Van de alg. secretaris · Regiobijeenkomsten

In de achterliggende weken zijn de eerste twee van de in totaal vijftien te beleggers regiobijeenkomsten gehouden. Voordat de dotums voor de volgende bijeenkomsten worden bekendgemaakt, worden eerst deze twee bijeenkomsten geëvalueerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om de vraag of de gekozen werkwijze van een wat kortere inleiding en daarna discussie in groepjes een juiste is. Het goot dan ook om de vraog hoe alsnog kiesverenigingen kunnen worden bereikt die zich op een andere manier, zoals met de regiobijeenkomsten, niet laten bereiken. En het gaat over de manier waarop de aandacht van kiesverenigingen meer structureel op de noodzaak van vitaliteit kan worden gericht.

Vitaal houden (en krijgen)

De algemeen voorzitter van het Hoofdbestuur, de heer W. Kolijn, is tijdens de bijeenkomsten ingegaan op het thema "Hoe houden (en krijgen) wij onze kiesvereniging vitaal? " Hij signaleerde niet alleen meer in het algemeen een verminderde belangstelling voor het verenigingsleven, maar ook bij de SGR Hoewel de SGP niet mag klagen over de grote inzet van vele leden en de grote betrokkenheid van duizenden jongeren en ouderen, zijn er toch zorgen over de betrokkenheid van de achterban. Naast goed tot zeer goed functionerende kiesverenigingen is er een toenemend aantal dat een kwijnend bestaan leidt.

Ook binnen de kring van (potentiële) SGP-ers zien sommigen politiek bedrijven meer als een vrijblijvende hobby dan als een plicht. In dit verband wees de heer Kolijn op het bijzondere van "het ambt der overheid", door Calvijn niet zonder reden behandelt in boek IV van zijn bekende Institutie met als titel "Van de uitwendige middelen der zaligheid".

Door de heer Kolijn werd verder gewezen op een stagnerend stemmenaantal. Bij de laatste verkiezing van de leden van de Tweede Kamer kozen duizenden SGP-ers voor de macht (Balkenende). En hoewel geen enkele partij zoveel betrokken jongeren heeft, de doorstroming naar het lidmaatschap van een kiesvereniging is bepaald geen automatisme.

Wat te doen?

Het instandhouden van de SGP als politieke partij is geen doel op zich, maar dient gezien te worden als een middel om de trachten "de beginselen van Gods woord op staatkundig terrein tot meerdere erkenning te brengen in den lande". In dit streven hebben de plaatselijke kiesverenigingen een belangrijke functie. Zij vormen de basis van de partij en zijn van groot belang als het gaat om het vasthouden van de achterban. Zij hebben invloed op kandidaten­ lijsten van gemeenteraad, provinciale staten, Tweede Kamer en Europees Parlement. Zij bepalen de samenstelling van het bestuur van de plaatselijke kiesverenigingen, de provinciale verenigingen en het Hoofdbestuur. En zij kunnen voorstellen doen ter behandeling tijdens de algemene vergadering (partijdag).

De heer Kolijn stelde in dit verband dat het door een ledenvergadering machtigen van het desbetreffende bestuur om bovenvermelde bevoegdheden namens de leden uit te oefenen het verenigingsleven frustreert. En de leden bovendien zichzelf daardoor tekort doen. Ledenwerving en betrokkenheid van zowel jongeren als ouderen moet continue beleid zijn van de kiesverenigingen.

En op kandidatenlijsten moeten ouderen én jongeren een plaats krijgen. Verder moet een kiesvereniging goede contacten onderhouden met uiteraard de SGP-raadsfractie, een eventuele SGP-wethouder of SGP-burgemeester. Daarnaast werd door hem het belang benadrukt van overleg tussen kerkenraden en gemeentelijke overheid en tussen kerkenraden en SGP-vertegenwoordigers. In het Reformatorisch Dagblad is in een korte serie artikelen op deze gedachte door een aantal personen gereageerd.

