Verslag van het slotcongres (2)

in de vorige Banier heeft u het verslag van het morgengedeelte van het slotcongres van het jaarthema "De hechte samenleving" kunnen lezen. Nu volgt het verslag van het middaggedeelte. Nadat hoofdbestuurslid de heer H. Uil de maaltijd had besloten en een zegen had gevraagd over het middaggedeelte, kregen drie co-referenten het woord. Daarna v/as er gelegenheid tot discussie met het forum.

MULTICULTURELE SAMENLEVING

De heer H. Mostert, gemeenteraadslid in Dordrecht hield een coreferaat over het deelthema de multiculturele samenleving. In Dordrecht is nu al 1 3% van de bevolking allochtoon. Er kan van een multiculturele samenleving een religieuze dreiging uitgaan, maar het kan ook een uitdaging zijn om vreemdelingen in contact te brengen met het Woord van God. Alle mensen zijn schepselen van God en hebben een ziel geschapen voor een eeuwigheid. Daarom moeten kerken en het

maatschappelijk middenveld de zending in eigen land opnieuw doordenken. Het theocratisch denken betekent de blik richten op de culturele minderheden. In Dordrecht

worden kerken gesloten en soms afgebroken, terwijl het aantal moskeeën toeneemt. Voorkomen moet worden dat de godsdiensten van allochtonen een bevoorrechte positie krijgen. Medewerking verlenen aan de bouw van een moskee staat haaks op artikel 36.

De overheid heeft de verplichting een kansrijk integratiebeleid te voeren. Tegelijkertijd is de enorme diversiteit aan culturen en religies zorgwekkend. Er rust een eis van Christelijke barmhartigheid op ons. maar het is ook een feit dat we steeds meer geconfronteerd worden met vreemde godsdiensten en een steeds verder afdwalen van Gods heilzame geboden. Sociaal maatschappelijke integratie is niet alleen een verplichting van de overheid, maar ook van de toegelaten vreemdeling zelf. Tot nu toe heeft inburgering veelal een te vrijblijvend karakter. Het leren van de Nederlandse taal is een eerste vereiste. Het ontstaat van zwarte of gekleurde wijken is minder positief te duiden. Getto-vorming ligt immers voor de hond. Een voorzichtig deconcentratiebeleid zou een beter alternatief zijn, hoewel dat weer vragen oproept bij de autochtone bevolking.

Relatief veel immigranten zijn uitkeringsafhankelijk en leggen een groot beslag op de sociale zekerheid. Daarom is het wenselijk om op immigranten meer druk uit te oefenen om ze in te zetten bij het arbeidsproces. Wellicht is het mogelijk dat het overheidsbeleid zich meer richt op het inzetten van financiële middelen in de landen van herkomst, waardoor het terugkeerbeleid kan worden gestimuleerd.

JEUGDBELEID

De heer T.A. Stoop, gemeenteraadslid van Hendrik Ido Ambacht ging in zijn co-referaat over jeugdbeleid in op drie punten: jeugdbeleid als probleemaanpak? ; jeugdbeleid: ideaal en werkelijkheid; jeugdbeleid: spanningsveld voor lokale bestuurders. Jeugdbeleid heeft zijns inziens betrekking op alle aspecten die onderdeel uitmaken van het overheidsbeleid op het gebied van kinderen, jeugd en jongeren. Zo geformuleerd hoopt hij dat jeugdbeleid wel toekomst heeft, maar dan wel ingevuld op grond van bijbelse ilgangspunten. Hij ziet voor de lo'-jle overheid een belangrijke regiere weggelegd, maar dan vooral pre ventief en niet zoals de heer Bro' wer voorstelt pas als er al proble men zijn. Je moet jeugdbeleid ni-}' zien als beleid dat noodzakelijk - ntwikkeld moet worden om proble' TIgedrag van jongeren aan te pal- ^n en terug te dringen. Dit kan een constructieve bijdrage aan jeugc e- leid in de weg staan. Jeugdbeler is meer dan de aanpak van proble men. Hij staat dan ook positief tegenover kinder-, jeugd- en jongrenwerk, speel- en sportvoorzien; .• gen, opvoedingsondersteuning er jongerenparticipatie in de gemeeitelijke beleidsontwikkeling.

