Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tweede Kamer · Groen en de rechtsstaat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tweede Kamer · Groen en de rechtsstaat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

/s de rechtsstaat puur een product van de Franse Revolutie? Is democratie volstrekt verwerpelijk? Of kun je daar als christen ook nog anders tegenaan kijken? Vorige week donderdag ging dr. M. de Blois, docent-onderzoeker van de faculteit rechtsgeleerdheid van de Universiteit Utrecht, op deze vragen in voor onze Groen-kring. Deze interne bezinningskring van de Tweede Kamerfractie, de Eurofractie en het Kerstenhuis komt tweemaal per jaar bijeen om zich bezig te houden met Groen van Prinsterer en zijn betekenis voor nu.

Aanleiding om dr. De Blois uit te nodigen was er zeker. In het blad Nemesis: Tijdschrift voor Vrouw en Recht publiceerde hij recent een artikel waarin hij op juridische gronden begrip vroeg voor het vrouwenstandpunt van de SGP. Ook in een interview met het gezinsblad Terdege sprak hij over dat thema. Ook op andere manieren had zijn pad dat van SGP-ers de laatste tijd gekruist. We kijken terug op een waardevolle bezinningsavond.

Franse Revolutie

Nadat De Blois een levensschets van Groen gegeven had, ging hij in op de vier staatkundige principes van de Franse Revolutie. Het eerste is het principe van het maatschappelijke contract. De overheid berust dus niet op goddelijk gezag, maar op een overeenkomst of contract tussen mensen. Het tweede is het legaliteitsprincipe. Dat houdt in: elk overheidshandelen moet gebaseerd zijn op de wet, om willekeur te voorkomen. Het derde principe is de scheiding tussen wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. Dit moet concentratie en misbruik van macht voorkomen. Het vierde principe is de volkssoevereiniteit. Als het overheidsgezag berust op een overeenkomst tussen burgers, moeten burgers dat gezag ook uitoefenen. Hun soevereine wil, die van de meerderheid, is wet.

Het is Groens missie en levenswerk geweest is om de beginselen van de Revolutie te bestrijden en daarvoor vanuit christelijk perspectief een alternatief te bieden. Zijn vertrekpunt lag in de aanvaarding van Gods Woord als bron van recht en gezag. In dat Woord las hij dat de overheid een goddelijke instelling is en niet een uitvinding van mensen. Dat leidde tot een afwijzing van de volkssoevereiniteit. Een gevolg van Groens denklijn is bijvoorbeeld dat we geen gehoorzaamheid aan de overheid verschuldigd zijn omdat we dat zo hebben afgesproken, maar omdat God de overheid aan ons gegeven heeft.

Volkssoevereiniteit en volksinvloed

De idee dat de volkswil de bron van recht is, wees Groen af Het zou leiden tot willekeur van meerderheden.Tweede bezwaar tegen de volkssoevereiniteit is dat ze niet rekent met het historisch gegroeide, wat voor Groen essentieel was. Gods leiding met de mensen wordt immers in de geschiedenis zichtbaar Welnu, in Europa had volgens Groen de'getemperde monarchie' (ook wel constitutionele monarchie geheten) breed ingang gevonden. Deze staatsvorm was het beste voor christelijke politiek, vond Groens. Ondanks deze 'democratiekritiek' vond Groen volksinvloed op het openbare bestuur essentieel. In de tijd van het censuskiesrecht, waarbij alleen personen boven een bepaald inkomen mochten stemmen, stelde hij dat de kiezers goed rekening moesten houden met de belangen van de armere mensen die niet mochten stemmen.

Rechten van de mens

Groen benadrukte, aldus De Blois, dat ook de grondwettelijke rechten (bijvoorbeeld het recht op eigendom) en vrijheden (bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting) niet veilig zijn wanneer ze naar willekeur door een meerderheid ingeperkt kunnen worden. Nee, Groen zoekt de bron voor deze rechten in de Tien Geboden en de christelijke liefde. De Blois citeerde Groen: "In de christelijke liefde ligt de ware humaniteit, erkenning der regten van de mens, of ook van de geringste, zonder onderscheid van ras of kleur of afkomst of stand. Daaruit volgt... afschaffing van de slavernij en lijfeigenschap en pijnbank, verdraagzaamheid in de godsdienst, verheffing van de mindere standen tot het staatsburgerschap, velerlei poging der filantropie, en het streven ter verzekering van allen van een genoegzaam bestaan". In zijn leven heeft Groen zich sterk gemaakt voor wat hij noemt de 'vrijheid van het geweten'. Daaronder verstaat hij de vrijheid van drukpers, van de gevestigde kerk, van de godsdienstoefening en van het onderwijs.

Ontwikkeling

De Blois toonde helder aan dat Groen ook een ontwikkeling heeft doorgemaakt in zijn denken. Zijn gedachten over de bevoorrechting van de Nederlandse Hervormde Kerk en over christelijk openbaar onderwijs heeft hij later bijgesteld, mede vanwege de grote weerstand die hij daartegen ondervond. Naarmate de overheid, vooral als gevolg van de doorwerking van de revolutiebeginselen, zich steeds minder een christelijke overheid betoonde, deed Groen een sterker appèl op de overheid om er rekening mee te houden dat het Nederlandse volk nog wel een overwegend christelijke natie is.

Actualiteit

De Utrechtse jurist betoogde in de discussie dat Groens gedachtegoed van pas komt om de dominante vooronderstellingen achter het hedendaagse politieke denken te ontmaskeren. Die dominantie komt tot uiting in het feit dat liberalen hun politieke uitgangspunten niet hoeven te verantwoorden, maar christenen wel. Liberalen hebben ook hun 'geloofsuitgangspunten' en kunnen ook niet alles rationeel onderbouwen. De gedachte van de volkssoevereiniteit, dat de meerderheid bepaalt wat goed en kwaad is en dat democratische legitimatie tegenwoordig de laatste waarheid is, kan bestreden worden met Groens argumentatie dat dit leidt tot willekeur De humaniteit, de rechten en vrijheden zijn dan niet veilig meen De Blois stelde Groen ten slotte hierin tot voorbeeld dat hij niet berekenend te werk ging - hoeveel afname is er voor mijn ideeën? - maar vanuit een Bijbelse verwachting. Dat daarbij de christen ook in de politiek een vreemdeling zal zijn, daarin is deze Evangeliebelijder ons voorgegaan.

Even-Jan Brouwer

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 2003

De Banier | 24 Pagina's

Tweede Kamer · Groen en de rechtsstaat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 2003

De Banier | 24 Pagina's