Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doelwit · Congres Zorgen voor welzijn (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doelwit · Congres Zorgen voor welzijn (II)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de vorige Banier hebt u het eerste deel van het verslag van het congres 'Zorgen voor welzijn. Lokaal werken metWWB en WMO' kunnen lezen. In deze aflevering vervolgen we het verslag van de forumdiscussie.

Schrijnende gevallen

De tweede vraag ging in op de afbakening van zorg In de WMO. Zo staat in de contourennota "Op weg naar een bestendig stelsel voor langdurige zorg en maatschappelijl< e ondersteuning" dat huishoudelijke zorg vla de WMO alleen wordt gegeven in schrijnende gevallen. Maar wat zijn schrijnende gevallen? Onder de WMO zal het aan gemeenten ter beoordeling staan om dat te bepalen, aldus de vertegenwoordiger van het Ministerie van VWS, de heer Moerkamp. Kort geformuleerd gaat het om mensen die die zorg zelf niet (meer) kunnen organiseren. Op dit terrein wordt van gemeenten een integrale aanpak verlangd In samenwerking met sociale zaken. De vragensteller zelf bleek een erg ruime definitie van schrijnende gevallen voor ogen te staan.

Van der Vlies pleitte voor het aangeven van een bepaalde bandbreedte waarbinnen zorg via de WMO wordt verleend, maar benadrukte ook de keuzevrijheid van gemeenten. Er moet een minimum aan zorg- en welzijnsvoorzieningen worden gegarandeerd, maar de definitie van 'schrijnendheid' kan ook te breed worden gemaakt. Zijn criterium Is dan ook dat iemand zorg moet kunnen krijgen wanneer hij of zij daarvan afhankelijk is en het zelf niet kan regelen.

Landelijk werkende instellingen

Een derde knelpunt dat tijdens de forumdiscussie uitgebreid ter sprake kwam, is de situatie van landelijk werkende instellingen. Het Is nog maar de vraag of gemeenten bereid zijn met verschillende zorgaanbieders (lokaal, regionaal of landelijk werkend) contracten af te sluiten, zodat in de gemeente een divers aanbod van zorg beschikbaar is. Dat is ook een vraag voor forumlid mevrouw J.M. Prins, die als directeur zorg van de Stichting Gereformeerde Zorgcentra Zuid-Holland heel verschillende ervaringen heeft met gemeenten.Van der Vlies vindt het van groot belang dat burgers keuzevrijheid behouden. In die zin komt er dus op gemeenten een grote verantwoordelijkheid af De gedachte om de keuzevrijheid voor burgers te behouden sprak de vertegenwoordiger van het ministerie aan. Anderzijds onderkende hij dat het voor de landelijk werkende instellingen moeilijker zal worden, maar dat hoort volgens hem

bij het ondernemerschap. Ook nu al moeten deze instellingen vaak zaken doen met verschillende zorgkantoren.

Het probleem speelt bijvoorbeeld ook voor de stichting Ontmoeting die in de gemeente Epe een instelling heeft voor ex-gedetineerden. De exgedetlneerden komen uit het gehele

land en de gemeente Epe heeft er niet direct belang bij dat deze instelling in haar gemeente Is gevestigd. Waar moet Ontmoeting dan aankloppen? Moerkamp antwoordde er voorstander van te zijn dat zo'n functie (dus: de opvang van ex-gedetlneerden) door de WMO behouden blijft, maar tevens dat de wet niet garant kan staan voor het voortbestaan van specifieke instellingen. De makers van het wetsvoorstel beraden zich erop hoe dit soort zaken zoals maatschappelijke opvang te verdelen zijn over meerdere gemeenten.

