Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doelwit · De zegeningen van het dualisme

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doelwit · De zegeningen van het dualisme

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

opnieuw heeft een zoveelste product over het dualisme het licht gezien. Onlangs is het tweede jaarbericht van de begeleidingscommissie van de Vernieuwingsimpuls dualisme en lokale democratie verschenen onder de titel: De positie van de wethouder: De toekomst van het verleden? Opnieuw een rapport waarin de zegeningen van het dualisme geteld worden. En zoals bij zoveel andere rapporten het geval was, is ook hierbij het resultaat van de invoering van het dualisme niet onverdeeld gunstig te noemen.

Navelstaarderij

Toen ik aan de slag ging om iets op papier te zetten voor deze aflevering, dacht ik bij mezelf: Is dit eigenlijk v/el de moeite w^aard? Wordt dat getheoretiseer en gefilosofeer over het dualisme maar niet al te vaak gedaan? Lijkt dit niet teveel op navelstaarderij door gemeentepolitici, of het nu raadsleden, griffiers of collegeleden zijn? Wat schiet de burger, waar het toch allemaal om begonnen was, hiermee op? Was juist niet één van de hoofdproblemen van het lokaal bestuur de geringe herkenbaarheid van het lokaal bestuur als forum van politieke besluitvorming? Politieke besluitvorming zou een naar binnen gekeerd proces tussen bestuursorganen zijn (zie het rapport van de Staatscommissie, pag. 444).

Het tweede jaarbericht laat overduidelijk zien dat wij er met het dualisme nog lang niet zijn, als we er ooit met het dualisme komen gezien nieuwe bestuurskundige veranderingen die op komst lijken (gekozen burgemeester). Bovendien onderstreept het jaarbericht mijn mening dat het gedelibereer over het dualisme tot steeds meer navelstaarderij leidt.Volgens het jaarbericht heeft het dualisme zo'n acht jaar de tijd om zich uit te kristalliseren, voordat het zover is dat het dualisme echt een feit is (kan zijn). Hoe dat zich verhoudt met een ander hoofdprobleem van de vier hoofdproblemen van het lokaal bestuur, namelijk dat de bestuurspraktijk meer dualistisch was dan monistisch en daarom gewijzigd moest worden om zodoende meer transparantie in het gemeentebestuur te krijgen, is een vraag waarop de lezer zelf het antwoord kan geven.

'Herkenbaar bestuur noodzakelijk voor vitale democratie'

Onder dit kopje verwoordde de staatscommissie Dualisme en lokale democratie haar visie op de invoering van het dualisme als volgt: "De commissie ziet de ontvlechting van de posities van raad en college (dualisering) enerzijds als een middel om tot een duidelijke rolverdeling tussen de gemeentelijke be­ stuursorganen te komen en anderzijds als een noodzakelijke voorwaarde om de lokale democratie beter toegankelijk te maken voor nieuwe vormen van participatie. Dualisering leidt tot complementaire verhoudingen tussen raad en college van b en w waardoor de functies die zij vervullen zowel naar binnen als naar buiten toe beter tot hun recht komen. Elk van deze organen is daarbij gebaat. Rollen en posities worden helder en herkenbaar, zodat publiek debat wordt bevorderd, in het openbaar verantwoording wordt afgelegd en actief controle plaatsvindt." (Zie het rapport van de Staatscommissie, pag. 445.) Wat is hiervan terechtgekomen? Wat laat het tweede jaarbericht zien als oogst na twee jaar oefenen met het dualisme?

Breed onderzoek

Ten behoeve van het jaarbericht heeft de begeleidingscommissie een breed onderzoek onder wethouders gehouden. In totaal zijn 780 vragenlijsten onder wethouders uitgezet (in totaal zijn er 1670 wethouders in Nederland).Van de 780 wethouders hebben er uiteindelijk 368 gereageerd; een goede respons voor een onderzoek als dit.' Daarnaast zijn nog verschillende interviews gehouden en ten slotte enkele rondetafelgesprekken waarin de problematiek nog eens uitgebreid aan de orde kwam. De vier grote items waarop het onderzoek zich concentreerde betreffen de positie van de wethouders a. ten opzichte van de raad, commissieen de eigen fractie; b. in het college; eten opzichte van het ambtelijk apparaat; en d. ten opzichte van de burgers.

