Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doelwit · Nieuwe Wet ruimtelijke ordening III

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doelwit · Nieuwe Wet ruimtelijke ordening III

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

op 14 mei jl. kwamen in Sliedrecht tien SGP-gemeentebestuurders bij elkaar om in cursusverband na te denken over ruimtelijke ordening. Raadslid L van den Heuvel uit Sliedrecht (tevens projectleider ruimtelijke ordening in Dordrecht) en wethouder HA. Lambooij uit Nijkerk belichtten elk vanuit hun eigen invalshoek en ervaring de hoofdlijnen van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, de gemeentelijke structuurvisie en het bestemmingsplan. Vier weken geleden werd in Doelwit een begin gemaakt met de samenvatting van de cursus door middel van een overzicht van de nieuwe wet in vogelvlucht. In deel II werd het onderdeel gemeentelijke structuurvisie behandeld en nu sluiten we af met wat tijdens de cursus aan de orde kwam rondom het bestemmingsplan en een casus over uitbreidingslocaties.

Grondpositie gemeente

Een belemmering voor gemeenten bij uitbreiding is vaatc de grondpositie.Als de gemeente een nieuwe woonwijk wil vestigen is het van groot belang om strategische delen grond van het nieuwe plan als gemeente in bezit te hebben ofte krijgen. Een ruim mandaat van de raad aan de wethouder RO kan de onderhandelingspositie van de gemeente sterker maken.Wie de grondaankopen moet doen, de wethouder of een ambtenaar of een extern iemand, hangt af van de grootte van de gemeente, soms een specifieke situatie en natuurlijk de bekwaamheid van deze personen op dit terrein. Op het moment dat het college van b& w een koopovereenkomst sluit, moet hij daarmee nog wel naar de raad, maar de raad kan niet weigeren. Dit betekent dat er vertrouwen moet zijn tussen raad en college (en in het bijzonder de wethouder RO).

Bestemmingsplan

Het derde hoofdonderwerp van de kadercursus is het bestemmingsplan. Het doel van het bestemmingsplan, als instrument in het kader van de ruimtelijke ordening, wordt in deWro als volgt geformuleerd: "om zo gunstig mogelijke voorwaarden te creëren voor de ontwikkeling van een gebied". Geeft een structuurvisie vooral aan wat een gemeente zou willen of zich ten doel stelt, in het bestemmingsplan wordt juridisch bindend vastgelegd wat er kan op nauwkeurig aangegeven delen van het grondgebied van de gemeente.

Onder de nieuwe Wro moet elk bestemmingsplan elke tien jaar geactualiseerd worden.Voor sommige gemeenten ligt een grote inhaalslag te wachten, omdat zij veertig jaar oude bestemmingsplannen hebben en soms nog niet voor de gehele gemeente bestemmingsplannen hebben vastgesteld. De raad van een gemeente waar deze situatie zich voordoet, zou dit bij het college vroegtijdig aan moeten kaarten. Het bestemmingsplan is dus een juridisch bindend instrument. Het geeft daarom ook een stuk rechtsbescherming. De termijn van tien jaar geldigheid is een harde eis en het niet voldoen aan deze eis geeft beperkingen. Het is dus van groot belang dat er goed de hand wordt gehouden aan deze termijn.

Voor het gehele gemeentelijke grondgebied, dus ook voor het buitengebied, moeten bestemmingsplannen vastgesteld worden. In ons kleine landje ligt er een grote druk op het gebruik van de ruimte. Ruimte is schaars, hier moet dus zeer zorgvuldig mee worden omgegaan. In een bestemmingsplan gaat het echter niet alleen om ruimte, maar het gebruik ervan moet in overeenstemming gebracht worden met vele betrokken beleidsvelden, zoals ook geldt voor de structuurvisie.

Een bestemmingsplan bevat een plankaart met daarop de bestemmingen, de regels, de kwaliteitseisen, het grondgebruik en de wijze van bebouwing. Daarnaast wordt een omschrijving gegeven van het plan en een toelichting die ingaat op de wijze van uitvoering en de relevante ruimtelijke kwaliteitseisen.