Persoonsgebonden budget

Identiteitsgebonden instellingen zijn vaak landelijk werkende instellingen. Voor die Instellingen wordt het dus moeilijker. En wat is er gemakkelijker voor een gemeente dan met één aanbieder van huishoudelijke zorg (de goedkoopste natuurlijk, of misschien zelfs een schoonmaakbedrijf) een contract af te sluiten voor alle burgers in de gemeente die huishoudelijke zorg nodig hebben? Wég keuzevrijheid en wég kleinere instellingen die in die gemeente cliënten hadden! Een van de aanwezigen vroeg dan ook of het onder de WMO mogelijk is het persoonsgebonden budget (pgb) te behouden. Moerkamp was terughoudend over het idee van het behouden van het pgb onder de WMO. Een van de redenen daarvoor is het steeds meer uitdijende gebruik van het pgb (wanneer is het misbruik? ), een andere is dat steeds meer mantelzorgers hiervan worden betaald en dat hiermee de solidarlteitsgedachte (concreet: kosteloos zorgen voor elkaar) niet wordt gestimuleerd. Nu er in de WMO voor decentralisatie wordt gekozen, vindt hij dat het pgb daar niet bij hoort. In de WMO komen randvoorwaarden, maar het verzekerd recht op zorg en welzijn wordt niet in de wet vastgelegd. Daarbij gaat de WMO niet alleen over specifieke persoonsgebonden voorzieningen, maar ook over algemene voorzieningen.

Kwaliteit van de zorg

Er werd ook zorg uitgesproken over de opmerking dat gemeenten worden afgerekend op hun prestaties en dat ze daarom wel voor een aanbod van goede kwaliteit móeten zorgen. Is de stem van cliënten niet te zwak om als in omvang beperkte en afhankelijke groep mensen in de politiek hiervoor te moeten opkomen?

Moerkamp gaf aan dat kwaliteitsbeleid zeker de aandacht heeft en op een of andere manier in de wet geregeld gaat worden. Hij vindt ook dat dit een uitdaging moet zijn voor gemeenten en zorgaanbieders. Van der Vlies herinnert aan andere gedecentraliseerde taken waarvoor hetzelfde geldt. Dit wordt bij de gemeenten neergelegd in het vertrouwen dat zij de zorg voor kwaliteit hoog opnemen.Voor lokale SGP-fracties ligt hier wat hem betreft dan ook een belangrijke taak om de stem van de zwakken van de samenleving te laten horen.Tegelijkertijd is ook hij er voorstander van dat er een vorm van kwaliteitsbeleid in de wet wordt geregeld. Prins haakt hierbij aan met de suggestie de zorgaanbieders hierbij te betrekken. Zij hebben de expertise in huis en weten wat nodig is. Bij gemeenten ontbreekt dit veelal, daarom zouden die op het gebied van kwaliteitsbeleid heel goed met de zorgaanbieders kunnen samenwerken. Zij pleit er ook voor dat het geld voor de WMO gelabeld naar de gemeenten gaat, zodat zorg en welzijn niet hoeven te concurreren met bijvoorbeeld infrastructuur of huizenbouw.Meer specifiek werd ook gevraagd hoe rechtmatigheid en doelmatigheid zullen worden vastgelegd in de wet.

Verschillende deelnemers waren niet te overtuigen door de uitdrukkelijke mededeling van zowel de staatssecretaris als de directeurVerpleging, Verzorging en Ouderen van VWS tijdens dit congres, dat invoering van de WMO geen bezuinigingsoperatie is.Vandaar ook de vraag hoe kan worden voorkomen dat de gemeente om de cliënt heen kan.Van de zijde van het ministerie werd hier op geantwoord dat de WMO slechts een deel van de oplossing is. Het doel van de WMO is een omgeving te creëren dat men niet gelijk de AWBZ aanspreekt. Maar de AWBZ blijft natuurlijk wel bestaan. De waarborging van voorzieningen uit de WMO is vastgelegd met de prestatievelden. De taak die gemeenten krijgen is dus niet vrijblijvend. Gemeenten moeten ook laten zien wat ze doen.