Ledenvergaderingen

Een belangrijke plaats is door de heer Kolijn ingeruimd voor de vraag hoe ledenvergaderingen en andere door de kiesverenigingen georganiseerde politieke bijeenkomsten eruit zouden moeten zien.

Hij benadrukte dat vergaderschema's niet alleen met andere plaatselijke verenigingen die (deels) dezelfde personen trekken, moeten worden afgestemd, maar ook op partijprocedures zodat ledenvergaderingen hun bestuur niet hoeven te machtigen zoals hiervoor bedoeld. Als voorbeeld kan worden gewezen op het doen van voorstellen voor de partijdag. Dat hoeft natuurlijk niet persé vlak voor I oktober in een ledenvergadering aan de orde te komen, maar kan bijvoorbeeld ook in de laatste ledenvergadering vóór de zomervakantie al aan de orde worden gesteld. Hetzelfde geldt voor de mogelijkheid om kandidaten voor te dragen voor de verkiezing van de reeds hierboven vermelde bestuursorganen. Verkiezingsdatums zijn meestal in een zeer vroegtijdig stadium bekend. De heer Kolijn wees verder op de noodzaak van een juiste balans tussen de "huishoudelijke zaken" (vaststellen notulen, verslagen penningmeester, secretaris, etc.) en de politieke thema's (een meer "vormend" deel). Bij politieke thema's kan worden gedacht aan aandacht voor de lokale of provinciale politiek (inleiding door raadslid, wethouder, statenlid, etc.) én aan aandacht voor bezinnende principiële onderwerpen. Er zijn genoeg SGP-publicaties die de moeite van bespreking waard zijn (als het kan in samenwerking met een studievereniging).In dit verband stond hij ook nog stil bij de vorm. Er moet gezorgd worden voor een afwisselend programma met voldoende tijd voor discussie. En voor politieke bijeenkomsten, óók buiten verkiezingsperioden! En tot slot: Hoofdbestuur en geledingen (Voorlichting en Vorming, Guldo de Brès-Stichting en SGP-Jongeren) zijn u graag van dienst in meedenken en meedoen als het gaat om het vitaliseren van de kiesvereniging. Wij hebben geen pasklare antwoorden voor allerlei denkbare situaties, maar willen de kiesverenigingen wel graag behulpzaam zijn.

Discussiegroepjes

Aan de hand van een aantal stellingen is tijdens de gehouden bijeenkomsten over het voorgaande verder gediscussieerd. Daarbij is het natuurlijk leuk wanneer nieuwe ideeën worden opgedaan. Nog belangrijker is echter dat kiesverenigingen onderling door hen in praktijk gebrachte ideeën en ervaringen uitwisselen. Zo is onder meer aan de orde gekomen dat binnen de partij meer aandacht besteed zou moeten worden aan de kunst van het "debatteren". Dat is ook van nut in het maatschappelijk leven. Het blijkt soms erg moeilijk te zijn om de juiste argumenten in een debat paraat te hebben en dat ook nog eens op het juiste moment en op de juiste wijze naar voren te brengen. Het debatteren zou kunnen worden versterkt door als kiesvereniging regelmatig iemand van buiten de partij en met andere gedachten over een onderwerp uit te nodigen om daarmee het debat aan te gaan, zo werd gesuggereerd.

Van een heel andere orde is de samenbindende werking van een periodiek (nieuwsbrief o.i.d.). Ook daarvan werden hele mooie voorbeelden getoond. Juist ook als het gaat om de "volksvertegenwoordigende rol" van de fractie in het duale bestel.Er zijn kiesverenigingen waarbij bestuursleden een bepaald aantal leden persoonlijk (mondeling) uitnodigen voor een ledenvergadering. Zij geven daarmee aan het belangrijk te vinden dat de leden ook echt komen en dat zij dat als bestuur ook echt waarderen. Bij ledenvergaderingen moet geen "kramp" ontstaan om koste wat kost voor "ieder wat wils" te hebben. In een vergaderjaar kunnen ook verschillende "soorten" bijeenkomsten worden belegd, gericht op onderscheiden doelgroepen. En denk vooral na over een vragenronde naar aanleiding van bijvoorbeeld een inleiding door een fractielid. Dat kan nog wel eens uitmonden in weinig inhoudelijke, maar wel negatief getoonzette vragen richting de fractie. Dat kan worden omgebogen door op de agenda al een stelling te plaatsen waaraan de vragenronde wordt "opgehangen". Dat lokt in het algemeen een meer diepgaande discussie uit en geeft daar tevens richting aan.