Procedure

De procedure voor het bestemmingsplan wordt gewijzigd. Het begint met een meningspeiling onder de bevolking. Deze stap is wettelijk vastgelegd en geldt ook voor de update van een bestaand bestemmingsplan.Tijdens de cursus is van gedachten gewisseld over de wijze waarop je dit het beste aan kunt pakken. Het beste is burgers eerst uit te nodigen om zelf te komen met hun visie.Wanneer burgers de mogelijkheid geboden wordt te reageren op een voorliggend plan of ander document, vindt men namelijk vaak veel meer gelegenheid om aan te geven dat men dingen anders wil dan vastgelegd is in het plan. Bij de actualisering van een bestemmingsplan zijn overigens niet veel problemen te verwachten. Vaak gaat het dan om het vastleggen van een bestaande situatie.

Vervolgens wordt een ontwerp bestemmingsplan opgesteld en volgt openbare kennisgeving en ter inzage legging. Het ontwerp wordt toegestuurd aan belanghebbenden. Iedereen heeft zes weken de tijd om te reageren. Dan volgt de vaststelling van het bestemmingsplan (binnen acht weken als er geen zienswijzen zijn ingediend) en ook dat wordt ter inzage gelegd. Binnen twee weken na vaststelling volgt algemene bekendmaking van het bestemmingsplan door ter inzage legging, met voorafgaande kennisgeving en toezending aan GS en andere betrokkenen. Tot slot is er bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de mogelijkheid van beroep, binnen 6 weken. Het plan treedt in werking op de dag na afloop van de beroepstermijn. De nieuwe procedure duurt in zijn geheel minimaal 22 en maximaal 24 weken.

Voorbereidingsbesluit

Door middel van een voorbereidingsbesluit kan een gemeente een beschermende werking opleggen aan een bepaald gebied. Een voorbereidingsbesluit houdt in dat de status quo van een gebied terstond bevroren wordt, met als doel ongewenste planologische ontwikkelingen of dreigend verval tegen te gaan, waardoor het gebied voor de meest gewenste ontwikkeling of bestemming minder geschikt wordt. De gemeenteraad moet vervolgens een bestemmingsplanwijziging voor het gebied in gang zetten. Aan een voorbereidingsbesluit kunnen voorschriften worden verbonden om trent ongewenst gebruik,

ongewenste bebouwing, sloop van opstallen en gewijzigd gebruik. Het besluit moet verder nauwkeurig aangeven welk gebied het betreften natuurlijk het moment

van inwerkingtreding.Tegen het voorbereidingsbesluit kan

geen beroep worden aangetekend. De raad heeft wel de plicht om binnen een jaar een bestemmingsplanwijziging ter inzage te hebben gelegd (en deze periode kan slechts één keer met een jaar verlengd worden).

Ontheffingen

De nieuwe wet bevat een aantal ontheffingsmogelijkheden van het bestemmingsplan. In de eerste plaats de zelfstandige projectprocedure, zoals we die ook nu al kennen. Het motief om deze te laten bestaan is dat maatschappelijke ontwikkelingen soms sneller gaan dan te voorzien is bij de wijziging van een bestemmingsplan.

Voor geringe afwijkingen blijft de artikel 19-procedure bestaan. Ook de tijdelijke ontheffing komt terug in de Wet ruimtelijke ordening, maar de periode is nu geen vijf jaar meer, maar nog slechts drie jaar. Ook zijn de voorwaarden voor deze ontheffing aangepast. De binnenplanse ontheffing blijft ongewijzigd.

Kwaliteitseisen

Sprekend over ruimtelijke kwaliteitseisen kwam de principiële vraag op bij een van de deelnemers of het wel 'des SGP's' is om een straat met dure koopwoningen mooier te maken dan een straat met sociale woningbouw. Hoe ga je als gemeentebestuurder om met deze verschillen? Inderdaad valt er iets voor te zeggen om voor minder draagkrachtigen evenzeer een goede openbare ruimte na te streven. Anderzijds moeten we wel beseffen dat je als gemeente de 'rijken' nodig hebt om de sociale woningbouw te kunnen bekostigen, want daar leg je als gemeente vaak een flink bedrag per woning op toe. Het is een afweging tussen sociale en financiële aspecten.

