Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Grondrechten in een pluriforme samenleving

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Grondrechten in een pluriforme samenleving

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is nog voldoende ruimte voor het uitdragen van Bijbelse opvattingen in onze pluriforme samenleving. De huidige situatie biedt geen garanties voor de toekomst. Er kan een moment komen dat van iedereen wordt verwacht dat een aantal basisvoorwaarden van de democratische rechtsstaat worden onderschreven. Dat is de conclusie van een SGP-congres over grondrechten in een pluriforme samenleving.

Op vrijdagavond 15 oktober jl. organiseerde de SGP een partijbreed congres over het thema 'Grondrechten in een pluriforme samenleving'. Op dit congres stond de vraag centraal welke juridische ruimte er is voor minderheidsopvattingen

en hoe we als christelijke minderheid deze ruimte moeten gebruiken. Deze problematiek werd ingeleid door mr.A. Weggeman (hoofd afdeling Kennis en Onderzoek van de Raad van State) en drs. S. Stoop (Statenlid en burgemeester). Daarna was er een forumdiscussie o.l.v. partijvoorzitter W. Kolijn, de sprekers en mr.dr.J.T. van den Berg (oud- Kamerlid).

Lezing mr. A. Weggeman

Mr.A.Weggeman schetst twee voorbeelden waaruit blijkt dat er pogingen worden ondernomen om godsdienst en geloof te beperken tot de privé-sfeer. Een eerste voorbeeld is dat de minister van OCW een onderzoek in wilde laten stellen naar de weigering van scholen om het homomagazine Expreszo onder jongeren te verspreiden. Een tweede voorbeeld is het initiatiefwetsvoorstel van de kamerleden Wilders en Eerdmans om het mogelijk te maken kerkgenootschappen te ontbinden. Deze voorbeelden roepen de vraag op welke ruimte er is voor minderheidsopvattingen. De laatste tijd is er sprake van een toenemende spanning tussen minderheidsopvattingen en de publieke opinie. Er zijn grondrechten die binnen bepaalde grenzen burgers bepaalde vrijheden geven.Voorbeelden daarvan zijn de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van onderwijs en de vrijheid van godsdienst. Grondrechten kunnen met elkaar botsen. Deze botsing doet zich met name voor tussen het discriminatieverbod en de hiervoor genoemde vrijheidsrechten.

Een botsing van grondrechten kan zichbijvoorbeeld voordoen wanneer een bijzondere school een leerling weigert die niet aan de toelatingseisen voldoet. De ouders van de leerling kunnen zich dan beroepen op artikel I van de Grondwet (gelijkheidsbeginsel) en de school op artikel 23 van de Grondwet (vrijheid van onderwijs). De rechter weegt in dergelijke gevallen de verschillende belangen en komt tot een uitspraak. In de nota Grondrechten in een pluriforme samenleving wordt gelukkig duidelijk gesteld dat er geen rangorde bestaat tussen grondrechten. Artikel I van de Grondwet is dus geen supergrondrecht. Er zijn vier factoren die ertoe hebben geleid dat de spanning tussen grondrechten groter is geworden. Dat zijn: de toenemende pluriformiteit van onze samenleving, de secularisatie, het ontbreken van historisch besef en de gelijkheidskoorts. De Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) heeft een

belangrijke bijdrage geleverd aan het ontstaan van de gelijkheidskoorts. In artikel I van de Grondwet wordt discriminatie verboden, maar in de Awgb wordt het maken van onderscheid verboden. Dat heeft tot gevolg dat alleen al het enkele feit dat je onderscheid maakt, verdacht is. Ook ongelijke gevallen moeten gelijk worden behandeld. Dat is duidelijk naar voren gekomen bij de discussie over het zogenoemde 'homohuwelijk'.

Hoewel de spanningen tussen grondrechten zijn toegenomen, vindt Weggeman dat we elkaar niet bang moeten maken dat we niets meer mogen zeggen.We mogen en moeten in onze pluriforme samenleving ons geloof belijden. Daarbij moeten we onderscheid maken, omdat Gods Woord onderscheid maakt: onderscheid tussen goed en kwaad. Belangrijk bij het uitdragen van opvattingen is dat we duidelijk maken dat die gebaseerd zijn op onze geloofsovertuiging. Belangrijk is ook hoe we iets zeggen.Wanneer wordt aangezet tot haat kan de vrijheid van meningsuiting eerder worden beperkt. Haatdragende uitlatingen zijn ook niet met een beroep op de Bijbel te rechtvaardigen. In een bestel waarin de overheid miskent dat zij dienares van God is, zijn vrijheidsrechten voor ons van wezenlijk belang.Als gereformeerde gezindte bevinden we ons in een minderheidspositie in een cultuur die ons niet vriendelijk gezind is. De opdracht die de Heere Jezus gaf aan Zijn discipelen geldt ook voor ons: "Zie Ik zend u als schapen in het midden der wolven, zijt dan voorzichtig gelijk de slangen en oprecht gelijk de duiven."

Lezing drs. S. Stoop

Burgemeester Stoop vindt dat ondanks de zorgen die er zijn we bepaalde kwesties niet ingewikkelder moeten maken dan ze zijn. We moeten niet onnodig spookbeelden of doemscenario's oproepen. Het komt immers niet zo vaak voor dat raadsleden worden geconfron- teerd met principieel gevoelige onderwerpen waarbij er op liet scherpst van de snede wordt gediscussieerd. Hij wijst erop dat politieke vertegenwoordigers juridisch gezien onschendbaarheid genieten. Dat betel< ent dat zij in strafrechtelijke zin niet kunnen worden aangesprol< en op uitlatingen die zij functioneel hebben gedaan. De politieke onschendbaarheid is beperkter, omdat bestuurders zich voor hun opvattingen moeten kunnen verantwoorden.