Voor wat betreft de punten c. en d. levert het onderzoek weinig schokkende punten op. Uit de reacties op de vragenlijsten blijkt dat er op deze onderwerpen weinig veranderd is sinds de invoering van het dualisme.Ten aanzien van de positie van de wethouders ten opzichte van de raad, commissie en de eigen fractie en de positie van de wethouders in het college zijn echter wel veranderingen te constateren.

Positie wethouder t.o.v. raad, commissie en fractie

Het beeld dat uit het onderzoek naar voren komt, laat zien dat de ontvlechting van raad en college daadwerkelijk vorm heeft gekregen in de praktijk. De afstand tussen wethouder en fractie is ook groter geworden. Bij dit laatste punt wordt in het jaarbericht echter wel de (belangrijke) kanttekening gemaakt dat de strikte scheiding tussen fractie en wethouder die bij de invoering van het dualisme nogal eens is gehanteerd, in veel gevallen inmiddels niet werkbaar is bevonden en terzijde is geschoven. En terecht! Het blijft immers een politiek feit dat de wethouder door 'zijn' fractie wel in het college is 'gezet' om zich in te zetten voor de uitvoering van het programma dat de raad of de coalitie heeft vastgesteld. Een wethouder moet zich dan ook wel gesteund weten door zijn eigen fractie in het politiek krachtenspel binnen de raad. Natuurlijk moet daaraan niet te krampachtig worden vastgehouden (dat is im­

mers dualisme), maar op de grote lijnen moet de wethouder wel op de support van zijn fractie kunnen rekenen. Op dit punt hoor ik wel van collega's uit verschillende gemeenten at collegepartijen zich soms niet on­

derscheiden van oppositiepartijen onder het mom van het dualisme. Die kant moeten wij mijns inziens niet op en ik kan daarom de kanttekening van harte onderschrijven.

Voor wat betreft de ontvlechting van de posities van raad en college is daarbij vooral van belang de wijze waarop de raad zijn (nieuwe) rollen van kaderstellend, volksvertegenwoordigend en controlerend orgaan invult. De raden proberen zelfbewust invulling te geven aan deze rollen. De gemiddelde rapportcijfers die de wethouders echter geven aan de invulling door de raden van deze drie rollen laten genoeg vragen open voor wat betreft de kwalitatieve invulling die de raden geven. Deze rapportcijfers zijn respectievelijk een 5, 1, een 5, 6 en een zes! Veel opmerkingen die door de wethouders hierbij gemaakt worden zijn: 'De raad gaat teveel op de stoel van de ambtenaren zitten.' 'De raad bemoeit zich teveel met details.' Er is soms teveel sprake van 'een afrekencultuur en een machtsstrijd'. Ook wordt door veel respondenten aangegeven dat de raadsleden te weinig 'naar buiten' gaan; veel tijd besteden de raadsleden aan vergaderingen binnenshuis.

Positie in het college

Sinds de invoering van het dualisme blijkt de afstemming binnen het college van groter belang geworden. Uit het onderzoek komt bijvoorbeeld de trend naar voren dat de voorkeuren van overige collegeleden bij het nemen van beleidsinitiatieven belangrijker zijn voor de wethouders dan de voorkeuren van de eigen fractie.

Plus- en minpunten twee jaar dualisme

Uit het onderzoek blijkt dat de wethouders vinden dat de invoering van het dualisme op hoofdlijnen tot de volgende veranderingen heeft geleid (pag. 31): 1. De afstand tussen raad en college ismerkbaar toegenomen. 2. De wethouders voelen zich niet ergsenang bij het dualisme en twijfelen aan het daadwerkelijk bereiken van alle beoogde effecten.

De wethouders vinden dat er nog lang geen sprake is van een nieuw evenwicht tussen raad en college. Deze wankele toestand leidt in sommige gevallen niet tot dualisme, maar tot 'duellisme'. Of, zoals een wethouder het verwoordde, 'Dualisme lijkt te verworden tot: we mogen lekker tegen onze wethouder stemmen'.