Beeldkwaliteit

In de Wro wordt niet gerept over een beeldkwaliteitplan.Toch achtte cursusdocent Van den Heuvel het raad­

zaam om een dergelijk plan te koppelen aan

het bestemmingsplan. Het is belangrijk

daarbij in de gaten te houden dat het beeldkwaliteit-

plan nooit in strijd mag zijn met het bestemmingsplan.Tij­

dens de cursus werd gediscussieerd over het lastige punt hoever je moet/mag gaan in het stellen van eisen aan bouviA^ferken. Moet de kleur en het type van elke steen en elk raamkozijn worden vastgelegd? Het probleem is dat over smaak niet valt te twisten (of misschien juist wel!). Duidelijk is wel dat als je beeldkwaliteit wilt bereiken (welstandloos bouwen kan natuurlijk ook), een eis als "bouwen in stijl jaren '30" te vaag geformuleerd is.

Casus uitbreidingslocatie

Wethouder Lambooij nam de cursisten mee in een casus over een uitbreidingslocatie.Verschillende aandachtspunten voor gemeentebestuurders passeerden de revue. Eigenlijk begint het al met het vaststellen van de structuurvisie, hoewel het opstellen van een structuurvisie natuurlijk niet direct voorafgaat aan het inrichten van een uitbreidingslocatie. Maar met het noemen van deze stap wil gezegd zijn dat je als raadsfractie in dat stadium al moet aangeven waar je naar toe wilt met de gemeente.

Een volgend belangrijk moment dat direct betrekking heeft op een bepaald gebied is het bestemmingsplan en de daarbij behorende kaart. Daarin komt globaal te staan hoeveel woningen, welk soort woningen, waar een kerk, school, winkelcentrum, zorgcentrum, enzovoorts. In dat stadium kan een programma van eisen opgesteld worden, waaraan de voorziene uitbreiding moet voldoen. Als fractie mag je dan ook best aan je eigen achterban denken. Een voorbeeld: wordt in het bestemmingsplan of bijbehorend beeldkwaliteitplan bepaald dat de maximale borstwering van huizen drie meter is, dan zullen er geen huizen voor grote gezinnen gebouwd kunnen worden. Dat is een voorbeeld van een punt waar je op kunt letten. Een belangrijke vraag is: wat kost het. Het is de taak van het college een exploitatieopzet te maken. Er moet rekening mee worden gehouden dat de openbare ruimte ongeveer 35% beslaat.Als fractie kun je vragen (via de griffier) of een ambtenaar een bouwgrondexploitatie wil maken van je programma van eisen, zodat dit ook realistisch gepresenteerd kan worden in het debat hierover in de raad. Qua voorbereidingskosten voor de gemeente (bouwrijp maken, overleg, communicatie) moet uitgegaan worden van 20 a 25% van de totale kosten.

Na het bestemmingsplan komt er een uitwerkingsplan en vervolgens een stedenbouwkundig plan. De gedetailleerdheid van het plan neemt toe naarmate de uitvoering nadert.Voor de stedenbouwkundige geldt overigens dat die moet doen wat de raad wil. Op het moment dat het bestemmingsplan is vastgesteld, heb je als raadslid niets meer te zeggen.Vroeg erbij zijn is dus van groot belang! Vervolgens is het: controleren. Doet het college wat in de raad is afgesproken? Dit kan gecontroleerd worden aan de hand van rapportages.

Ruimte heeft grenzen

Tijdens de cursus speelde de vraag naar de speelruimte van de overheid en de vrijheid van de burgers een grote rol. In de bespreking van diverse vraagstukken kwam naar voren dat wij SGPers de burger graag veel vrijheid geven en een grote eigen verantwoordelijkheid. De SGP is ook altijd groot voorstander van eigen grond- en woningbezit geweest. Waar we echter allen mee te maken hebben is het feit dat ruimte zo enorm schaars is in ons land. Dat moet wel eens tot andere keuzes leiden dan keuzes die in overeenstemming zijn met genoemd gedachtegoed. Zowel voor burgers als bestuurders een punt om eens goed over na te denken. Het besef dat grenzen aan de ruimte er in het kleine Nederland zéker toe doen, geeft aan de verantwoordelijkheid voor het ruimtelijke ordeningsbeleid van ons land een extra dimensie.

Rudi èiemond

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 2004

De Banier | 24 Pagina's

Doelwit · Nieuwe Wet ruimtelijke ordening III

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 2004

De Banier | 24 Pagina's