Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Studiecentrum · Europa en ruimte?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studiecentrum · Europa en ruimte?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat merkt de lokale politiek van Europa bij vraagstukken van ruimtelijke ordening? Brussel en Straatsburg lijken op een prettige afstand te liggen. Maar onder het regiem van de Nota Ruimte zijn de uitvoeringsverantv/oordelijklieden in sterke mate gedelegeerd naar het lokale niveau. Dat kan naar eigen inzicht opereren binnen de kaders van hogere overheden. Op die manier worden ook gemeenten en regio's nu direct geconfronteerd met de Europese regelgeving, zij v/orden niet langer afgeschermd door de nationale overheid.

Formele en informele lijnen

Ruimtelijk beleid behoort niet tot de formele competenties van de Europese Unie. Het lijkt een geruststellende gedachte dat er voor de ruimtelijke ordening geen directe lijn loopt vanuit Brussel. Er zijn echter v/el degelijk informele en formele v/egen waarlangs Europa invloed heeft. Zo is in 1999 het Europees Ruimtelijk ontwikkelingsperspectief aanvaard dat een informeel referentiekader geeft voor het nationaal ruimtelijk beleid van de lidstaten en voor internationale samenwerkingsprojecten. Boven dit niveau zijn er de Europese richtlijnen, die op nationaal niveau door de lidstaten moeten worden toegepast in de wetgeving. Hiermee wordt de lokale en de regionale overheid op uitvoeringsniveau geconfronteerd.

Europese en mondiale inbedding

De Nota Ruimte legt onder andere de nadruk op de versterking van de internationale concurrentiepositie van ons land. Daarbij geeft zij op nationaal niveau invulling aan de Europese groeiagenda die in 2000 in Lissabon werd opgesteld. Een invulling die tevens aansluit bij mondiale afspraken over duurzame ontwikkeling. De laatste afspraken zijn gemaakt op de Wereldtop over Duurzame Ontwikkeling in Johannesburg in 2002.

Voor de Nota Ruimte betreft dit onderwerpen als de mainports, de greenports, de brainports en de bijbehorende verkeers- en vervoersinfrastructuur. De Nota Ruimte wil ruimtelijke knelpunten voor economische groei zoveel mogelijk wegnemen en zo recht doen aan de economische aspecten en belangen bij de verdeling van de ruimte. Hoewel Europa zelf geen directe partner is in de ruimtelijke inrichting van ons land, is er een concrete, aanwijsbare beïnvloeding. De Europese Unie heeft via het sectorale beleid invloed op ruimtelijke beslissingen in ons land. Zo ontvangt ons land door het Europese regionale cohesiebeleid tot 2006 2, 8 miljard aan subsidies, waarvan bijna de helft kan worden besteed aan ruimtelijke investeringen (bedrijventerreinen, in­ frastructuur) en maatregelen met een indirect belang voor het ruimtelijk beleid (stedelijke herstructurering, toerisme en recreatie, natuur- en waterbeheer).Verder meldt de Ex-ante toets Nota Ruimte (Den Haag, 2004) van het Centraal Planbureau, het Ruimtelijk Planbureau en het Sociaal Cultureel Planbureau de volgende Europese invalshoeken die doorwerken op ons ruimtelijk beleid: het transportbeleid (Betuwelijn en HSL-zuid), het landbouwbeleid (productiesubsidies melkveehouderijen en op akkerbouwgewassen), het concurrentiebeleid (beperking staatssteun aan bedrijven, eis tot openbare aanbestedingen en liberalisatie staatsbedrijven), het milieu- en natuurbeleid (Vogel- en Habitatrichtlijnen ter bescherming van bedreigde dier- en plantensoorten) en het waterbeleid. Deze Ex-ante toets geeft niet alleen aan op welke manier Europa invloed heeft op onze ruimtelijke indeling, er wordt ook geattendeerd op mogelijkheden om voor de financiering van lokale, regionale projecten aanspraak te maken op Europese fondsen.

Ten slotte: in de Agenda Vitaal Platteland heeft het kabinet voor de landelijke gebieden als geheel een doorvertaling gemaakt van de Europese afspraken en regels. Deze Agenda is een van de uitwerkingen van de Nota Ruimte.

Concrete beperkingen

Voorbeelden van Europese kaderrichtlijnen zijn: de nitraatrichtlijn (met grote gevolgen voor de intensieve veehouderij), de kaderrichtlijn water (met grote gevolgen voor de landbouw en het waterbeheer), de Vogel- en Habitatrichtlijn en de richtlijn fijn stof Provincies en gemeenten moeten hiernaar handelen bij de vaststelling van bestemmingsplannen en het afgeven van bouwvergunningen. Zo heeft de richtlijn fijn stof geleid tot snelheidsbeperkingen op rijkswegen en tot het afwijzen van bouwaanvragen op locaties die te dicht bij grote verkeersaders of industriegebieden liggen. De SGP wil deze beperkingen niet louter negatief benaderen. Zij erkent immers dat de overheid Gods dienares is "ons ten goede"? Om die reden koos de SGP bij de recente behandeling van de Nota Ruimte in de Eerste Kamer als uitgangspunt "de gezondheid van de burger". Zij verwees naar rapportages over het verband tussen vuile lucht en vervroegde sterfte. De SGP gaat daarom bepaald niet voorop als het gaat om de ontkoppeling van luchtkwaliteitseisen en besluitvorming in het kader van de ruimtelijke ordening, zoals dat onlangs door meerdere partijen is voorgesteld. De economische belangen bij de verdeling van de ruimte moeten worden afgewogen en begrensd door de belangen van volksgezondheid en welzijn (zie het parlementair logboek in De Banier van 27 januari jl).

Ook zijn er grensoverschrijdende aspecten van uiteenlopend karakter die om internationale afstemming vragen.Te denken valt aan de Noordzee, het Schelde-estuarium, het nationaal stedelijk netwerk Twente en de nationale landschappen die grenzen aan Duitsland en België. Bij deze afstemming zijn zowel het rijk als de andere overheden (met name de provincies) als partner betrokken.

Conclusie

Voor toekomstige ontwikkelingen zal, naarmate steeds meer beleid de verantwoordelijkheid wordt van internationale overheden, de rol van het rijk opschuiven van «bepaler» naar «vertaler» van beleid. De rijksoverheid wordt zelf aangestuurd en heeft tegelijkertijd gekozen voor een binnenlandse sturingsfilosofie waarbij zij zich beperkt tot de hoofdlijnen en het stellen van kaders voor lagere overheden.Tegelijkertijd heeft ook Europa op het lokale en het regionale niveau een niet te onderschatten invloed op de ruimtelijke indeling van ons land. Al met al verandert er voor de ruimtelijke ordening zo heel wat in de onderlinge relatie van rijk, provincies en gemeenten. Daaraan wordt dan ook aandacht besteed in het commentaar over de Nota Ruimte waaraan binnen het studiecentrum gewerkt wordt.

dr. G. van der Hoek

Vrijwillig medewerker Guide de Brès-Stichting.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 2006

De Banier | 24 Pagina's

Studiecentrum · Europa en ruimte?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 2006

De Banier | 24 Pagina's