Ons ideaal is dat opvoeders en onderwijzers de jeugd een bijbe toekomstperspectief bieden, dar jeugdbeleid overbodig geworde. SGP-bestuurders worden echter geconfronteerd met de gevolgen van de zonde en hebben een ve antwoordelijkheid voor alle burg 's. Dan kun je niet volstaan met een verwijzing naar het kerkelijk jeucJwerk om de problemen van alle |0n-

geren met de mee'' uiteenio arde levei overtuig i- gen op : ; lossen. Als SGf raadslii. verkeer e regelmc g in een sponning tussen p'incipes ei-

praktijk. Hierbij kan gedacht wc - den aan de subsidiëring van pe 'erspeelzalen in kinderopvang. De SGP staat met name kritisch teg 'Hover gesubsidieerde kinderopvang. Het wordt echter wel lastig als Ö3 achterban in toenemende mate gebruik gaat maken van deze voorzieningen. Een ander spanning - 'ela is dat de SGR-fractie in Hendrik ido Ambacht heeft ingestemd met de realisatie van een jongerencentrum. De SGR-fractie is voor de opvorig van diverse groepen jongeren f n voor voorlichting en educatie, "'Oar heef' grote moeite met allerlei activiteite die er straks georganiseerd gac' worden. Wellicht gaat ze dao; om tegen de exploitatiekostenbere< ening stemmen, omdat een dee ^on de exploitatie betrekking hee''' op activiteiten die indruisen tege: : onze principes. Het spannincsveld is voelbaar. Je wilt preventief i eleid voeren om uitspattingen te vc orkomen, maar je kunt niet instemmen met alle activiteiten die plar'svinden.

SOCIALE COHESIE

De heer C. Bremmer, gemeenteraadslid in Gouda hield een corefe'aat over het thema sociale cohesie. Hij besprak enkele vragen als: Hoe kun je als gemeenteraadslid eraan bijdragen dat er sociale samenhang in een stad is? Hoe voorkom je verpaupering en sociale uitsijiting? Hoe voorkom je onrust en Gettovorming? Hoe zorg je voor het • elzijn van alle burgers, opdat ze een stil en gerust leven kunnen leiden?

In Gruda, een stad met 72.000 inwoners, wonen zo'n 10% allochtonen, onder wie ruim 6000 Marokkane i. De overlast van Marokkaanse je: geren is groot, er is onder hen hog', werkloosheid. Gouda is relatief '': ; n onveilige stad met veel gewij'd en diefstal. Sociale samenhano ontbreekt niet alleen in wijken WGC) veel allochtonen wonen. Met nam'^^ v\^ijken die eenvormig zijn geb. jwd gaan snel achteruit. Als SGF cjemeenteraadslid krijg je met dez- problemen te maken, maar de opic sing is niet makkelijk. Hoe moe |e bijvoorbeeld reageren op een ubsidie-aanvroag van een Moskeebestuur voor huiswerkbegeleidiig. 37% van de Marokkaanse jongeren in Gouda komt zonder aipIrTia van school. Huiswerkbegeleiding van een moskee is erg goed. Moe: ; e als SGP-er dan maar een Moskee subsidie geven?

