1973
Moment twee: prinsjesdag 1973. De eerste troonrede van het kabinet-Den Uyl, waarin voor het eerst in onze staatkundige geschiedenis de bede om Gods zegen opzettelijk was weggelaten. Ds.Abma stond er in de Kamer uitvoerig bij stil onder de titel 'een rede zonder bede en een bede zonder rede': "Wij achten dit symptomatisch voor een loslaten van God en gebod in de beleidsoriƫntering, een loslaten van God, waarmee de vader van onze nationale zelfstandigheid een vast verbond heeft gesloten. Het is symptomatisch voor de toonzetting van de troonrede.Wij, Regering, zullen dit en dat zus en zo. Juist, mijnheer de Voorzitter, die laatste milde zonnestraal, die de krampachtigheid en de gewichtigdoenerij zo belangrijk relativeerde, ontbrak tot onze spijt, de naam Gods, waarin alle zegen is gelegen. (...) Dikwijls zien wij in de geschiedenis, (...) dat het inaugureren van een kwalijke traditie en het afbreken van een goede traditie geen zegen ontvangt. Daarbij zien wij nog af van het feit, dat oordelen te vrezen zijn wanneer wij God en Zijn heilzame geboden verlaten. Ik zeg dit niet, mijnheer de Voorzitter, om te intimideren, maar ik meen, dat het niet oprecht zou zijn, het te verzwijgen."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 2003
De Banier | 24 Pagina's