Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doelwit · Zorgtaken voor de gemeente

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doelwit · Zorgtaken voor de gemeente

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het IS nog niet zo lang geleden dat we twee Doelwit-afleveringen schreven over "werk boven inkomen". Dat is de essentie van de Wet Werk en Bijstand, althans, het is één van de door dit kabinet beoogde doelstellingen van de nieuwe bijstandswet. Boven dit artikel zouden we een titel kunnen zetten van hetzelfde soort: zelf doen boven overheidsondersteuning. Vrijdag 23 april kwam het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met een brief over de contouren van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO).'

De kern van de WMO is dat de burger niet bij het minste of geringste probleempje op het gebied van welzijn, gezondheidszorg of gehandicaptenzorg bij de overheid aanklopt, maar eerst bij zichzelf of in de eigen kring een oplossing probeert te zoeken. Pas als die hulp niet lukt of niet voldoende is, moet de burger terecht kunnen bij de gemeente, die uitvoerder wordt van de WMO.

De brief van minister Hoogervorst en staatssecretaris Ross-Van Dorp over de WMO is sceptisch ontvangen. "WMO: eerst zien, dan geloven", zo kopte hetVNG-magazine."Gemeente als uitvoeringskantoor", die vergelijking werd in Trouw gemaakt. Met de WMO krijgen de gemeenten van het rijk weer een belangrijke taak toegeschoven. In deze Doelwit aandacht voor de inhoud van de nieuwe wet en de eerste reacties. De staatssecretaris wil in het voorjaar van 2005 een wetsvoorstel kunnen presenteren aan de Tweede Kamer. Inwerkingtreding is voorzien per I januari 2006.

Aanleiding

Diverse ontwikkelingen vormen de aanleiding voor deze nieuwe wet. De aanspraak die gemaakt wordt op zorg, dijt enorm uit. De kosten van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) rijzen de pan uit. De uitgaven zijn de afgelopen jaren méér gestegen dan op basis van de demografische ontwikkelingen (bevolkingsomvang en vergrijzing) en de aanpak van wachtlijsten te verwachten was, aldus het Ministerie van VWS. Die grotere stijging wijt men aan het feit dat er té gemakkelijk een beroep op de AWBZ kan worden gedaan. Ook worden uit de AWBZ vormen van zorg betaald die geen bijzondere ziektekosten zijn. Een verbetering van de kwaliteit van de voorzieningen is een andere reden voor de toegenomen kosten van de AWBZ. Daarnaast spelen de hogere loonkosten voor het personeel werkzaam in deze sector een rol. Overigens is de WMO niet het enige spoor om de problemen met de AWBZ op te lossen; ook wordt een aantal maatregelen met betrekking tot de AWBZ zélf aangekondigd om die beheersbaar te houden. De AWBZ moet weer worden waar ze oorspronkelijk voor bedoeld was: zware zorg voor bijzondere groepen.

Aanleiding voor de nieuwe wet is ook het veelvoud aan loketten en bureaucratie. In de nieuwe WMO worden zaken gebundeld en de rolverdeling tussen rijk en gemeenten wordt verduidelijkt. De vermaatschappelijking van de zorg en de extramuralisering (zorg die verleend wordt buiten de muren van instellingen) vragen om een antwoord. Incidentele reacties op deze ontwikkelingen zijn niet voldoende of hebben geleid tot een versplintering van het beleid. Al met al genoeg redenen om een nieuw zorgstelsel te ontwikkelen.

Nieuw zorgstelsel

De basisfilosofie van het nieuwe zorgstelsel wordt gepresenteerd als de volgende drieslag: a. mensen zullen meer dan nu het geval is, zorg en ondersteuning moeten zoeken in hun sociale structuren. Het kabinet wil "een aantal historisch gegroeide vanzelfsprekendheden in zorg en ondersteuning" ter discussie stellen; b. zij die de oplossingen en de noodzakelijke hulp op deze wijze zelf niet kunnen vinden, moeten een beroep kunnen doen op de gemeente. De gemeenten worden verantwoordelijk voor de uitvoering van de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), waarin een deel van de AWBZ, de gehele Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) en de Welzijnswet worden gecombineerd; c. het rijk zorgt via een qua functies afgeslankte AWBZ voor zware en continue zorg.

De delen uit de AWBZ die in de WMO terecht komen, betreffen met name zorgvormen die het karakter hebben van praktische ondersteuning (diensten gericht op het behoud of het bevorderen van zelfredzaamheid) en sociale begeleiding (in aansluiting op welzijn en maatschappelijk werk). Ook het vervoer naar dagactiviteiten in groepen bijvoorbeeld zal niet meer bekostigd worden uit de AWBZ op het moment dat deze dagactiviteiten naar de gemeenten, onderwijsinstellingen of bedrijven verplaatst worden. In de brief van het Ministerie worden verder een paar specifieke regelingen genoemd die uit de AWBZ naar de WMO gaan.

