Van de voorzitter · Onwaardig geacht
Het besluit werd verwacht, maar toch komt het hard aan om zwart op wit te lezen dat de Nederlandse Staat per I januari 2006 geen subsidie meer verstrekt aan de SGP. Geen opwekkend begin van dit nieuwe jaarl Een jaar waarin veel zaken op ons af komen. Procedures, voorbereidingen voor de verkiezing van de leden van deTweede Kamer (in 2007) en gemeenteraadsverkiezingen (7 maart 2006 D.V.). Een jaar waarin we moeten bewijzen op een goede manier met elkaar te kunnen discussiëren over een onderwerp waarover we in toenemende mate verdeeld blijken te zijn.
Subsidieloos
Het vonnis van de Haagse rechtbank hield in dat met ingang van 2006 de subsidie aan de SGP op basis van de Wet subsidiering politletce partijen (WSPP) moest v/orden stopgezet. Dit betel< ent verlies van rijkssubsidie voor onze partijorganisatie (het ds. G.H. Kerstenhuis), het studiecentrum (Guido de Brès-Stichting) en de SGP-Jongeren. De uitspraak richt zich op de WSPP en heeft dus geen enkele betekenis voor de vergoedingen van SGP-fracties in Kamers, raden en staten. In enkele gemeenten wierpen overijverige democraten deze vraag op, maar daar heeft de bekende uitspraak niets mee van doen. De Staat is tegen de uitspraak in beroep gegaan. Dat laat onverlet dat de subsidieaanvraag voor 2006 inmiddels afgev/ezen is.Tegen dat onderdeel van het vonnis, namelijk stopzetting van de subsidie per I januari 2006, zal de SGP als belanghebbende partij in beroep gaan. Hoe zal dat aflopen? Het lijkt onrechtvaardig om een organisatie waarin mensen hun brood verdienen, sommigen met een gezin achter zich, in één klap en op korte termijn van haar belangrijkste inkomstenbron te beroven. De vraag is echter of de rechter dat onbehoorlijk vindt. Ook al is de offervaardigheid in onze achterban vermaard, het gaat om bedragen die op termijn niet of nauwelijks op te brengen zijn.Wij zijn in zeer bijzondere omstandigheden terecht gekomen. Als enige politieke partij met gekozen vertegenwoordigers in Eerste en Tweede Kamer onwaardig geacht de gebruikelijke subsidie te ontvangen! Het gaat wel om een partij waarvan nog voldoende burgers vinden dat die in het Nederlandse parlement vertegenwoordigd moet zijn. Is dat niet het criterium waar democraten altijd op wijzen? Dat bracht het dagblad Trouw in de krant van 31 december 2005 tot het volgende commentaar: "In een democratie, waar in beginsel de kiezers over het bestaansrecht van partijen gaan is die zorgvuldigheid vereist. Daarom, maar ook omdat de kwestie van grote betekenis is voor de verhouding tussen democratje en religie, hadden andere partijen de SGP moeten uitdagen haar fundamenteel andere visie te motiveren. Het was treurig dat ze er het zwijgen toededen". Men had, schrijft deze krant, "de mannenbroeders in een publiek debat de nieren moeten proeven". Dat is niet gebeurd!
Kennis
Zijn er vandaag de dag nog veel politici die voor zo'n inhoudelijk debat de nodige achtergrondkennis in huis hebben? Onze Kamerleden zullen zich er niet aan onttrekken. Dat bewees onlangs (NRC-debat, 20 december 2005) de heer Van der Vlies in een debat met het WD-kamerlid mevrouw A. Hirsi All. Zijn inbreng was zakelijk, principieel én getuigend. Religie en politiek zijn niet te scheiden; alle godsdiensten zijn niet gelijk; het liberalisme, dat behept is met het gelijkheidsbeginsel, betekent een dictatuur voor de godsdienstige burgers van ons land; wie geloof buiten de poli tieke orde verklaart, koerst aan op een morele chaos. Van der Vlies schonk klare wijn. Zijn opponente moest bekennen pas na lezing van de SGP-notitie "De Islam in huis" (een aanrader voor elke SGP-er) begrepen te hebben dat gereformeerde theocratische politiek principieel totaal anders is dan islamitische opvattingen over de verhouding tussen geestelijke en wereldlijke machten. Dat is een winstpunt.Toch moeten we ons van de bereidheid in onze Nederlandse samenleving om onbevangen kennis te willen nemen van het SGP-gedachtegoed niet teveel voorstellen. Dat bleek ook tijdens dit debat Ondanks de doordachte en verantwoorde woordkeuze van onze politieke leider waren er her en der in de zaal nogal wat onverholen vijandige opmerkingen te horen. Een politieke belijdenis zoals: "De Bijbel, het Woord van God, is voor mij de hoogste waarheid", zeker wanneer daar aan toegevoegd wordt dat "de Rijbel net zo heilzaom en goed is voor anderen als voor mij" wil men nog nauwelijks aanhoren. De ergernis richt zich echt niet alleen op het zogenoemde 'vrouwenstandpunt'. Helaas strandde de discussie al snel op die klip. De taak van SGP-bestuurders en vertegenwoordigers om in het huidige maatschappelijk klimaat hun werk te doen, zoals dat van een SGP-er verwacht mag worden, wordt ernstig verzwaard door dit geïsoleerde standpunt. Op zich kan dit geen argument zijn om tot aanpassing over te gaan.
Gestalte
Statuten, zelfs passages uit een beginselprogram zijn niet onfeilbaar Daarom zijn er procedures vastgelegd om desgewenst veranderingen door te kunnen voeren.Van mensen die bewust lid worden van een partij wordt niet verwacht dat ze het op alle punten en komma's eens zijn, wel dat ze zich houden aan die 'wijzigingsprocedures'. Wat ook van SGP-ers verwacht mag worden is dat wensen tot aanpassing, biddend om licht en wijsheid, getoetst worden aan de grondslag van de partij; de Bijbel en de Drie Formulieren van Enigheid. Laat ons vanuit die gestalte het goede voor onze partij blijven zoeken. Een partij waarin al meer dan 87 jaar mensen uit verschillende kerken, samengebonden door een staatkundig beginsel, elkaar ontmoeten, verdragen, herkennen en waarderen.
W. Kolijn
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 2006
De Banier | 24 Pagina's