Wetten met een luchtje
Onlangs is in de Tw^eede Kamer de ammoniak- en stankv^et behandeld. Vooral de aanvaarding van de Ammoniakwet had nogal wat voeten in de aarde. De SGPfractie heeft, net als CDA en ^D, tegen deze wet gestemd. Of de wet het in de Eerste Kamer zal halen, is ïiog maar zeer de vraag. Datselfde geldt ook voor de -lankwet, want daar heeft de ractie van Groenlinks op het kaatste moment een amendeiiient aanvaard gekregen met grote gevolgen voor het wetsvoorstel.
AMMONIAKWET
De behandeling van de Ammoniakwet stond onder grote druk. In de eerste plaats loopt per 1 januari aanstaande de Interimwet ammoniak en veehouderij af. Daarnaast wacht de Eerste Kamer met de behandeling van de Reconstructiewet concentratiegebieden totdat er duidelijkheid is over de zogenaamde zonering (het aantal meters rond natuurgebieden waarin de ammoniakuitstoot drastisch verlaagd moet worden). In het wetsvoorstel stond dat de beperkende maatregelen zouden gelden in een strook van 500 meter rond kwetsbare natuurgebieden. Dit, ondanks het feit dat de Tweede Kamer vorig jaar een motie heeft aangenomen om de zone te beperken tot 250 meter in zeer kwetsbare natuurgebieden. Deze motie kreeg de steun van VVD, CDA, SGP én ChristenUnie.
Aangezien de regering in haar wetsvoorstel vasthield aan 500 meter rond kwetsbare natuur, dienden VVD en CDA met steun van de SGP een amendement in, met dezelfde strekking als de aangenomen motie. De gevolgen van het wetsvoorstel zouden voor de boeren namelijk heel groot zijn. Daarmee zouden zo'n 14.000 bedrijven op slot worden gezet. Bovendien is een zone van 500 meter naar nagenoeg ieders oordeel onwerkbaar voor de reconstructiecommissies.
AMMONIAKEMISSIE
In het amendement was ook nog opgenomen dat bij de ammoniakuitstoot moest worden uitgegaan van de huidige verleende vergunningen. In het wetsvoorstel stond dat het emissieplafond per bedrijf veel verder beperkt moest worden.
De PvdA-fractie wilde een 'dierstondstill'. Dat biedt de ondernemingen geen perspectieven op de lange termijn en leidt dus tot bedrijfsbeëindiging. Van der Vlies stelde dot wanneer onverhoopt toch voor een 'dierstondstill' wordt gekozen waardoor veel bedrijven worden afgeknepen, de overheid daar geld bij zou moeten leggen. Als een boer de uitstoot van ammoniak door technische aanpassingen weet terug te dringen, mag hij wat de SGP-fractie betreft meer dieren houden zolang hij zijn emissieplafond niet overschrijdt.
STEMMING
Onder druk van de Kamer bracht minister Pronk de zone van 500 meter terug naar 250 meter, hlierdoor zou het aantal bedrijven dat op slot gaat beperkt worden tot 7000. In de ogen van de SGP-fractie een nog steeds onverantwoord grote hoeveelheid boerenbedrijven. Het gevolg daarvan is dat vele agrarische ondernemingen hun bedrijfsvoering beperkt zien worden, wat kan leiden tot beëindiging óf vertrek, met alle sociale gevolgen van dien.
De SGP-fractie kon daar onmogelijk mee instemmen. De gevolgen van het wetsvoorstel moesten onzes inziens nog verder worden ingeperkt door de Ammoniakwet van toepassing te laten zijn op de zeer kwetsbare natuurgebieden. Het aantal in bedrijfsvoering beperkte veehouderijen zou daarmee dalen tot 4000. Helaas haalde het amendement dat dit beoogde, het niet. Voor VVD, CDA en de SGP restte daarom niets anders dan tegen de wet te stemmen. Liever geen wet, dan een slechte wet.
De partijen die de wet aan een nipte meerderheid hielpen, waren ChristenUnie, PvdA, Groenlinks, SP en Dóó.
Er werd één SGP-motie aanvaard. Bij de verstrekking van vergunningen blijkt in het kader van de Natuurbeschermingswet ten aanzien van ammoniak strenger te worden beoordeeld dan in het kader van de Wet milieubeheer. De SGP-fractie bepleitte één toetsingskader om onnodige stapeling van regels te voorkomen.
STANK
De Stankwet trok tijdens het debat veel minder aandacht. De meningen hierover waren minder verdeeld. De wet verankerde de stanknormen die stonden in de Richtlijn '96 voor de zogenaamde verwevings- en landbouwontwikkelingsgebieden. In de oorspronkelijke plannen wilde de regering dit alleen toepassen op de landbouwontwikkelingsgebieden. Door een motie van de SGP-fractie vorig jaar zijn ook de verwevingsgebieden daarbij betrokken.
Deze gebieden worden in de Reconstructiewet onderscheiden. In de landbouwontwikkelingsgebieden worden intensieve veehouderijbedrijven geconcentreerd. In extensiveringsgebieden worden intensieve veehouderijen uitgeplaatst en verwevingsgebieden is een mix van woningen en veehouderijen.
AMENDEMENT
Er waren een aantal amendementen, waaronder één van de SGPfractie. Dit wijzigingsvoorstel beoogde om in extensiveringsgebieden rond natuur dezelfde (minder strenge) beschermingsstatus te geven als in landbouwontwikkelings- en verwevingsgebieden. Rond natuurgebieden is iets meer stank van veebedrijven niet zo'n probleem. Een meerderheid van de Kamer stemde ermee in.
Ook een ander amendement werd goedgekeurd. Groenlinks stelde voor om de verwevingsgebieden uit het wetsvoorstel te halen. Daarmee werd de motie van de SGP-fractie weer ongedaan gemaakt. Het gevolg is nu dat de minder strenge stanknormen gelden voor landbouwontwikkelingsgebieden en de extensiveringsgebieden rond natuur, terwijl in de verwevingsgebieden strengere normen gelden. Dit probleem ligt nu bij de Eerste Kamer. De kans dat beide wetsvoorstellen worden verworpen, is zeker aanwezig-
drs. H.J. Hooglander beleidsmedewerker INV
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 2001
De Banier | 20 Pagina's