Angst, vrees,... maar Wie regeert?

De afschu^velijke gebeurtenissen in Nev/ York en Washington liggen al > veer enkele > veken achter ons. De broosheid van de mens, de kortstondigheid van het leven legde die eerste dagen beslag op velen. Langzaam maar zeker echter ging de vs^ereld weer over tot de orde van de dag. Alleen, uit de mond van velen w^erd het gehoord dat de wereld er na 11 september 2001 anders zou uitzien. Het zou nooit meer worden als daarvoor. Angst en vrees vervulde de harten van ontelbaar vele jongeren en ouderen, in Amerika, Europa en Azië.

AFGHANISTAN

Een stroom van vluchtelingen kwam op gang toen de geruchten steeds sterker veerden dat het brein achter de aanslagen in Amerika in dit land moest voorden gezocht. Wie las of hoorde niet van de Taliban? Beelden bereikten ons van berooide mannen, vrouwen en kinderen, verdreven van huis en haard uit angst en vrees voor vernietigende bombardementen. Grenzen van omliggende landen werden opengezet. Onschuldigen werd een schuilplaats geboden, zij het vaak een heel primitieve. Deernis en medelijden moge ons aller hart wel vervullen vanwege al die nood, vrees en angst. Bovenal mocht de troon der genade aangelopen worden als een waterstroom: "Heere, gedenk in Uw ontfermen!" Is de nood van het volk van Afghanistan ons al op het hart gebonden? Of is het: "ja, maar we kunnen de nood van de hele wereld toch niet op onze schouders nemen? "

MOSLIMS

Met afschuw hoorden we de verklaringen van moslims die begrip konden opbrengen voor de gebeurtenissen in Amerika. Afschuw vervulde onze harten toen we hoorden van de feestende jongeren en ouderen toen de omvang van de ramp bekend werd. Echter ... angst en vrees kwam er in het leven van ontelbare moslims die zich niet kon­ den vinden in de uitingen van haat tegen het Westen. Een zieke geest in Afghanistan, gesteund door ettelijke fundamentalistische moslims, vertegenwoordigt nog niet de gehele moslim-wereld! Afkeurenswaardig is de vijandige bejegening van moslims en het vernietigen van hun eigendommen.

Ligt de nood van de moslims ook ons op het hart? Miljoenen en nog eens miljoenen wankelen ten dode. Zij allen hebben een ziel voor de eeuwigheid. En buiten Christus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf. Maken wij onze moslimbuurman jaloers door onze levenswijze, door onze bewogenheid over zijn zieleheil? Ja, moor we kunnen de nood van de hele wereld toch niet op onze schouders nemen! Maar u kent toch wel het woord van de apostel Paulus: "Wij dan, wetende de schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof." Paulus wist van de toorn van God over de zonde, hij wist zich bewogen over de jood en heiden. Als we door genade hebben mogen leren leven, zal de moslim ons ook ter harte gaan.

ECONOMIE

Alom horen we van verontrustende prognoses wat het economisch leven betreft na 1 1 september. Angst en vrees doen vele reizigers de vliegtuigen mijden met alle gevolgen van dien voor de vliegtuigmaatschappijen en reisorganisaties.

Met spanning worden de beursoerichten gevolgd. Een economische malaise dreigt ... De laatste jaren groeiden de bomen tot in de henel. Alles kon, alles mocht. Welvaarvooruitgang, voorspoed, geld os water. Wie doet ons iets? Konir.cj mens regeerde en regeert. Wac'it ons een tijdperk van werkeloosreid, van een economische crisis in o.st en west? Wij bogen en buigen wereldwijd de hieere, die tot he diepst in Zijn eer is aangetast, r j doet geen onrecht als de oorde - : n zich ophopen boven de mensh i. Dat don zij, die bidden geleerc hebben op de leerschool van d' Heilige Geest, de bede zouder opzenden: "gena, o God, gen gedenk nog in Uw ontfermen e wereld in nood."

Angst en vrees klinkt door in ve gesprekken met jongeren en ou 8- ren. Alle zekerheden zijn teloor gegaan op 1 1 september jl. W; > neer zal de niets ontziende terrc ist uit Afghanistan weer toeslaan? Misschien wel in ons land. Nucleoi - ; wapens, bacteriologische wopf s in handen van zieke geesten. Wc' staat ons te wachten? De herinn ringen aan de Tweede Wereldoor g komen boven bij velen.

DE PSALMDICHT

"Al zie ik zelfs een leger mij or n- gen. Nog vrees ik niet; 'k verlaat m. den HEER'; Al wil men mij door enen oorlc dwingen. 'k Leg mij gerust, hierop vertro wend neer. Ik werd benauwd van alle zijden. En riep den HEER' ootmoedig c in. De HEER' verhoorde mij in 't li'ren, en deed mij in de ruimte gaan De HEER' is bij mij, 'k zal niet a- zen; De HEER' zal mij getrouw bek Daar God mijn schild en hulp wezen. Wat zal een nietig mens mij dcsn? Gezegend de mens die door genade deze woorden de psalmdichter heeft leren nazingen. Angst en vrees ... De Heere regeert. p en; .'il

Nijkerk, ds. J.H. van Daalen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen