liet weten weinig te verwachten van een mogelijke magneetbaan. Dat lijkt veel op een duur prestige-object. Klinkt allemaal prachtig, maar het noorden zal naar alle waarschijnlijkheid het snelst en het best geholpen zijn met een conventionele spoorlijn. Daarnaast bepleite Van den Berg helderheid over de knelpunten m.b.t. de Hanzelijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 2000

De Banier | 20 Pagina's

PARLEMENTAIR LOGBOEK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 2000

De Banier | 20 Pagina's