Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tweede Kamer • Initiatief-Van Rossum

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tweede Kamer • Initiatief-Van Rossum

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Nederland gaat het initiatief onn een wet in te dienen nagenoeg altijd uit van de regering. Dat is ook logisch, gezien het feit dat ministers een heel ambtenarenapparaat ter beschikking hebben om wet- en regelgeving uit te dokteren. Bovendien kan de regering altijd een beroep doen op een keur aan adviesorganen die de bewindslieden met raad en daad terzijde staan. Vandaar dat wetten bijna altijd uitgaan van het kabinet.

Maar ook de Tweede Kamer bezit het 'recht van initiatief'. Kamerleden kunnen dus ook zélf een wetsvoorstel indienen. Zo'n voorstel moet schriftelijk en ondertekend worden ingediend bij de Kamervoorzitter En naast de tekst van het voorstel, moet er ook een min of meer uitvoerige memorie van toelichting bij worden ingeleverd. Daarna moet de indiener in de Tweede én in de Eerste Kamer z'n voorstel vanachter de regeringstafel mondeling verdedigen.Waarbij nog komt dat nooit zeker is of het voorstel wordt aangenomen en of de regering bereid is er ook nog haar handtekening onder te zetten. De ministers zijn daar namelijk niet toe verplicht.

Huiverig

De SGP in de Tweede Kamer stond, zeker in de beginjaren, enigszins huiverig tegenover gebruik van dit recht.Vanuit de traditionele SGP-optiek kunnen er bij de uitoefening van dit recht vraagtekens worden gezet. Ds. Kersten formuleerde zijn bezwaren in 1927 nog zo: "Het staat niet aan mij wetten te maken. De Regeering trede op." Anders gezegd: het initiatief om wetten te maken moet uitgaan van staatshoofd en minister(s).

Maar in 1967, dus veertig jaar na Kerstens uitspraak, diende Kerstens verre nazaat, ir. H. van Rossum, het eerste SGP-initiatief-wetsvoorstel in. Hij zat toen nog maar net in de Kamer Het ging over een vereenvoudiging van de waterstaatswetgeving op het punt van het onderhoud van openbare watergangen. Zowel in de Tweede als in de Eerste Kamer werd het met algemene stemmen aanvaard. Op 24 oktober verscheen het wetsvoorstel, bekrachtigd door een paraaf van de koningin en het contraseign van de verantwoordelijke minister, in het Staatsblad.

lof

Hoezeer het initiatief van irVan Rossum op instemming en waardering kon rekenen, bleek uit de lof die er tijdens de behandeling van het voorstel aan het adres van de indiener werd toegezwaaid.

Enkele grepen uit de complimenten die over de SGP'er werden uitgestort: Schakel (ARP): "Wij hebben wel eens het idee gehad, dat in zijn groepering met name het getuigend karakter in de politiek bijzonder veilig was, en dat daardoor het ingaan op de problemen van bestuur en beleid wellicht wat in de schaduw werd gesteld. Ik moet echter zeggen, dat deze geachte afgevaardigde bij het halve-eeuw-feest van zijn partij met dit initiatiefvoorstel heel duidelijk heeft bewezen, dat ook die kant van de zaak bij hem en, naar ik aanneem, bij zijn fractie in goede handen is." S. van der Ploeg (PvdA): "...het is prettig om van letter tot letter en van alinea tot alinea in het wetsontwerp, in de memorie van toelichting en in de memorie van antwoord te lezen, dat wij met een deskundige te maken hebben, die zijn onderwerp tot en met beheerst. Hij zou minister van watergangen kunnen worden." "En u zijn staatssecretaris" interrumpeerde de latere premier Biesheuvel.

Dijkstra (D'66): "lk heb om nog een andere reden bewondering. Misschien was het voor de heer Van Rossum niet zo moeilijk, omdat hij deskundig is, maar ik weet welk een belasting het voor een fractie betekent om een initiatiefwetsontwerp in te dienen. De fractie van de heer Van Rossum is nog zoveel kleiner dan die van ons en heeft daardoor ook een kleiner apparaat ter beschikking. Ook om die reden mag hier aangetekend worden, dat het een prestatie is om dit zo te brengen."

Succes dus voor het toen nog verse SGP-kamerlid. Over het meer principiële punt van de taak en bevoegdheden van de Kamer, merkte irVan Rossum op dat er zijns inziens geen bezwaar is tegen het gebruik maken van het recht van initiatief omdat de regering niet verplicht is automatisch haar handtekening onder een aangenomen Kamerinitiatief te zetten (zie boven).

Loodswezen

Overeenkomstig die opvatting waagde irVan Rossum zich in 1972 aan een tweede initiatief-wet. Dat voorstel betrof de minder efficiënte organisatie van het loodswezen, een kwestie die al jaren sleepte. Dit initiatief-Van Rossum haalde de eindstreep echter niet. Niet omdat het wetsvoorstel niet kansrijk was, maar omdat de regering korte tijd later zelf met een eigen wetsvoorstel kwam, waarin deze materie afdoende en in de zin zoals Van Rossum had bedoeld, werd geregeld. Het initiatief had als aanjager van het kabinet gefungeerd, zodat Van Rossums opvolgerVan den Berg het initiatief in 1988 met een gerust hart kon intrekken.

Abortus

Van een heel andere aard was het initiatief-wetsvoorstel dat ds.Abma samen indiende met het GPV-kamerlid dr.A.J. Verbrugh. Met deze 'Wet bescherming menselijke vrucht' poogden SGP en GPV een abortuswet te maken waardoor het mogelijk zou worden een halt toe te roepen aan de vrije abortuspraktijk in ons land. Het aanvullende motief om tot indiening van dit wetsvoorstel over te gaan was om naast de door de regering ingediende wet en andere initiatieven vanuit het parlement een principieel en aanvaardbaar alternatief te bieden, ook voor niet-SGP- en niet-GPV-kamerleden.

Net als ir.Van Rossum dat met zijn initiatief wetten had mogen doen, mocht ds.Abma, samen met mede-indiener Verbrugh, achter de regeringstafel plaatsnemen om het voorstel te verdedigen. De ingetogen, maar tegelijk indringende wijze waarop de SGP'er een appèl deed op het geweten van alle aanwezige kamerleden om in deze fundamentele zaak van leven of dood te kiezen voor het leven, staat in de Handelingen te boek als een hoogtepunt. Ds.Abma had duidelijk indruk gemaakt op zijn medeleden. Het gaf PPR-fractievoorzitster mevr Beckers bij Abma's laatste algemene beschouwingen in de Tweede Kamer zelfs de woorden in de mond: "We zullen hem missen."

Menno de Bruyne

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juli 2003

De Banier | 20 Pagina's

Tweede Kamer • Initiatief-Van Rossum

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juli 2003

De Banier | 20 Pagina's