WMO populair

Desgevraagd werd vanuit het forum aangegeven dat Nederland na Zweden de meeste algemene middelen besteedt aan zorg en welzijn. Dat komt omdat in Nederland veel voorzieningen gecollectiviseerd zijn. In een land als Spanje bijvoorbeeld wordt veel meer zorg verleend door familieleden, maar dat hangt samen met de heel andere cultuurEen van de deelnemers wees op de relatie tussen de AWBZ en de WMO en het risico dat de WMO wel eens heel populair kan worden. Op termijn zullen de scheidslijnen tussen de AWBZ en de WMO opnieuw getrokken moeten worden. De SGP was destijds tegen de komst van de AWBZ. Hoe zit dat met de WMO? Tevens werd de vraag gesteld hoe de SGP staat tegenover het voorstel van het College Voor Zorgverzekeringen (CVZ) om de AWBZ op termijn helemaal te laten opgaan in de Zorg- VerzekeringsWet (ZVW) en de WMO.

Van der Vlies herhaalde dat de SGP de basisfilosofie van de WMO, meer verantwoordelijkheid bij de burger voor zichzelf en elkaar, onderschrijft. De bezwaren tegen de AWBZ waren destijds vooral gericht op het feit dat de AWBZ een soort verzekering uit de algemene middelen is. Inmiddels is de AWBZ méér dan een wet voor onverzekerbare ('bijzondere') ziektekosten geworden. De houding van de SGP ten aanzien van de WMO is in beginsel positief, mits voldaan wordt aan de in het co-referaat genoemde voorwaarden. De SGP is niet per definitie tegen ontwikkelingen in het stelsel, maar staat daar voor open. Zou de AWBZ opgenomen worden in de basisverzekering, dan zullen de premies enorm stijgen en dat is niet wenselijk. Ook Moerkamp ziet dat als een groot bezwaar tegen het voorstel van het CVZ.

Uitdaging

Een wethouder vroeg aandacht voor gemeenten die binnen hun grenzen instellingen hebben met een regionale functie. Bijvoorbeeld een woonzorgcomplex met veel gebruikers van middelen uit de Wet Voorzieningen Gehandicapten. Moerkamp vroeg zich in antwoord op deze vraag af of dit in de wet zó vast geregeld moet worden dat er geen ruimte meer is voor eigen oplossingen. Hij ziet het als taak én vrijheid van de gemeenten zelf om dit onderling te regelen. Een andere wethouder proefde koud­ watervrees in de zorgwereld en gaf aan dat gemeenten moeten openstaan voor vragen en suggesties van de zorginstellingen, als het ergens is fout gegaan. Samen moeten we eruit komen en willen leren van ervaringen uit het verleden. Een andere wethouder vond, in reactie op de suggestie van Prins om het budget voor de WMO te oormerken, dat er ook nadelen zitten aan een geoormerkt budget. Dat betekent immers dat er een plafond aan zit! Terwijl een open einderegeling voorkomt dat je als gemeente tegen burgers moet zeggen halverwege het jaar: "Sorry, het budget voor de WMO voor dit jaar is op, komt u volgend jaar maar terug om een rolstoel."

Bleek tijdens het middagprogramma van het congres dus dat velen de WMO met zorg tegemoet zien, ook werd duidelijk dat anderen de uitdaging graag aangaan!

Workshops

Tijdens het avondprogramma werden twee workshops over de Wet Werk en Bijstand en één workshop over de WMO gegeven.Voor de inhoud daarvan verwijzen we naar de sheets van de presentaties van de workshopinleiders. De lezingen van het middagprogramma en de presentaties van de workshops zijn reeds aan alle deelnemers toegestuurd. Hebt u het congres niet bijgewoond maar wilt u deze documenten ook ontvangen, dan kunt u contact met ons opnemen (e-mail: voorlichting@sgp.nl, telefoon: 070-302 9072).

Rudi Biemond

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2004

De Banier | 32 Pagina's

Doelwit · Congres Zorgen voor welzijn (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2004

De Banier | 32 Pagina's