Tweede Kamer · Eerste werkafspraken
Momenteelbestaat de SGP-fractie in de Tweede Kamer uit tienpersonen: twee liannerleden en acht medewerkers.Hoe anders begonnen ds. Kersten, ds. Zandt en ir.Van Dis aan hun Kamerwerii.De jaren waarin zij de SGP-i< arop het Binnenhof troklien, was er van fracties en fractie-organisatieszoals nugeen sprake, en bij de kleintjes al helemaal niet. Het is overigensmoeilijkstellige uitsprakente doen over de manier waarop de SGP-Tweede Kamerledenvan voor de oorlog met elkaar omgingen en afspraken maaktenover hetKamerwerk.Stukken of getuigenissendaarover zijn er hoegenaamdniet. Hetmeest waarschijnlijkis dat ds. Kersten, ds. Zandt en (later) ir.Van Dis gewoononder het genot van een kopje koffie of thee thuis en in de Kamer de zaakjesop een rij zetten en met elkaar wat werkafsprakenmaakten.
Toon
Ds. Kersten gaf daarbij de toon aan, dat lijdt geen twijfel. Een mooi staaltje daarvan is bekend uit de mondelinge overlevering. Eens, vlak voor een stemming, draaide een CHU-kamerlid zich schuin naar achteren om aan ds. Zandt te vragen: "Wat gaan jullie doen? " Ds. Zandt boog zich voorover en fluisterde toen zachtjes: "Ik weet het nog niet; dominee heeft nog niet beslist."
Tekenender typering van de verhoudingen binnen de toenmalige SGP-fractie is niet denkbaar. Het zal ds. Zandt en ir. Van Dis overigens geen enkele moeite hebben gekost om ds. Kersten het fractievoorzitterschap te gunnen. Hij was de oprichter en het gezicht van de partij, die ook qua karakter de aangewezen man was om de leidsels van de fractie in handen te hebben en te houden. Op de begrafenis van ds. Kersten onderstreepte ds. Zandt nog eens de goede verstandhoudingen in de fractie: "Bij dag en bij nacht jaren achter elkander hebben wij in grote vriendschap en volkomen harmonie samengewerkt."
Portefeuilles verdeeld
Hoewel er nagenoeg niets bekend is over de interne organisatie van de vooroorlogse SGP-fractie, valt aan te nemen dat de twee dominees en de ingenieur onderling'n soort portefeuilleverdeling hebben afgesproken. Uit de Handelingen laat zich aflezen dat ds. Kersten als'politiek leider' van de SGP ieder jaar de algemene politieke en staatkundige beschouwingen voor zijn rekening nam. Ook'deed' ds. Kersten het heikele punt van de vaccinatie en voorstellen van de voorzitter aangaande de orde of regeling van de werkzaamheden.
Ds. Zandt stond doorgaans op de katheder' bij de begrotingen van Buitenlandse Zaken, Defensie en Justitie, terwijl de meer technische Van Dis zich veelal concentreerde op de onderwerpen verkeer, waterstaat, handel, nijverheid en scheepvaart.Verder zat er eigenlijk weinig lijn in.Thema's betreffende het onderwijs, sociale wetgeving en verzekeringen, binnenlandse zaken, landbouw en visserij, financiën en bijvoorbeeld de Zuiderzee, werden nu eens door het ene, dan weer door het andere SGP-kamerlid van commentaar voorzien.Vaste afspraken daarover werden er schijnbaar niet gemaakt. De indruk ontstaat dat, indien zich weer een van deze onderwerpen aandiende, gewoon gekeken is naar wie er op een bepaald moment kon of niet kon.
Anders dan tegenwoordig, beschikten de fracties in die dagen nog niet over eigen werkruimtes. Is het nu gebruikelijk dat er per fractie, afhankelijk van het aantal kamerleden, vierkante meters worden toegewezen, zeker in de beginjaren van de SGP-fractie op het Binnenhof was daarvan geen sprake. Er waren een paar gemeenschappelijke ruimtes waar de kamerleden gebruik van konden maken voor het bestuderen en/of raadplegen van de stukken en het voorbereiden van de debatten: de bibliotheek, schrijfkamer, koffiekamer of rooksalon.
Spelenderwijs
Na de oorlog nam ds. Zandt de leiding van de fractie over, en na diens overlijden in 1961 ir.Van Dis. Ook toen ging het er tussen de drie fractieleden nog erg informeel aan toe. Ds.Abma, die deze periode nog heeft meegemaakt, zei hierover ooit: "Het is bij ons wel anders dan in een grote fractie. Bij ons gaat het meer spelenderwijs. Je loopt met elkaar op en bespreekt de dingen. Niet van die echte fractievergaderingen. Dat wil niet zeggen, dat we voor belangrijke dingen niet bij elkaar gaan zitten."
Dat bij elkaar zitten gebeurde in die jaren in de eigen fractieruimte die de SGP'ers toen toegewezen hadden gekregen op de begane grond van de "Kortenhorstvleugel' - de aanbouw waar een van de vroegere Kamervoorzitters de opdracht toe had gegeven. Omdat alles zich in die tijd nog afspeelde in en om de oude vergaderzaal, en er van fractiepersoneel geen sprake was (alleen de grotere fracties voerden op eigen kosten een klein secretariaat), kon men in de eerste jaren na de oorlog nog volstaan met het aanwijzen van één eigen kamer of zaal per fractie. Daar konden de betreffende fractieleden zich voor en na de debatten op eigen grond terugtrekken. Geen luxe, maar in vergelijking met de periode ervoor was deze fractiekamer een aanmerkelijke verbetering.
Weer later, toen het 'fractie-apparaat' uitgebouwd kon worden met een secretaresse en beleidsmedewerkers, kreeg de SGP, net als andere partijen, nog meer ruimte in de Kamer Dat gebeurde nog onder het bewind van de oude heer Van Dis - zij het dat deze daar letterlijk en figuurlijk slechts schoorvoetend toe te bewegen was...
Menno de Bruyne
'In die jaren spraken kamerleden nog wel eens vanuit hunbankje. Zo ook ds. kersten. Nog in 1934, halverwege eenlang en doorwrocht betoog, werd hij evenwel door de voorzitter vriendelijk verzocht "de sprekersplaats in te nemen, " eenverzoek dat door ds. Kersten werd ingewilligd.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 2003
De Banier | 24 Pagina's