Gemeentelijke beleidsvrijheid

In navolging van het advies van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) in haar advies "Gemeente en zorg" kiest het kabinet voor een wet waarin in grote lijnen de eisen worden vastgelegd waaraan gemeenten moeten voldoen. In de WMO wordt een aantal prestatievelden benoemd.Tabel I geeft weer welke velden dit zijn en in welke wet ze nu nog opgenomen zijn.

Gemeenten krijgen grote vrijheid om binnen de wettelijke kaders zelf invulling te geven aan deze prestatievelden. Een protocol van minimale eisen zoals dat geldt voor de Wet voorzieningen gehandicapten, zal er dan ook niet komen. (Het wetsvoorstel dat het protocol bij de Wvg een wettelijke basis moest geven, wordt ingetrokken.)

Regie

De gemeenten krijgen de regie in de uitvoering van de WMO. Rondom deze wet zijn verschillende partners denkbaar zoals een aantal gemeentelijke diensten, woningcorporaties, zorgaanbieders, zorgkantoren, welzijnsstichtingen en cliëntorganisaties. Het is van belang dat de gemeente zorgt voor overleg tussen deze partijen zodat integraal beleid, zonder hiaten maar ook zonder doublures, ontstaat.

Het Ministerie van VWS en deVNG stellen samen, evenals voor de Wet Werk en Bijstand is gebeurd, een uitgebreid implementatieplan op voor de WMO. Gemeenten zullen zelf hun burgers moeten voorlichten omdat de invulling van de WMO per gemeente verschillend is.

Kleine gemeenten

Bij de invoering van de WMO zal speciale aandacht besteed worden aan de kleine gemeenten, omdat het de vraag is of zij kunnen gaan voldoen aan de eisen van de nieuwe wet. Er zal alle ruimte zijn om uitvoeringstechnisch samen te werken met andere gemeenten, zoals dat nu ook al gebeurt. Ook deVNG en de provincies (die op het terrein van de jeugdzorg bijvoorbeeld al erg betrokken zijn) kunnen hierin de kleine gemeenten ondersteuning bieden.

Financiering

Uit de reacties van deVNG blijkt nu al dat men zich grote zorgen maakt over de financiering van de WMO richting gemeenten. Het is de bedoeling dat financiering gaat lopen via de uitkering in het Gemeentefonds. Gemeenten geven nu drie miljard uit aan welzijn en één miljard aan de Wvg. Voor de tak.n uit de AWBZ die overgaan in de WMO wordt het bijbehorende bedrag in het Gemeentefonds gestort. Bij de verdeling van die gelden uit het Gemeente­ fonds zal rekening worden gehouden met demografische ontwikkelingen, factoren of structuurkenmerken die de kosten voor de WMO veroorzaken en bijzondere situaties zoals functies van centrumgemeenten op het gebied van maatschappelijke opvang (vrouwen, dak- en thuislozen).

Het kabinet is voornemens een regeling te treffen in de WMO op basis waarvan gemeenten aan burgers zelf een eigen bijdrage kunnen vragen aan de maatschappelijke ondersteuning. Hoe dit precies zal worden vormgegeven, moet de komende tijd in overleg met betrokken partijen worden besproken.

Taak overheid

"De overheid heeft tot taak voorwaarden te scheppen om burgers mee te kunnen laten doen met de samenleving. Daarnaast moet er ook gezorgd worden voor concrete voorzieningen aan mensen met bijvoorbeeld een handicap of beperking." Dit citaat komt van de website van het X-S2 Kennisnetwerk Sociaal Beleid (www.x-s2.nl). Wanneer we ons een oordeel proberen te vormen over de contouren van de WMO is het van belang de vraag opnieuw te stellen: wat is de taak van de overheid in dezen? Het groter beroep op de eigen verantwoordelijkheid dat dit kabinet voorstaat, spreekt ons aan. In bepaalde gevallen (laten we oppassen hier niet te generaliseren) wordt té gemakkelijk een beroep gedaan op de overheid.Anderzijds moet wel gezien worden dat het niet voor alle mensen mogelijk is om hun eigen verantwoordelijkheid te nemen of om een beroep te doen op de naaste omgeving. De SGP-visie op zorg en de beperkte taak van de overheid daarin is tot stand gekomen In een periode dat de structuur van onze samenleving heel anders was.Vroeger speelden naast familie de kerk en de diaconie een grote rol op het terrein van (mantel)zorg.Tegenwoordig zijn voor veel burgers die structuren niet aanwezig. Gezins- en familiebanden lijken losser te worden. In sommige plaatsen is de sociale cohesie in de wijk of de buurt gelukkig nog groot en ontvangt men uit die sociale structuur hulp of ondersteuning als het nodig is. Maar de rol van de overheid is de laatste vijftig jaar niet voor niets enorm toegenomen.

