Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doelwit · Belangenverstrengeling (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doelwit · Belangenverstrengeling (I)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De aandacht voor integriteit in het openbaar bestuur neemt toe. Zo meldde de VNG onlangs dat het aantal gemeenten dat de ambtseed voor ambtenaren weer invoert, stijgt.Voor wethouders en raadsleden is in de gemeente een gedragscode vastgesteld (zie ook Doelwit in De Banier van 7 februari). De (model-)gedragscode heeft een paragraaf speciaal aan het onderwerp 'belangenverstrengeling en aanbesteding' gewijd. In de vorige aflevering werd ingegaan op inkopen en aanbesteden. In deze Doelwit en een vervolgartikel willen we aandacht schenken aan belangenverstrengeling aan de hand van een aantal recente rechterlijke uitspraken.

Belangenverstrengeling kan optreden bij het aanbesteden van bouwprojecten of andere zaken waarin veel geld onngaat. Maar ook op andere gebieden kan het een rol spelen. Zo trad onlangs een CU-raadslid uit de gemeente Kollumerland die in het dagelijks leven politiefunctionaris is, af als raadslid. Hem was van de zijde van de politiechef verzekerd dat zijn raadslidmaatschap geen probleem zou zijn. In de praktijk bleek het anders. Overigens staat zwart op wit in de wet (Gemeentewet, artikel 13, onverenigbare functies) dat ambtenaren geen lid van de gemeenteraad kunnen zijn. Een uitzondering hierop is het onderwijspersoneel.

Andere artikelen uit de Gemeentewet die van belang zijn in relatie tot dit onderwerp zijn artikel 12 (verplichte openbaarmaking van functies), artikel 14 (ambtseed), artikel 15 (verboden handelingen en gedragscode) en artikel 28 (stemverbod). Zie ook de artikelen 41 .a t/m 41 .c (voor wethouders) en de artikelen 65 t/m 69 (voor burgemeesters). Behalve de Gemeentewet bevat ook de Algemene wet bestuursrecht (Awb) artikelen die relevant zijn in het kader van belangenverstrengeling.

Voorkomen is beter

Een voorbeeld van actief optreden van de gemeente om belangenverstrengeling te voorkomen, is te zien in Amsterdam. In 2002 trok deze gemeente alle wethouders en ambtenaren uit commissariaten van diverse ondernemingen waarin of waarbij de gemeente belang heeft, terug. Amsterdam is overigens erg actief waar het integriteit betreft, blijkens de oprichting van het Bureau Integriteit zo'n twee jaar geleden (met 95 meldingen van integriteitschendingen in 2002!).

Recent zijn enkele uitspraken van de Raad van State gepubliceerd op het gebied van belangenverstrengeling. Bestudering van deze uitspraken kan meer duidelijkheid geven over wat wel en wat niet kan. Deze aflevering schenken we aandacht aan 'vooringenomenheid'. in een volgend artikel hopen we het lidmaatschap van adviescommissies aan de orde te stellen.

Vooringenomenheid in Winsum

De situatie is als volgt. Het waterschap Noorderzijlvest wil een gemaalgebouw en schutsluis bouwen in Schaphalsterzijl. Het aldaar geldende bestemmingsplan "Buitengebied Winsum" laat dit niet toe, maar de raad beslist op 17 november 1998 met kleinst mogelijke meerderheid voor vrijstelling. Het college van B& W van Winsum besluit op 3 augustus 2000 tot verlening van de bouwvergunning. De Stichting Behoud Schaphalsterzijl en de Stichting Marnelandschap tekenen bezwaar aan tegen dit besluit van het college en het be­ sluit van de raad. Het college verklaart de bezwaren op 16 maart 2001 ongegrond. De stichtingen stappen naar de rechter en de rechtbank vernietigt het besluit van het college van 16 maart 2001. Op 25 oktober 2001 verklaart het college de bezwaren van de stichtingen opnieuw ongegrond. De stichtingen stappen wederom naar de rechter. De voorzieningenrechter Groningen stelt het college in het gelijk, waarop de stichtingen in hoger beroep gaan. De stichtingen hebben verschillende argumenten, waarvan er één wordt overgenomen door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het betreft een argument met betrekking tot belangenverstrengeling op basis van artikel 2: 4 uit de Awb.

Wat is namelijk het geval? Een lid van de raad van Winsum, de heer W, was als juridisch medewerker bij het waterschap nauw betrokken bij de voorbereiding van het bouwplan en de aanvraag voor de bouwvergunning.Als raadslid heeft hij op 17 november 1998 deelgenomen aan de stemming in de raad over de vrijstelling, die de kleinst mogelijke meerderheid in de raad vóór vrijstelling opleverde. Het stemmen van de heer W wordt door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in strijd geacht met art. 2: 4 van de Awb, dat de onpartijdigheid van bestuursorganen waarborgt. Dit artikel luidt: "/. Het bestuursorgaan vervult zijn taak zonder vooringenomenheid. 2. Het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden."

De Afdeling Bestuursrechtspraak overweegt: "De gemeenteraad behoorde bij het nemen van het vrijstellingsbesluit vele belangen af te wegen, waaronder het planologische belang, maar ook het belang van het waterschap. De raad, in feite zijn leden, moet(en) ten aanzien van alle af te wegen belangen even afstandelijk staan, opdat een in het licht van het gehele complex van mee te wegen belangen verantwoord besluit wordt genomen. Een lid dat er onmiskenbaar blijk van heeft gegeven uit hoofde van een andere functie te staan voor het belang van het waterschap, wekt naar het oordeel van de Afdeling naar de burger de sterke schijn niet onbevangen te staan ten opzichte van alle af te wegen belangen. Dit had voor de gemeenteraad aanleiding behoren te zijn te voorkomen dat over de vrijstelling werd besloten met kleinst mogelijke meerderheid, waarbij immers de stem van ieder lid, dus ook die van W. (afkorting RB), de besluitvorming beslissend heeft beïnvloed. [...] Het vrijstellingsbesluit van 17 november 1998 is dan ook tot stand gekomen in strijd met artikel 2: 4 van de Awb." '

Dit voorbeeld laat zien dat, ook wanneer het niet verboden is om mee te stemmen (volgens art. 28 Gemeentewet), het soms toch noodzakelijk is om zich te onthouden van stemming (art. 2: 4 Awb). Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het waarborgen van de onpartijdigheid van het orgaan.

Rudi Biemond

Reageren? E-mail: rbiemond@sgp.

I. De uitspraak van de Afdeling is te vinden o www.rechtspraak.nl, LjN-nummer: AE6228, Zaaknr: 200200897/1.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 2003

De Banier | 32 Pagina's

Doelwit · Belangenverstrengeling (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 2003

De Banier | 32 Pagina's