Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT HET EUROPEES PARLEMENT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT HET EUROPEES PARLEMENT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN DROOMHUIS VOOR DE EU?

Het debat over de toekomst van de Europese Unie lijkt deze dagen los te barsten. Het ziet ernaar uit dat het minder vrijblijvend dan tien jaar terug zal zijn. Vooral omdat de Duitse bondskanselier Schroder het voortouw heeft genomen en zijn ideeën onlangs openlijk ventileerde. Zijn voorstellen kv/amen erop neer dat de Europese Unie meer federale trekken dient te krijgen en dat tegelijk een aantal bevoegdheden (w/aaronder landbouwbeleid) in grotere mate op nationaal vlak behartigd zal worden. Federalisatie en decentralisatie gaan in Schröders visie hond in hand. De Europese Commissie krijgt dan een positie die vergelijkbaar is met een regering, terwijl de lidstaten 'een stap terug' doen en in een Statenkamer of Sencat vertegenwoordigd zijn. Al een jaar eerder had de Duitse minister van buitenlandse zaken Fischer in zijn zgn. Hunibo/c/f-lezing (mei 2000) vergelijkbare voorstellen gedaan.

ZOVEEL HOOFDSTEDEN, ZOVEEL ZINNEN

De reacties vanuit andere Europese hoofdsteden waren zeer verschillend. Dat was te verwachten, doch daarover straks meer. De Britse premier Blair had niet veel op met Schröders ideeën. Hlij vindt dat de EU wel een sterke partner van de Verenigde Staten van Amerika moet zijn, maar geen superstaat mag worden. Frankrijk wil geen Europese federatie en helemaal geen decentralisatie. Maar wat Parijs dan wel wenst, blijft qua vormgeving onduidelijk. Overigens niet wat betreft het oogmerk: de Franse regering wenst veel grip - minstens net zo veel als haar Duitse rivaal - te houden op de ontwikkelingen in de EU. België en Nederland menen dat Schroder de Europese beleidsagenda te '^t'rig bedeelt. Zij vinden dat ze als kleide lidstaten baat hebben bij een krach­ tige Europese Commissie. Daarom spreekt het federale idee hen wel aan, want daarin moet de Raad van Ministers een belangrijke veer laten ten gunste van de Europese Commissie. Dat de reacties sterk uiteenlopen, is verklaarbaar. De gelanceerde ideeën over de toekomstige vormgeving en inrichting van het "hluis van de Europese Unie" zijn vrijwel allemaal nationale projecties. In het kort komt het erop neer dat Duitsland vooral een op Duitse (federale) leest geschoeide EU wenst en Fransen denken over Europa in termen van een "uitvergroot Frankrijk", waarin alles vanuit Parijs wordt bestuurd. Zo leeft bij elke lidstaat wel een eigen droom over dé ideale vorm voor de Europese Unie.

FEDERAAL VERBAND OF HECHTER VERBOND?

Van meet af aan heeft bij de vraag over de uiteindelijke doelstelling en vormgeving van de EU het federale bestuursmodel een belangrijke rol gespeeld. Reeds Winston Churchill sprak kort na de Tweede Wereldoorlog over de wenselijkheid van een United States of Europe, naar analogie van de United States of America. Echter, de Europese samenwerking kreeg niet langs politieke, maar langs de weg van economische integratie steeds meer inhoud en vorm op allerlei terreinen van overheidsbeleid. fHet einddoel voor deze Europese integratie werd nimmer specifiek omschreven. In het Eü-Verdrag prijkt tot op heden de vage formulering dat men "streeft naar een steeds hechter verbond van Europese volkeren". fHet begint er thans naar uit te zien dat velen dit 'steeds hechtere verbond' zo zoetjes aan wel hecht genoeg vinden en misschien dat eventuele vrees voor een toekomstig keurslijf ertoe leidt dat men een streep wil gaan zetten tot waar de Europese integratie kan of mag voortschrijden.

RICHTINGENSTRIJD

De Europese Raad van Nice (december 2000) heeft een begin gemaakt met de noodzakelijke hervormingen van EUinstellingen. Maar elke krantenlezer weet nu reeds dat er nog een ministeriële conferentie nodig is voor een grondiger renovatie van het 'Europese hluis'. Is het niet beter om deze renovatie doelgerichter aan te pakken, dus met een welomschreven einddoel voor de EU voor ogen? Deze vraag laat zich lichter stellen dan beantwoorden. Want de uiteenlopende reacties op Schröders ideeën maken duidelijk dat wanneer deze kwestie eenmaal op de EU-ogenda staat, de 'richtingenstrijd' in volle hevigheid losbarst. Sommigen doen daar erg dramatisch over. Maar zolang de Europese landen aan onderhandelingstafels knokken gaat het in zeker opzicht goed, omdat loopgraven en slagvelden dan niet worden betreden.

FOCUS NIET OP STAATSVORM

Wat de Eurofractie betreft, zou de toekomstige "staatsvorm" juist niet kernpunt van debat moeten of mogen zijn. fHet gevaar dreigt dat met allerlei theoretische tekentafelschetsen en bestuurskundige blauwdrukken 'hemelbestormende' idealen worden nagestreefd. Het Europese droomhuis krijgt dan teveel de trekken van een luchtkasteel en dat biedt nu eenmaal geen behaaglijk woongenot. Als er al over federale idealen wordt gefilosofeerd doet men er goed aan ook eens te kijken naar confederate concepties (Zwitserland en Canada).

Een nog krachtiger argument om het debat niet te richten op een staatkundige vorm voor de EU, is gelegen in diverse kenmerken die haar tot een instantie van geheel eigen soort maken. Zonder volledig te zijn, sommen we er een aantal op: 1) de EU heeft thans elf officiële talen; 2) er is geen Europees volk, geen Europese publieke sfeer en derhalve ook geen echte Europese democratie; 3) het publieke debat over staatkundige EU-vraagstukken is veelal een abstracte en elitaire aangelegenheid; 4) het totstandkomen van politieke besluiten op EU-niveau loopt via een ondoorzichtig, diplomatiek proces van duwen en trekken tussen de lidstaten dat zich nog te vaak tot binnen de burelen van Commissie en Parlement doet gelden.

Het vinden van een geschikte "EUstoatsvorm" lijkt even onuitvoerbaar als het tekenen van een vierkante cirkel. De Eurofractie wil de spits van het einddoel-debat graag richten op andere punten en op die manier een steentje bijdragen aan de discussie over een eventuele voltooiing van het onvoltooide 'Europese Huis'. Daarbij is een verwijzing naar Psalm 127 broodnodig: "Zo de Heere het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan."

(wordt vervolgd)

Namens de Eurofractie ChristenUnie-SGP,

Jan A. Schippers.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 2001

De Banier | 20 Pagina's

UIT HET EUROPEES PARLEMENT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 2001

De Banier | 20 Pagina's