Helaas heeft de opbouw van de verzorgingsstaat ook geleid tot luie burgers en misbruik van de vele financiële regelingen. Het is goed dat nu nog beter gekeken wordt hoe dit voorkomen kan worden. Natuurlijk is het van belang dat de zorg voor hen die het écht nodig hebben, gegarandeerd blijft. Het is de vraag hoe de taken van de overheid op het gebied van zorg het beste verdeeld kunnen worden tussen de overheidslagen. Is het goed de gemeente meer taken te geven in lichtere vormen van zorg, omdat deze overheidslaag beter toegankelijk is voor de burger? Wordt het minder ingewikkeld? Hoe zit het met mogelijk misbruik, is de andere kant van deze vraag. Zullen mensen niet te snel en te makkelijk een beroep op de overheid doen? Wat is de rol van de overheid zélf hierin? Vergelijk de Wet basisvoorziening kinderopvang, die onlangs werd aangenomen door de Tweede Kamer. Niet voor niets wordt dit een basisvoorziening genoemd. Kinderopvang moet voor iedereen toegankelijk zijn, zegt ook de huidige regering.Vervolgens wordt de kwaliteit van de kinderopvang -wat toch heel belangrijk is- overgelaten aan de markt! Een dubieuze liberalisering. Hoe zal dat gaan met de WMO? Noodzakelijke gezondheids- en gehandicaptenzorg is wél iets heel anders dan kinderopvang.Allemaal vragen die een rol moeten spelen in onze beoordeling van de nieuwe wet.

Reacties van het veld

Omdat de Wvg straks opgaat in de WMO betekent dit ook een verandering voor de voorzieningen voor gehandicapten. Belangenverenigingen vrezen voor rechtsongelijkheid door de verschillen die kunnen ontstaan tussen gemeenten wanneer deze een grote beleidsvrijheid krijgen. Dit is ook een van de bezwaren tegen de huidige Wvg, waar per gemeente op zeer uiteenlopende wijze invulling aan wordt gegeven, zoals bleek uit de monitor Wvg die begin 2004 gepresenteerd werd. Ook bij de WMO zal dit zich gaan voordoen, omdat de gemeenten een grote beleidsvrijheid krijgen.Vanuit gemeentelijk oogpunt kan dit positief genoemd worden, maar vanuit de zorgsector en de belangenverenigingen van hen die deze zorg nodig hebben, wordt heftig geprotesteerd.

Hoe staat de SGP hier tegenover? Kan het rijk maar beter vergaande regels stellen ten aanzien van de minimale eisen waaraan een gemeente in het aanbieden van zorg moet voldoen? Wég gemeentelijke beleidsvrijheid en misschien ook wel wég maatwerk. Of moet het rijk er op vertrouwen dat de gemeenten hierin hun verantwoordelijkheid nemen? Als de WMO er uiteindelijk uit gaat zien zoals nü voorgesteld wordt, dan ligt de gemeentebestuurders in ieder geval een belangrijke taak te wachten omdat zij voor de eigen gemeente het niveau van de voorzieningen voortvloeiende uit de WMO moeten bepalen.

Werd met de Wet Werk en Bijstand (WWB) de verantwoordelijkheid voor het gehele bijstandsverhaal van rijk naar gemeente overgeheveld, nu is het dus een deel van de zorg. Eigenlijk om soortgelijke redenen.Vereenvoudiging van regelingen, combinaties van wetten, vermindering van bureaucratisering (dat is althans het doel), meer verantwoordelijkheid voor de burger zelf, grotere beleidsvrijheid voor gemeenten en de mogelijkheid voor maatwerk. Wij hopen deze ontwikkelingen goed in de gaten te houden en u op de hoogte te houden van wat er als gevolg van de WMO in gemeenteland gaat veranderen.

Rudi èiemo

Noot: I. Ministerie van VWS aan de Tweede Kamer, "Op weg naar een bestendig stelsel voor langdurige zorg en maatschappelijlie ondersteuning", DVVO-U-2475093.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 mei 2004

De Banier | 22 Pagina's

Doelwit · Zorgtaken voor de gemeente

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 mei 2004

De Banier | 22 Pagina's