Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doelwit • Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doelwit • Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (I)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

op 14 mei kwamen in Sliedrecht tien SGP-gemeentebestuurders bij elkaar om in cursus-verband na te denken over ruimtelijke ordening. Raadslid L van den Heuvel uit Sliedrecht (tevens projectleider ruimtelijke ordening in Dordrecht) en wethouder H.A. Lambooij uit Nijkerk belichtten elk vanuit hun eigen invalshoek en ervaring de hoofdlijnen van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, de gemeentelijke structuurvisie en het bestemmingsplan. De deelnemers van de cursus wisten met hun vragen en casussen goed de knelpunten van het ruimtelijke ordeningsbeleid op tafel te krijgen. In diverse afleveringen van Doelwit willen we de inhoud van de cursus samenvatten en aandacht schenken aan specifieke, praktische vragen die aan de orde kwamen.'

Wat verandert er?

De huidige Wet Ruimtelijl< e Ordening (WRO) dateert uit l965.Veel aspecten van het ruimtelijl< e ordeningsbeleid worden geregeld in de Woningwet. De WRO is door de vele aanpassingen in de loop der jaren ingewikkeld geworden. Ook is er jurisprudentie gekomen die verwerkt moet worden in de nieuwe wet, denk aan de planschaderegeling in verband met het arrest-Nunspeet. Om diverse redenen dus is al onder het laatste paarse kabinet het besluit genomen om een nieuwe wet te maken. Het voorontwerp dateert uit 2000. De behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is dit najaar gepland. De nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) zou in 2006 in werking moeten treden. Het doel van de Wro is niet gewijzigd ten aanzien van de WRO: het op doelmatige wijze bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit. In de nieuwe wet zal de regelgeving wei vereenvoudigd worden. De Planologische KernBeslissing (van het rijk, PKB) vervalt, evenals het provinciale Streekplan en het gemeentelijke structuurplan. Daarvoor in de plaats komen de rijks-structuurvisie en de provinciale structuurvjsie. Ook de gemeenten kunnen een structuurvisie opstellen. Het accent valt echter op het bestemmingsplan. Dat is een juridisch bindend instrument waarin de gemeenteraad haar kaders vastlegt met betrekking tot het ordenen van de ruimte in de gemeente. Nieuw is dat voor alle ruimte in de gemeente een bestemmingsplan moet komen en dat elk bestemmingsplan om de tien jaar geactualiseerd moet worden. De procedure voor het vaststellen van een bestemmingsplan wordt verkort. Nu is dat 58 weken, in de nieuwe procedure duurt het op z'n kortst 32 weken. Zeker voor raadsleden is het dus van groot belang te weten hoe de procedures zijn rondom het bestemmingsplan in de nieuwe Wro. Nieuw is ook dat rijk en provincie een bestemmingsplan voor een bepaald gebied kunnen vaststellen. Dit zal echter slechts incidenteel voor­ komen. Bijvoorbeeld voor een groot infrastructureel project als de Betuwelijn zou dit functioneel geweest zijn (daarvoor is nu de Tracéwet gekomen). Beide docenten van de cursus verwachten dat de nieuwe Wro strenger gehandhaafd zal gaan worden. Er komt een scherper toezicht. Een voorbereidingsbesluit drie keer achter elkaar verlengen is er niet meer bij! (Dat mag slechts één keer.)

Inhoud Wro

In de aanhef van de wet wordt het doel van de wet, zoals hierboven al kort samengevat, weergegeven. Behalve bevordering van de ruimtelijke kwaliteit en vereenvoudiging van de wetgeving wordt ook overzichtelijkheid van het instrumentarium beoogd. Na een hoofdstuk met algemene bepalingen komt het hoofdstuk over de structuurvisies.Wat betreft deze structuurvisies doet zich dus de gelaagdheid voor: rijk - provincie - gemeente. Alledrie de bestuurslagen stellen een zelfde soort visie op, met dezelfde kenmerken en een eenduidige benaming, alleen gaat het natuurlijk over verschillende gebieden (grootte) en daardoor zal de gedetailleerdheid van deze visies toenemen naarmate de visies over een kleiner gebied gaan. De structuurvisie voor de gemeente wordt niet verplicht gesteld, maar beide ervaringsdeskundige cursusdocenten tonen zich voorstander van het opstellen van een structuurvisie voor elke gemeente. De structuurvisie wordt een belangrijk document waarop tijdens de cursus heel uitgebreid werd ingegaan. Het derde hoofdstuk van de Wro gaat over het bestemmingsplan. Ook daarop komen we hieronder nog uitgebreid terug. Verder gaat de wet in op maatregelen die provincie en rijk kunnen nemen. Gemeente-overstijgende zaken die betrekking hebben op duurzaamheid, zoals geluid en externe veiligheid, worden vastgelegd in een Algemene maatregel van bestuur (Amvb). Genoemd werd al de mogelijkheid dat rijk of provincie een bestemmingsplan vaststellen wanneer er een groot infrastructureel werk ruimte moet krijgen, of wanneer er conflicterende belangen zijn tussen verschillende gemeenten. Het rijk heeft dan de verplichting de gemeente(n) te horen, maar verder gaat deze verplichting niet.

Planschade

Hoofdstuk 5 bevat de financiële bepalingen. Dat hoofdstuk gaat onder andere over planschade. Hopelijk brengt de nieuwe Wro voor de gemeenten verbetering, want zij worden overstelpt met planschadeclaims waarvan een groot deel gehonoreerd moet worden. In de nieuwe wet wordt de planschaderegeling dusdanig veranderd dat afspraken met de veroorzaker van de planschade (projectontwikkelaar bijvoorbeeld) mogelijk worden. Het wordt dus mogelijk de planschadeclaim te leggen waar die hoort. In de Wro worden termijnen voor het indienen van een planschadeclaim vastgelegd. Het aantal planschadeclaims kan zo beperkt worden, want nu komt het voor dat men pas heel lang nadat de schade veroorzaakt is, met een claim komt. Sommige juridische bureaus hebben tot ergernis van de gemeenten een lucratieve expertise opgebouwd wat betreft het indienen van claims. Er zal ook rekening worden gehouden met mogelijke waardevermeerdering van een object. In het geval van waardevermeerdering wordt dit uiteindelijk doorberekend aan de burger na hertaxatie door middel van de OZB.

Verder bevat het vijfde hoofdstuk bepalingen over de vergoeding van kosten van de gemeente, subsidies en grondexploitatie. De wet sluit af met hoofdstukken over handhaving en toezicht, bezwaar en beroep, planologische organen en een aantal slotbepalingen.

Wordt vervolgd D.V. in de volgende Banier met een nadere beschouwing van de gemeentelijke structuurvisie en het bestemmingsplan.Wilt u de powerpoint-presentatie die als structuur diende voor deze dag, ontvangen, mail of bel dan even naar: voorlichting@sgp.nl 0(070-302 9072.

Rudi Biemond

Noten: I.Met dank aan de heer Van den Heuvel, die zijn eigen aantekeningen ter voorbereiding op de cursus beschikbaar stelde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 2004

De Banier | 32 Pagina's

Doelwit • Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 2004

De Banier | 32 Pagina's