Als ji; sociale cohesie wilt bevorderen, oorkom je er niet aan om je te verdiepen in de ander. Maar dan word' Ket voor SGP-ers wel moeilijk orn goede afwegingen te maken. Het Vv-sJzijnswerk is er onder andere °Pgei, cht om verpaupering tegen te gaan. Daarbij is het belangrijk om zovee! mogelijk gebruik te maken van vrijwilligers. Vrijwilligers zijn meestal enthousiaster dan professionals, waardoor de levensvatbaarheid van voorzieningen (zoals l^^gdopvang) beter gegarandeerd is. In Gouda vinden woningbouwcorporaties sociale cohesie ook erg belangrijk. Er wordt niet alleen gekeken naar hoe zoveel mogelijk huur gehaald kan worden per vierkante meter grond. Meer vrijheid voor de huurder om een eigen gezicht te geven aan de woning, moet huurders meer verantwoordelijkheid geven om het in orde te houden. Buurtconciërges worden aangesteld, omdat daardoor het veiligheidsgevoel toeneemt.

Veel gemeenten betrekken de burger bij het besluitvormingsproces over zaken die betrekking hebben op sociale cohesie. Dit heet interactief besturen. V^e kunnen hier voorzichtig positief tegenover staan als er maar volstrekte duidelijkheid is wat je van betrokken partijen kunt verwachten.

Sociale cohesie is in SGP-kring goed ontwikkeld in de eigen zuil. Oprechte interesse en toenadering tot andersdenkenden plaatst ons echter voor een dilemma. We mogen de wereld immers niet gelijkvorming worden.

DISCUSSIE

Na de drie co-referaten is er discussie mogelijk met het forum. Het forum staat onder leiding van algemeen partijvoorzitter de heer W. Kolijn. Aan het forum nemen deel de heren Both, Brouwer en Mulder en de drie co-referenten. Met name de vraag of jeugdbeleid zich moet richten op alle jongeren of alleen op probleemjongeren leverde discussie op. Er was geen verschil van mening dat de overheid de opvoeding van ouders niet moet overnemen. Helaas laten ouders het afweten en dat is er wel een taak voor de overheid. Het is niet altijd makkelijk onderscheid te maken tussen preventief en repressief jeugdbeleid. Het is ook niet makkelijk vast te stellen wie behoren tot de categorie probleemjongeren. Als je alleen repressief bezig bent, loop je telkens achter de ontwikkelingen aan. Vanuit ons principe is het echter wel belangrijk dat de overheid probeert in gesprek te komen met de ouders. Dat is heel moeilijk en soms onmogelijk, maar berusten in een situatie waarin ouders het laten afweten is in strijd met het principe dat ouders de eerst verantwoordelijke zijn voor de opvoeding van hun kinderen. De vraag of minderheden in ons land dezelfde rechten moeten krij­ gen als Nederlanders is een vraag met een enorm spanningsveld. SGP'ers belijden dat er maar één ware godsdienst is. De SGP krijgt dan het verwijt naar zich toe dot ze andere godsdiensten diskwalificeert en in strijd handelt met de Grondwet. Dot spanningsveld doet zich nu al levensgroot voor en zal naarmate het percentage minderheden in ons land toeneemt, alleen maar groter worden. Toch is dit hef hart van de SGP dat we nooit moeten opgeven. De SGP wil minderheden ook niet dwingen zich aan te passen aan een cultuur waar ze principieel afstand van neemt.

Het met goed gevolg afronden van een inburgeringscursus als voorwaarde te stellen voor een verblijfsvergunning is te bevoogdend. Je kunt mensen wel verplichten zo'n cursus te volgen, maar niet iedereen kan even goed leren en velen hebben teveel meegemaakt en die kun je niet terugsturen, omdat ze een cursus met onvoldoende resultaat afronden.

Dit zijn slechts enkele punten uit de discussie. De ruimte ontbreekt helaas om hier uitvoeriger op in te gaan.

AFSLUITING

Dagvoorzitter, de heer Waaijenberg concludeert dat het spanningsveld tussen ideaal en werkelijkheid blijft bestaan, maar dot de rijkdom van het christendom is dat ze een blijde boodschap heeft die alle mensen verkondigd moet worden, ook aan minderheden. Hij bedankt de sprekers en belangstellenden voor hun aanwezigheid en vraagt de heer Van der Vlies om de dag met dankgebed te besluiten.

J.W. van Berkum, medewerker studiecentrum SGP

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen