Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Opheffing bordeelverbod en het ruimtelijk  beleid - een tussenbalans

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Opheffing bordeelverbod en het ruimtelijk beleid - een tussenbalans

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inmiddels is bijna 7 maanden geleden de wet die de opheffing van het bordeelverbod regelde, in werking getreden. Dat betekent echter niet, dat de stofvy^olk van de discussie over de vraag of een nulbeleid wel al dan niet kan, nu verdv\/enen is. Integendeel! De echte testcases komen eraan.

Reden genoeg om nogmaals in Doelwit aandacht te geven aan dit onderwerp. Het zal overigens ook niet de laatste keer zijn. Her en der in het land zijn gemeenten in botsing gekomen met colleges van gedeputeerde staten (GS) van de desbetreffende provincies. Zo heeft onlangs het college van GS van Gelderland zijn goedkeuring onthouden aan de herziening van de voorschriften van 76 bestemmingsplannen van de gemeente Barneveld. Momenteel ligt het besluit van GS ter inzage tot en met 17 mei. Ook de gemeente Barneveld staat voor de keus of zij in beroep gaat bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Mocht dat gebeuren, dan zult u ongetwijfeld daarover geïnformeerd worden in Doelwit.

'BEDOELING WETGEVER'

Het punt, waarover van mening verschild wordt, is de vraag of via een herziening van bestemmingsplannen een nuloptie mag worden nagestreefd. De gemeente Barneveld is van mening dat de vestiging en exploitatie van bordelen en seksinrichtingen over het algemeen een negatieve invloed heeft op de kwaliteit van de leef-, woon- en werkomgeving. Daarom heeft de raad hef besluit genomen de vestiging van een dergelijke inrichting uit te sluiten. Daartoe zijn de voorschriften van de genoemde bestemmingsplannen gewijzigd. Zou er een verzoek voor de vestiging van een dergelijke inrichting op alle planologische aspecten positief worden beoordeeld, dan zal in dat geval het (betreffende) bestemmingsplan worden herzien.

Waarom kunnen de GS van Gelderland hef betreffende paraplubestemmingsplan niet goedkeuren? De argumentatie is daarom zo van belang, omdat er meer gemeenten zijn in Nederland die een zelfde koers gekozen hebben: in de APV is een mogelijkheid opgenomen dat één escortbureau of seksinrichting maximaal wordt toegelaten, terwijl bij het ruimtelijk beleid van een nuloptie is uitgegaan. Naar de mening van GS heeft een zorgvuldige afweging over eventuele vestigingsmogelijkheden binnen het grondgebied van de gemeente niet plaatsgevonden. De kern van het bezwaar richt zich op de keuze door de gemeente voor een absoluut verbod door het opnemen van een gebruiksbepaling die het in bedrijf hebben van een seksinrichting uitsluit. Dat vinden GS in strijd met de bedoeling van de wetgever. De opheffing van het bordeelverbod is bedoeld om de gemeenten een mogelijkheid te bieden regulerend ruimtelijk beleid te voeren. Het bestemmingsplan is in hun optiek het daartoe geëigende middel. GS hadden het logischer gevonden, dof in het bestemmingsplan een vrijstellings- en/of wijzigingsbevoegdheid met de daaraan verbonden ruimtelijke toetsingscriteria in de voorschriften was opgenomen. De keuze van de gemeente om tot een bestemmingsplanwijziging over te gaan, indien een verzoek voor de vestiging van een seksinrichting op alle planologische aspecten positief kon worden beoordeeld, wezen zij af in verband met strijdigheid met artikel 10 van de WRO.

'RUIMTELIJKE ONDERBOUWING SCHOOT TEKORT'

Ook de gemeente Vriezenveen is geconfronteerd met een besluit van GS van Overijssel goedkeuring te onthouden aan het 'Facef-besfemmingsplan seksinrichtingen'. De belangrijkste reden is, dat een ruimtelijke onderbouwing in het geheel ontbreekt. De gemeente had blijkbaar alleen vermeld, dot er geen seksinrichtingen in Vriezenveen waren gevestigd en dat de gemeente ervoor had gekozen voor een nulbeleid te gaan. Daartoe werden ook de bestemmingsplannen door middel van het facet-bestemmingsplan gewijzigd. GS maken de kanttekening, dat op grond van artikel 19 van de Grondwet het algeheel verbod van de mogelijkheid tot het vestigen van een seksinrichting in strijd is met de Grondwet, maar dot het wel mogelijk is om in bestemmingsplannen de vestiging van seksinrichtingen in bepaalde gebieden uit te sluiten. Daarvoor moet don wel een ruimtelijke onderbouwing worden gege­ ven. GS geven overigens niet explic' aan, of zo'n gebied ook het hele grc i gebied van een gemeente kon betre!' n. Zij geven aan dat goedkeuring ontht den is wegens strijd met de WRO ervoegen daaraan toe: "nog afgezien : n het feit dat een algeheel verbod op c vestiging van prostitutiebedrijven in strijd geacht moet worden met artike' 9 van de Grondwet".

De argumentatie van GS in een schri ven aan de (inmiddels heringedeelde gemeente Den Hom (eveneens Overi, sel) lijkt ruimte te geven voor een null - leid op grond van regionale ofsprake "Hieruit volgt dat het algeheel verbie^ n van de mogelijkheid tot het vestigen n een prostitutie-inrichting in strijd is me de Grondwet. In het besluit wordt alle n verwezen naar regionale afspraken, ~> grond waarvan gemeenten die op di moment geen prostitutiebedrijven het ben binnen hun grenzen kennelijk ee nulbeleid zullen voeren." Daarnaast geven zij aan dat gemeenten wel ree lerend mogen optreden, maar dat de r- aan niet afdoet dat de maatregelen v •! onderbouwd moeten worden met ruimtelijke argumenten.

Ook de gemeente Raalte werd hiern- 3 geconfronteerd. Reden: "Wij zijn vamening dat de vrijwel volledige uitsli, ting van een bepaald type bedrijf, o' jeacht de omvang daarvan, volstrekt onvoldoende is gebaseerd op ruimte - ke overwegingen. Daarmee is het pir i naar ons oordeel in strijd met artikel O WRO waarin is bepaald dat bij een bestemmingsplan bestemmingen kun- 5n worden vastgelegd voor zover dit tei behoeve van een goede ruimtelijke ordening nodig is, en met dien verst > - de dat de aan deze bestemmingen t' verbinden voorschriften slechts om d n- gende redenen een beperking van h' i meest doelmatige gebruik mogen inhouden."

Een ambtenaar van de provincie Ov '- ijssel, van wie ik bovengenoemde in'^irmatie van de gemeenten Den Ham f Raalte kreeg, vatte het zo samen: "irbeide gevallen schoot de ruimtelijke onderbouwing tekort."

'ROOD LICHT OP GROEN'

Heel opvallend is de keuze die GS van Zuid-Holland gemaakt hebben. Deze keuze is als volgt samen te vatten. GJ zullen zich terughoudend opstellen bij Houdt u D.V. vrijdag 29 juni vrij in uw agenda? Dan organiseert Voorlichting & Vorming een congres over de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordeningl Naast de Vijfde Nota zullen in workshops de onderwerpen Grondbeleid, Wonen en Mobiliteit aan de orde komen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 april 2001

De Banier | 20 Pagina's

Opheffing bordeelverbod en het ruimtelijk  beleid - een tussenbalans

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 april 2001

De Banier | 20 Pagina's