Wat zijn nu de pluspunten na twee jaar dualisme? De opstellers van het rapport komen dan tot de volgende opsomming (pag. 34): de toename van de onafhankelijkheid van de raad ten opzichte van het college, de toename van de ruimte voor raadsleden om hun volksvertegenwoordigende rol te kunnen vervullen, ^ de toename van de collegialiteit van de besluitvorming binnen het college, de toename van de mate waarin het college zich tegenover de raad in het openbaar moet verantwoorden en de toename van de invloed van de raad ten opzichte van het college.

En de minpunten? Die zijn er ook: 'De overige effecten zijn in meer of mindere mate - bezien vanuit de bedoelingen van het dualisme - minpunten. Een lagere kwaliteit van het inhoudelijk debat,

een verminderde daadkracht van het gemeentebestuur en de toegenomen aandacht van de raad voor details passen niet in het dualisme.' Naar mijn

idee had, gezien de resultaten van het onderzoek, dit rijtje wel uitgebreid kunnen worden.Want uit de beantwoording bleek dat aan de uitwerking van de genoemde pluspunten in de praktijk mogelijk nog meer minpunten verbonden waren.Waaruit blijkt bijvoorbeeld kwalitatief de toegenomen invloed van de raad, tot uitdrukking komend in de kaderstellende rol die hij heeft te vervullen? Op welke wijze wordt vormgegeven aan de toegenomen ruimte voor raadsleden om hun volksvertegenwoordigende rol te kunnen vervullen? En op welke wijze maakt dit deelonderzoek duidelijk dat er met de invoering van het dualisme sprake is van een aanzet tot een vitalisering van de lokale democratie? Is er daadwerkelijk sprake van meer transparantie in het lokaal bestuur?

Het jaarbericht laat zien dat wij er nog lang niet zijn met het dualisme. En dan te bedenken dat de volgende etappe van bestuurlijke vernieuwing al weer voor de deur staat: de gekozen burge­ meester! Doel: politiek interessanter en aantrekkelijker maken voor de burgen Voor mij is het dan wel duidelijk: het ambt van wethouder wordt in dat geval niet aantrekkelijker doordat de wethouder - benoemd door de raad, als representant van de collegepartijen - ondergeschikt wordt aan de gekozen burgemeester die een eigen programma heeft uit te voeren. Eén ding zal dan wel worden bereikt: politiek kan wel weer boeiend worden.

Voor wie bij collega-gemeentepolitici zijn oor te luisteren legt, zal dit jaarbericht niet veel nieuws bevatten.Voor mij heeft het in ieder geval wel duidelijk gemaakt dat, wil het dualisme wat worden, zowel colleges van b en w als raden tot daden moeten overgaan en niet te veel moeten theoretiseren over bevoegdheidsverdelingen en over de (vaak niet hardop uitgesproken) vraag: wie heeft de Macht.Verlaat de loopgraven en geef de krampachtige houding op en laat de duizend bloemen van het dualisme bloeien.

P. van Vugt

wethouder gemeente Barendrecht

Naar aanleiding van: "De positie van de wethouder: De toekomst van het verleden? ", Tweede jaarbericht van de begeleidingscommissieVernieuwingsimpuls dualisme en lokale democratie, Den Haag 2004.

Noten: 1. Eén kritische kanttekening wil ik hierbij welmaken. De SGP-ers die aan dit onderzoek hebben meegedoon, zijn niet apart gerubriceerdzoals wel bij de SP-ers, GroenLinksers en CUers is gedaan, maar zijn ingedeeld bij de antwoordcategorie 'Anders, namelijk ...'. Deze categorie bestaat vooral uit vertegenwoordigersvan lokale partijen. Bovendien valt op dat hetGPV nog als een aparte categorie is vermeld, terwijl deze partij toch in de ChristenUnie is opgegaan. De logica van een en ander is mij ontgaan en dit punt is te betreuren.2. Volgens mij gaat het dan om een theoretischeruimte, omdat uit het onderzoek juist duidelijkwordt dat er (te) veel binnenshuis vergaderdwordt en de raadsleden te weinig 'de straat opgaan'om hun volksvertegenwoordigende rol opeen goede manier te vervullen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 augustus 2004

De Banier | 24 Pagina's

Doelwit · De zegeningen van het dualisme

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 augustus 2004

De Banier | 24 Pagina's