Bij de behandeling van politiek en principieel gevoelige onderwerpen wordt er op SGP-ers gelet. We lopen de kans het verwijt te krijgen discriminerend te zijn. Andere partijen, zoals SP en Groen- Links wordt dat verwijt veel minder gemaakt. Wellicht komt dat doordat zij meedeinen op de golven van maatschappelijke acceptatie. Omdat er op ons wordt gelet, is het belangrijk onze woorden zorgvuldig te wegen. Ook onze houding en uitstraling is van groot belang. Uitstraling heeft veel te maken met de inhoud van de boodschap. Een boodschap die bij een groot publiek goed in het gehoor ligt, zal eerder leiden tot een positieve uitstraling. Het is niet de doelstelling van de SGP om alleen een goede uitstraling te hebben. De SGP moet de inhoud van haar boodschap dus niet aanpassen aan de ontvangers van de boodschap. Dat wil niet zeggen dat het om het even is hoe de kernboodschap van de SGP naar buiten wordt gebracht.

Belangrijk is dat de boodschap authentiek overkomt en dat de boodschapper uitstraalt dat hij betrouwbaar en consistent is. De aspecten betrouwbaarheid en consistentie raken aan de integriteit van de politicus.Wanneer de integriteit ter discussie komt, wordt de uitstraling negatief beïnvloed. We moeten ook duidelijk onderscheid maken tussen opvattingen en de personen die opvattingen uitdragen. Het gaat de SGP om het bestrijden van onbijbelse opvattingen.Vanuit innerlijke bewogenheid dienen we het welzijn van de ander op het oog te hebben. Belangrijk is de mogelijkheid om informele contacten te benutten. Dergelijke momenten kunnen leiden tot diepzinnige gesprekken.Tot slot moeten we niet teveel gefocust zijn op resultaat.Wanneer we dat doen, zullen we binnen korte tijd veel teleurstellingen moeten verwerken.We blijven een minderheid in onze samenleving.

Forumdiscussie

Volgens forumlidVan den Berg heeft de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) grote principiële gevolgen.Vanaf dat moment was niet meer alleen discriminatie verboden, maar het maken van elk onderscheid. De consequenties daarvan hebben velen destijds niet willen zien. Dat kwam omdat het debat sterk ideologisch geladen was.Van den Berg noemde het'één van de meest fundamentele debatten van de laatste decennia'. Het zogenoemde homohuwelijk ziet hij als logisch uitvloeisel van deze wet. Nu lopen we nog steeds tegen de gevolgen van de Awgb aan.

SGP-bestuurders moeten zich niet wijs laten maken dat ze in strijd handelen met de eed als ze bijvoorbeeld tegen de komst van een moskee stemmen. In het verleden is dat een aantal keer gebeurd. De eed wordt echter afgelegd op alle wetten van het land. Eén van deze wetten is de vrijheid van meningsuiting. De eed dwingt niet tot het innemen van een bepaald standpunt. Er is ruimte voor een beroep op andere grondrechten, zoals de vrijheid van meningsuiting. Artikel I van de Grondwet is geen supergrondrecht. Omdat grondrechten kunnen botsen, is er ruimte om naar eer en geweten een bepaald standpunt in te nemen.We moeten dankbaar zijn dat die ruimte er nog is. Deze ruimte wordt volgens Van den Berg steeds meer beperkt. Er kan een moment komen dat het niet meer geloofwaardig is om als christelijke politieke partij in onze parlementaire democratie mee te doen. Dat moment is volgens Van den Berg aangebroken als het uitdragen van Bijbelse opvattingen niet meer is toegestaan.Wanneer het beginsel van de volkssoevereiniteit, of de multiculturaliteit als norm, in de Grondwet wordt vastgelegd, is het de vraag of je nog in zo'n bestel kunt opereren. Zover is het gelukkig nog niet. Burgemeester Stoop kan zich niet goed voorstellen dat er een moment komt dat we ons aan onze verantwoordelijkheid moeten ontrekken, omdat we niet meer voor ons beginsel uit kunnen komen.

Forumlid Weggeman is van mening dat Nederland geen christelijke natie meer is. In Nederland is men hard bezig om alle banden met het christendom door te snijden.Voorbeelden daarvan zijn het ideologische debat bij de Awgb en het 'homohuwelijk'. Nederland rekent op nog hardhandiger en rigoreuzer wijze af met het christendom dan andere landen.'We vegeteren nog slechts voort op resten'. De kabinetsnota Grondrechten in een pluriforme samenleving is geen waarborg voor de eigen positie. In de nota lijkt het erop dat er ruimte is voor het christelijk gedachtegoed. Men streeft echter ook naar democratische basiswaarden die iedereen moet onderschrijven. Dat zou ertoe kunnen leiden dat er in de toekomst ruimte is voor iedereen die de basiswaarden van de democratische rechtsstaat onderschrijft. Velen zien artikel I van de Grondwet als een basiswaarde. De toekomst zal moeten uitwijzen hoe bestendig de nota van het kabinet is.

j.W. van Berkum Wetenschappelijk medewerker Guido de Brè Stichting

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 2004

De Banier | 24 Pagina's

Grondrechten in een pluriforme samenleving

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 2004

De Banier | 24 Pagina's