Het belang van een nauwe relatie tussen bestuur en raadsfractie werd breed onderkend. Het bestuur zou met de raadsleden individuele (functionerings)gesprekken moeten voeren. Niet alléén als evaluatie, dus nadat een raadslid bij­ voorbeeld al 3 jaar heeft gefunctioneerd en de lijst voor de volgende verkiezingen moet worden opgesteld, maar bijvoorbeeld jaarlijks. Daarin kan aan de orde komen hoe het raadslid tegen zijn functioneren aankijkt én hoe het bestuur daarover denkt. Dit vereist natuurlijk wél dat het bestuur ook "recht van spreken" moet hebben door de raadsleden in hun "doen en laten" door de jaren heen te volgen. Het bestuur zou dan ook een rooster moeten hebben voor het bijwonen van raadsvergaderingen. Bovendien moeten bestuursleden dan natuurlijk wel de "techniek van het voeren van functioneringsgesprekken" beheersen. Duidelijk moet zijn waarover het gesprek gaat en de resultaten moeten worden vastgelegd. Wederzijds moeten "verrassingen" worden voorkomen.

Benadrukt werd dat de fractie het politieke primaat heeft en daarmee dus ook veel meer extern is gericht, terwijl het bestuur van een kiesvereniging veel meer intern gericht is (bezinnend). Die onderscheiden posities moeten wederzijds duidelijk zijn (fractieleden spreken zonder last of ruggespraak).

Als het gaat om het betrekken van jongeren werd de gedachte van een jeugdfractie genoemd. Daarmee werd een groep van jeugdige personen bedoeld die raads- en commissievergaderingen bezoeken, fractievergaderingen bijwonen, artikelen schrijven voor een eventueel periodiek, etc. Zodoende kunnen zij voor zichzelf nagaan of de actieve politiek iets voor hen is én geven zij bovendien bestuur en fractie de gelegenheid te beoordelen of zij daarvoor potentieel geschikt zijn en of daarin verder moet worden geïnvesteerd. Een soort "kweekvijver" dus.

Verder is het belang van continuïteit bij het opstellen van kandidatenlijsten nogal benadrukt. Door een zorgvuldige "mix" van oud en jong (ook in "dienstjaren") moet worden voorkomen dat op enig moment een "totaal vernieuwde" fractie aantreedt.

Slot

Het Hoofdbestuur hoopt dat de discussie zich binnen de kiesverenigingenvoortzet en tot het beoogde resultaatmag leiden. Uit het informatieblad, gedateerd oktober 2004, van de pkv. "Calvijn" te Ermelo/Speuld blijkt dat zij alleen al naar aanleiding van het artikelmet de kop "SGP-hoofdbestuur wil vitale kiesverenigingen" in het Reformatorisch Dagblad van zaterdag 18 september 2004 deze "draad hebben opgepakt". En zo zijn er gelukkig meer goede voorbeelden te noemen. Wellichtdat ook dit artikel een (verdere) aansporing kan zijn, zeker voor die kiesverenigingen waarbinnen de discussie nogmoet starten. En natuurlijk houden wijons graag aanbevolen voor goede voorbeelden, voor in de praktijk beproefdeen geslaagde "formules". Het wiel hoeftten slotte niet door elke kiesverenigingafzonderlijk te worden uitgevonden!

mr.V.A.Smit, algemeen secretaris

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen